De afgelopen maanden laten zich kenmerken door grote onzekerheid, onrust en verdriet. Met ongekende maatregelen heeft de overheid geprobeerd om de aard en impact van de COVID-19-pandemie te beteugelen en tegelijkertijd te zorgen voor zorg op allerlei terreinen.
Door: Jan Jonker
We zijn ons – hopelijk – weer bewust geworden van de kwetsbaarheid van ons sociaal, economische en ecologische systeem. De crisis laat ook zien hoe ongelofelijk afhankelijk we van elkaar zijn, wat we als samenleving kunnen dragen en waarvoor we willen betalen.
Voeg daaraan toe de ecologische uitholling, structurele vervuiling en onacceptabele sociale ongelijkheid en het wordt helder dat we onverbiddelijk een aantal weeffouten in onze samenleving hebben.
We staan – misschien wel ongewild – op een kruispunt. Laten we dat moment vooral niet onbenut voorbij laten gaan. Niet terug naar ‘economy as usual’, maar een nieuwe route kiezen op weg naar een economie waarin onze prachtige planeet en moedige mensen gezond en houdbaar samen kunnen leven.
Vanuit een organisatiekundig en bedrijfskundig perspectief kijk ik naar die opgave. Welke fundamentele veranderingen, welke transities, kunnen in het komende decennium bijdragen aan een duurzame en menswaardige maatschappij én een economie die dat faciliteert?
Collectieve waardecreatie
In de achterliggende anderhalve eeuw hebben we het organiseren meer en meer ondergebracht bij organisaties en hen steeds meer autonomie gegeven in juridisch en fiscaal opzicht. Daardoor is een identiteit ontstaan alsof sprake is van organisaties als ‘levende entiteiten’, en tegelijkertijd ook alsof we niet zonder kunnen.
Organiseren is versmald tot ééndimensionele waardecreatie. Het streven naar evenwichtig behoud van kapitalen heeft plaatsgemaakt voor ongecontroleerde en ongebreidelde meer-dimensionele destructie, ten faveure van geldelijk gewin voor enkele aandeelhouders. Destructie, vervuiling en uitputten zijn kosten die legaal afgewenteld worden op ‘de maatschappij’, wereldwijd, met alle gevolgen van dien.
Anders gaan denken over organiseren is essentieel om deze eenzijdige waardecreatie op te lossen. Als organisaties in het leven geroepen zijn om waarde te creëren, dan is het zaak de waarden die ertoe doen weer centraal te stellen in dat organiseren.
Duurzaamheid als collectieve opgave
We moeten werken aan een ander perspectief. Echte integrale verduurzaming is een onmogelijke opgave voor een enkele, individuele onderneming; dat kan alleen collectief, als sector, als configuratie van instituties. Het creëren van duurzaamheid moet een collectieve opgave zijn, net zoals het bestrijden van een pandemie.
Het huidige, leidende organisatie-centrisch perspectief, maakt dan plaats voor een collectief perspectief van meerdere organisaties. Kern daarvan is het organiseren van een samenhangende en evenwichtige configuratie, een ecologie, van organisaties.
Dat impliceert dat organisaties toegroeien naar het georganiseerd met elkaar samenwerken om collectief en ten gunste van elkaar duurzaamheid te realiseren.
Transities adresseren vereist een centrale rol van overheden. We moeten toe naar een doortastende overheid (zonder dat sprake is van totalitair doorschieten) die de maatregelen die we als burger willen maar als consument niet toejuichen, door te voeren.
Recent heeft de overheid laten zien dat ook te kunnen. De vraag om transities te regisseren kan niet aan het bedrijfsleven overgelaten worden, hoe belangrijk hun rol en bijdrage ook is.
Transitiemechanismen
Het voorstel is om in te zetten op een combinatie van de volgde zeven transitiemechanismen gedurende het komende decennium:
- Verschuif het belasten van arbeid naar het belasten van gebruik van grondstof en uitstoot (en bouw tegelijkertijd de fiscale bevoorrechting van de fossiele industrie af).
- Realiseer een herziening van het fiscale systeem met het oog op waardebehoud (en niet op basis van afschrijving) en verdisconteer de waarde(n) van sociaal en ecologisch kapitaal in accounting principes en regels.
- Werk in dit decennium toe naar echte prijzen op basis van het verdisconteren van integrale kosten (zoals CO2, stikstof, toxiciteit of leefbaar loon).
- Geef meer ruimte voor het organiseren van de commons als eigendoms- en organisatievorm door burgers samen met bedrijven.
- Maak producenten verantwoordelijk voor de gehele functionele levenscyclus van hun product (hierdoor ontstaat een Extended Producer Life-cycle Responsability, LCA & EPR).
- Belast vermogen, niet arbeid en nivelleer economische ongelijkheid door hogere vermogensaanwasbelasting (generationele solidariteit).(Investeer in het uitfaseren en stoppen (managed decline) van bedrijven die niet bijdragen aan maatschappelijke waarden door beprijzen, belasten gecombineerd met wet- en regelgeving.
De voorgestelde transitie leidt tot een verschuiving van verhoudingen tussen burgers, bedrijven en overheid. Dat vormgeven en institutionaliseren vraagt om leiderschap. Leiderschap is verantwoording nemen voor de vormgeving van een collectieve toekomst. Dat geldt voor de overheid, voor bedrijven en voor burgers.
We moeten kunnen rekenen op leiderschap vanuit de overheid, stabiel en consequent. Onverdroten toewerken naar een stip op de horizon door opeenvolgende regeringen, ongeacht politieke kleur.
Tegelijkertijd is ook mentale heroriëntatie gewenst, want om effectief om te gaan met de veranderingen moeten we misschien wel leren om de maakbaarheid van de maatschappij met meer bescheidenheid tegemoet te treden. In het vormgeven en ontwikkelen van die toekomst zijn immers geen gemakkelijke oplossingen, zijn geen blauwdrukken met gegarandeerde uitkomst: transities zijn lastig, complex, onzeker, ongemakkelijk en pijnlijk.
Wat we gaandeweg moeten doen leidt tot een proces van prutsen en proberen, met vallen en opstaan. Bij dat alles geldt dat wij mensen passanten zijn en blijven op deze aarde. De aarde moeten we met de groots mogelijke zorg koesteren, restaureren en beheren, zodanig dat de generaties na ons kunnen leven en liefhebben.
Op 1 september spreekt Jan Jonker, Hoogleraar Duurzaam Ondernemen, Nijmegen School of Management, de Duurzame Troonrede uit. De Troonrede vindt plaats in Den Haag en zal via een livestream te volgen zijn.