Het doel van teamcoaching is een effectief team vormen. Een team dat optimaal samenwerkt in en buiten het team, waardoor het de teamdoelen beter kan behalen.
Criteria van Woodcock
Aan de hand van negen criteria die Woodcock (1992) hanteert, kun je bepalen of je een effectief team hebt gerealiseerd:
- Het team heeft duidelijke doelstellingen die alle teamleden kennen en waaronder alle teamleden hetzelfde verstaan.
- Er heerst openheid in het team. En als er tegengestelde meningen zijn, kunnen de teamleden die uiten. Gesprekken over het werk zijn hetzelfde binnen en buiten het team.
- De teamleden steunen en vertrouwen elkaar.
- Het team werkt goed samen en ziet conflicten niet noodzakelijk als iets negatiefs. Integendeel: het team gebruikt het kunnen omgaan met verschillen tussen teamleden als winstpunt om daarmee de doelstellingen te bereiken.
- Het team past degelijke procedures toe voor de werkmethode en het nemen van beslissingen, als middel om tot goede resultaten te komen.
- Het leiderschap is aangepast aan de behoeften van het team (situationeel leiderschap).
- Er is regelmatig overleg over het teamfunctioneren.
- De teamontwikkeling staat de individuele ontwikkeling van de teamleden niet in de weg.
- Het team heeft goede relaties met andere teams van andere afdelingen.
De rol van de teamcoach
Welke rol speelt een teamcoach hierin? Een teamcoach bereikt dit door:
- te kijken naar het team als systeem;
- een groep in een volgende fase van teamontwikkeling te krijgen;
- het team gezamenlijke, gewenste ervaringen te laten opdoen;
- de teamleden zicht te geven op wat er gebeurt in de communicatie (hier en nu) en verantwoordelijk te houden of te maken voor hun eigen aandeel in de communicatie (eigenaarschap);
- te zorgen dat de groepsleden afstemming en openheid waarderen als middel om te komen tot een beter resultaat (www.teaminbeeld.nl).
Teamcoaching zoomt in op de onderlinge interactie, de patronen waarmee de teamleden op elkaar reageren en die niet altijd even effectief zijn. Door de patronen te benoemen en ter discussie te stellen, is het mogelijk andere interactiepatronen op gang te brengen en daarmee betere resultaten te behalen (Bennis, 1987).
Bron: Kookboek voor teams
Door: Esther de Haan