Een aanslag op een Kerstmarkt in Berlijn, een moord op de Russische ambassadeur in Turkije, een bloedig verloop van de burgeroorlog in Syrië – en dat in een jaar dat al vol zat met bloedige aanslagen en verrassende verkiezingsuitslagen. Jarenlang heb ik met anderen geroepen dat de organisatieprincipes van de twintigste eeuw hun houdbaarheidsdatum wel hebben gehaald en dat het tijd was voor verandering. Ik hoopte dat die verandering geleidelijk en vreedzaam kon verlopen, maar het heeft er alle schijn van dat het een revolutie wordt. Om met Barzum te spreken: een periode waarin macht en bezit over gaan in andere handen, meestal gepaard gaande met geweld.
In ons boekje ‘Europa heruitvinden’ hebben Hubert Beusmans en ik het over het dreigende faillissement van Europa en een even dreigende burgeroorlog. Bij een burgeroorlog gaat het altijd over ideologische meningsverschillen dwars door families en zelfs gezinnen heen. Dit is anders bij een ‘gewone’ oorlog, Â waar het om territoriale verschillen gaat en de oorlog nog redelijk lokaal is.
Intussen doet zich in Nederland de paradox voor dat ook hier de onvrede groeit, maar het consumentenvertrouwen nooit zo hoog is geweest; de huizenprijzen weer uit de pan stijgen, de particulieren uitgaven enorm toenemen en dan met name aan ‘leuke dingen’ en uitgaan. Alle restaurants zitten bomvol. Dansen op een vulkaan?
Het is ook Kersttijd, de tijd van het nieuwe licht, van hoop op een betere toekomst. Misschien moeten we meer dan ooit ons daarop concentreren en nadenken over hoe we de organisatorische oriëntaties van de twintigste eeuw nu echt achter ons kunnen laten.
Toffler benoemde ze als volgt:
- maximalisatie (meer, meer, groot, groter, nog groter);
- concentratie (alles op een hoop met alle milieueffecten van dien);
- centralisatie (en dan met name concentratie van de macht);
- specialisatie (met als gevolg dat als nieuwe technologieën een bepaalde specialisatie overbodig maken, de aanbieders gelijk buiten spel staan);
- standaardisatie (wat innovatie in de weg kan staan);
- synchronisatie (waarbij we de klok ons leven laat dicteren).
Technologische ontwikkelingen en emancipatie zijn belangrijke oorzaken van het uit de tijd raken van deze principes. Wat hopelijk helpt is dat we ook meer en meer de kwalijke gevolgen ervan inzien. De basishouding die er namelijk achter steekt is die van exploitatie of eigenlijk uitbuiting. Uitbuiting van de medemens, de natuur, het milieu, en erger nog: de exploitatie van de rechten van de generaties na ons.
Er is inmiddels genoeg bloed gevloeid en laten we de oproep van paus Franciscus zoals hij die in zijn encycliek Laudato Si doet opvolgen: bouwen aan een integrale ecologie. Organisatie- en kwaliteitskundigen kunnen als geen anderen daar een bijdrage aan leveren. Arnold Roozendaal en ik hebben een bescheiden poging toe gedaan door het in het leven roepen van DeGoudseSchool en door een aanzet te geven tot het benoemen van nieuwe organisatieprincipes.
Wat we nodig hebben is een ander mentaal model. Een andere constitutie gekenmerkt door een diep besef van onderlinge Afhankelijkheid in combinatie met het aangaan van een intieme relatie. De onderlinge chemie moet gebaseerd zijn op vertrouwen en het maximaal Informeren van elkaar. De constructie van onze organisatie moet vooral veilig en ruimtelijk/open zijn en onze control mechanismen gebaseerd op het nemen van verantwoordelijkheid en aanvaarden van aansprakelijkheid.
Een veilig en goed 2017 gewenst en dat dit een jaar in de geschiedenis een keerpunt ten goede mag worden.
Teun Hardjono