Zolang modellen hulpmiddelen zijn om een situatie te beschrijven, descriptief zijn, kunnen zij van grote waarde zijn. Als modellen voorschrijvend, normatief worden, ligt niet alleen bureaucratie op de loer, maar is de kans groot dat men zijn doel voorbij schiet.
Direct na thuiskomst van het 10e Wintercamp schreef ik de volgende tekst:
“Wij stellen voor de besturing uit te gaan van het INK-model omdat de basis van dit model, het EFQM model, een uitdrukking van het Rijnlands denken en tevens alle relevante aandachtsgebieden voor kwaliteits- en risicomanagement afdekt. Het Rijnlands denken staat voor ons voor een balans vinden tussen de belangen van alle stakeholders. Het INK-model voegt aan het EFQM-model ontwikkelingsfasen toe die wij vertalen in entiteiten van aandacht: productkwaliteit, proceskwaliteit, systeem(organisatie)kwaliteit, ketenkwaliteit en kwaliteit van de maatschappij. Het concept van continue verbetering volgens de PDCA-cirkel is volledig verankerd in het INK-model, dus impliciet hanteren we ook die methodiek. Min of meer geldt hetzelfde voor de Balanced Scorecard, omdat ook in het EFQM/INK-model leren& groeien, procesverbetering, klantbelangen en financiën aandacht krijgen.
Om hier een begin mee te maken zouden we gebruik willen maken van de zogenoemde A3 methodiek waarbij alle aspecten van het INK-model zodanig wordt beschreven dat het geheel op een vel papier van A3-formaat past. De focus ligt op het geven van antwoorden op de volgende vragen: ‘Waarom doen we iets?’, ‘Wat willen we bereiken?’ en ‘Hoe kunnen we dat bereiken? De A3 methode houdt ook in dat er duidelijk wordt gemaakt wat de missie van de organisatie is; ‘wat de bedoeling van de organisatie is’, welke visie daarbij geldt; de ‘waarden van de organisatie’ en wat de speerpunten zijn; ‘de strategie van de organisatie’. Daarbij opmerkend dat bedoeling, waarden en strategie van uw deel van de organisatie uiteraard geheel in lijn moeten liggen met die van de organisatie als geheel.”
Ik schreef dit stuk om op te nemen in een tender van een leverancier van onderdelen. Op zich verheugend dat de vragende organisatie oog heeft voor kwaliteit en deze toeleveranciers daar een rol in laten spelen, al roept het de vraag op hoe zij denkt af te stemmen met de ideeën van andere leveranciers en mogelijk met die van haarzelf.
Het zette mijzelf ook aan het denken in reflectie op het Wintercamp. Een eerder Wintercamp had als centrale thema ‘De modellen voorbij’. Het laatste Wintercamp was daar minder resoluut in. Wel zette ze een scherpe voorwaarde: zolang modellen hulpmiddelen zijn om een situatie te beschrijven, descriptief zijn, kunnen zij van grote waarde zijn. Als modellen voorschrijvend, normatief worden, ligt niet alleen bureaucratie op de loer, maar is de kans groot dat men zijn doel voorbij schiet.
Ik ben er niet zeker van of de aanbesteder van de tender normatieve modellen voor ogen had. De vraagstelling deed mij echter het ergste vermoeden. Ik hoop nu maar dat de leverancier, die ik met dit stukje heb willen helpen, de tender wint – en vervolgens de ruimte krijgt duidelijk te maken dat het ook anders kan.
Teun Hardjono
www.hardjono.nl