Twee kapers op de kust
Doen we de goede dingen? Dingen doen we toch wel, of we ze als goed betitelen is een tweede. Wat […]...
Gemeentes zijn al twee jaar op weg met de implementatie en uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Ze hebben flink wat ervaring met de invoering van de WMO regelgeving opgedaan en zijn druk doende om verbetermaatregelen door te voeren. Wat blijkt is dat gemeentes moeite hebben om de WMO-keten in de grip te krijgen. Zo zijn er gemeentes die halverwege het jaar aangeven dat het geld op is en zijn er aan de andere kant gemeentes die te maken hebben met onderuitputting van hun budget.
Hoe zorgen gemeentes dat ze meer grip krijgen op hun financiële sturing? Welke varianten zien we in de praktijk? En wat kunnen gemeentes leren van de ervaringen van andere grote ketensturingsprojecten? We geven 4 principes mee die door toepassing veel ellende bij burgers kan voorkomen en die kunnen helpen de WMO-keten beheerst en voorspelbaar uit te voeren. Financiële sturing van de WMO-keten in de praktijk Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor de ‘financiële sturing’ en proberen gemeentes de voorziening toegankelijker te maken en beter te beheersen. Met name het beheersen van de kwaliteit van de zorg die geboden wordt, is een uitdaging waar gemeentes niet altijd een passend antwoord op hebben. Ook het creëren van één loket en geïntegreerde zorg vraagt veel inspanning van gemeentes en de uiteindelijke zorgaanbieders. Bij onze gang langs de diverse grotere gemeentes treffen wij een aantal varianten aan en alles daar tussen in:"*" geeft vereiste velden aan