‘Het is een gekkenhuis op het werk.’ Hoe vaak heb je dat gehoord? Of gezegd? Waarschijnlijk te vaak. Voor velen is ‘gekkenhuis’ normaal geworden, maar waarom?
Het gaat vooral om de overkill aan fysieke en virtuele afleidingen die van je werkdag een reeks vluchtige momenten maakt waarop je écht kan werken. Daarbovenop is er een teneur van te veel samenwerkingsverbanden en een ongezonde obsessie met onrealistische groeiverwachtingen, waarmee je alle ingrediënten hebt voor een hectische chaos op het werk.
Het is dus niet zo gek dat mensen langer werken, vroeger beginnen, later eindigen, weekenden doorhalen of wanneer ze maar een momentje tijd over hebben. Je krijgt je werk niet meer op je werk gedaan. Werk snoept tijd af van je leven en je leven bestaat uit de restjes tijd die je niet aan je werk besteedt. Dat is niet oké, dat is onacceptabel. Maar soms is het nog erger. Lange werkdagen, druk zijn en een slaaptekort zijn voor veel mensen iets om na te streven. Maar uitputting over een lange periode is geen ereteken, het is een teken van stompzinnigheid. Bedrijven veroordelen op die manier hun medewerkers tot een stressvol leven. En dat geldt niet alleen voor organisaties. ZZP’ers branden zichzelf op diezelfde manier op. Je zou denken dat alle extra uren die medewerkers werken en alle beloften die worden gedaan over de ontwikkelingen in de technologie, de werkdruk doen afnemen. Maar dat is niet zo, integendeel. Er is niet meer werk dat gedaan moet worden, maar het probleem is dat er nauwelijks nog tijd is. De onafgebroken en gefocuste werkuren om het werk te doen. Meer werken om minder gedaan te krijgen? Dat lijkt niet te kloppen, maar het is wel zo. We verspillen het grootste deel van onze tijd aan zaken die er niet toe doen. Veel bedrijven lijken daar heel goed in te zijn, verspilling. Verspilling van tijd, van aandacht, van geld, van energie. Van de werkweken van 40, 60 of zelfs 80 uur die er van ons worden verwacht, hoeveel uur wordt echt aan het werk zelf besteed? En hoeveel tijd gooien we weg in overleggen, in afleidingen of in nutteloze bedrijfsactiviteiten? Het leeuwendeel. Het antwoord zit hem niet in meer uren, maar in minder bullshit. Minder verspilling in plaats van meer productie. En minder dingen die alleen maar zorgen voor afleiding, paniek en stress. Stress is een besmetting dat van bedrijf op werknemer wordt overgegeven, van werknemer op werknemer en ten slotte van werknemer op klant. En het is immuun voor traditionele behandelingen, het oude medicijn maakt het alleen maar erger. Daarnaast kan stress niet worden ingekapseld. Het stopt niet als je je kantoor verlaat, het loopt over in je leven, beïnvloedt je relaties met je vrienden, familie en kinderen. En de beloften blijven komen, meer slimme timemanagementtrucs, meer manieren om te communiceren, meer informatie op diverse platformen op verschillende locaties. Er wordt je meer en meer gevraagd om aandacht te schenken aan steeds meer conversaties op je werk. Sneller en sneller, maar waarom? Wondermiddelen links en rechts, allemaal bedrog. On-demand is handig voor films, televisieprogramma’s en podcasts, maar niet voor jezelf. Jouw tijd is geen aflevering die iemand op zaterdagavond om tien uur kan starten, of een serie losse gesprekken van een minuut die je de hele dag simultaan zou moeten volgen. Als het de hele dag hectisch is op je werk, hebben wij twee woorden voor je: fuck that. En nog vijf: tijd om daarmee te stoppen. De basis van deze hectiek is een ongezonde obsessie met onrealistische groeiverwachtingen. Torenhoge en onrealistische verwachtingen duwen mensen alleen maar naar beneden. Het is hoog tijd dat bedrijven stoppen met de verwachting dat hun mensen moeiteloos steeds hogere en gekunstelde doelen nastreven, die worden gesteld door ego in plaats van noodzaak. Het is tijd om te stoppen om deze manier van werken te verheerlijken. De afgelopen achttien jaar hebben we gewerkt om van Basecamp een kalme organisatie te maken. Een organisatie die niet drijft op stress, of zo spoedig mogelijk, of haasten, of tot laat in de nacht, of onmogelijke beloftes, of hoog rendement, of te veel samenwerkingsverbanden, of deadlines die standaard overschreden worden, of projecten die nooit lijken te eindigen, of verkeerde aannames, of een systemische en geïnstitutionaliseerde bezorgdheid. Geen groei tegen elke prijs, geen besluitvorming op basis van ego, niet doen wat iedereen doet. En toch zijn we vanaf het begin elk jaar winstgevend. We hebben ons bedrijf met opzet klein gehouden want volgens ons is klein de sleutel tot kalm. Als techbedrijf zouden we het Silicon Valley-pokerspel moeten meespelen, maar we zitten daar heerlijk ver vandaan in Chicago en hebben medewerkers wereldwijd in dertig verschillende steden. We werken allemaal het hele jaar ongeveer veertig uur per week, en in de zomer 32 uur. We sturen mensen elke drie jaar op een sabbatical van een maand. We betalen niet alleen de vakantieuren, we betalen ook voor de vakantie zelf. Het hoeft niet om negen uur op woensdagavond, het kan ook om negen uur op donderdagochtend. Het hoeft niet op zondag, het kan ook maandag. Als je ons kantoor binnenloopt, voelt het meer als een bibliotheek dan een chaotische keuken. Lawaai en beweging zijn geen tekenen van activiteit en vooruitgang, het zijn vooral tekenen van lawaai en beweging. We zitten in een van de meeste competitieve sectoren van de wereld. Een sector die wordt gedomineerd door reuzen en een constante stroom aan startups die voor honderden miljoenen door investeerders worden gefinancierd. Wij hebben ervoor gekozen om nul dollar aan te nemen van investeerders. Waar komt ons geld dan vandaan? Van onze klanten, zij kopen wat wij aanbieden en we behandelen hen buitengewoon goed. Noem ons maar ouderwets. Onze secundaire arbeidsvoorwaarden zorgen ervoor dat onze mensen het kantoor uitkomen, niet dat ze er langer blijven. Vers fruit en groenten worden bij de medewerkers thuis bezorgd, niet in de keuken op het werk. Wil je in je eigen tijd gitaar leren spelen? Dat ondersteunen we van harte en we betalen het ook. We betalen voor een massage, maar de masseuse komt niet op kantoor. Een uurtje ontspannen om daarna weer krampachtig achter je bureau te gaan zitten is valse ontspanning. Geen signalen die ‘hier blijven’ communiceren. Het gaat om het realiseren van een redelijke werkdag, waarin je ook naar huis gaat en je leven leidt. Zijn er soms stressvolle momenten? Zeker, zo is het leven. Is elke dag een feestje? Natuurlijk niet, we zouden liegen als we dat zouden zeggen. Maar we doen ons best om ervoor te zorgen dat dat uitzonderingen zijn. Over het algemeen zijn we kalm, als bewuste keuze en als uitgangspunt. We doen dat expres en maken andere keuzes dan de rest.
We hebben ons bedrijf anders ingericht. In Het hoeft niet zo hectisch te zijn op het werk vertellen we erover en laten we je zien hoe jij dat ook kan doen. Er is een weg en je moet het willen, maar als je het wilt zal je inzien dat het op deze manier veel fijner is. Jij kan ook een kalme organisatie hebben. Het boek legt de vinger op de kwalen waar de huidige werkomgeving en werkmethoden door geplaagd worden. Het ontmaskert valse remedies en ontkracht de tijdverslindende rituelen die de manier waarop mensen tegenwoordig werken inefficiënt maakt. We hebben een recept om dat beter te doen.
Chaos zou niet de natuurlijke staat van het werk moeten zijn. Onrust is geen voorwaarde voor vooruitgang. De hele dag vergaderingen bijwonen is geen vereiste voor succes. Dat zijn allemaal de excessen van werk, bijwerkingen van oude modellen, kuddegedrag en worst practices. Tijd om dat anders te doen.
- Kalm is winstgevend
- Kalm beschermt de tijd en aandacht van je mensen
- Kalm gaat over redelijke verwachtingen
- Kalm is maximaal veertig uur per week
- Kalm is voldoende vrije tijd
- Kalm is kleiner
- Kalm heeft een zichtbare horizon
- Kalm heeft vergaderingen als laatste redmiddel
- Kalm is contextuele communicatie
- Kalm is asynchroon eerst en real-time als tweede
- Kalm is meer onafhankelijkheid en minder onderlinge afhankelijkheid
- Kalm gaat over duurzame praktijken die voor de lange termijn werken