Organisaties moeten meer samenwerken met andere partijen, in innovatieve ecosystemen. Dat bepleit wetenschapper, commissaris en adviseur Annemieke Roobeek.
Annemieke Roobeek is ervan overtuigd dat organisaties in de huidige tijd van disruptieve veranderingen op andere, innovatieve organiseerprincipes moeten overstappen. Principes waarin het samenwerken met ketenpartners, overheden, consultants, universiteiten en (zelfs ook) concurrenten, de leidraad is.
Netwerkend werken
Ze noemt dat ‘netwerkend werken’, het zorgt voor meer innovatie, meer toegevoegde waarde en meer plezier in het werk. Roobeek: ‘Door uiteenlopende partijen bij elkaar te zetten, in al hun diversiteit en interdisciplinariteit te laten samenwerken en onderling kennis te laten delen, ontstaat eerder innovatie en meer collectieve intelligentie. Binnen zo’n ecosysteem benut je immers een groter oplossend vermogen.’
Hoe kun je netwerkend werken vanuit kwaliteitsmanagement het beste organiseren?
Roobeek geeft één van de colleges tijdens de Collegereeks Kwaliteitsmanagement. Ze wil in haar presentatie aangeven hoe je netwerkend werken het beste kunt organiseren, met name vanuit kwaliteitsmanagement. Hoe je medewerkers die gewend zijn aan werken volgens hun functieomschrijving, omturnt om (ook) te kunnen werken in nieuwe rollen en te groeien in andere competenties. Want dat heb je zeker nodig als je deelneemt aan een ecosysteem met andere organisaties.
Het belang van aanjagers
Een van de cruciale zaken bij het werken in ecosystemen zijn de aanjagers, de mensen die niet alleen ecosystemen opzetten maar ook het overzicht hebben in wat er binnen verschillende projecten gaande is. Roobeek noemt hen ‘webbers’: ‘Dit zijn mensen die overal de verbindingen zien en ook verbindingen tussen partijen en ecosystemen weten te leggen. Dat onderscheidt hen dan ook van de traditionele projectmanager. Het kan iedere functionaris zijn, dus zeker ook de kwaliteitsmanager.’
Webbers
Webbers zien overal de verbindingen, dat onderscheidt hen van de traditionele projectmanager. Het kan iedere functionaris zijn, dus zeker ook de kwaliteitsmanager.
Deze aanjagers hebben de vaardigheid te werken als een horizontale netwerkleider, die strategisch kan denken, die niet kijkt naar de problemen van nu of gisteren, maar naar de issues van morgen. Webbers weten empathisch om te gaan met anderen, zijn uitnodigend, maar weten ook knopen door te hakken en beslissingen te nemen. Ze prefereren de dialoog boven de discussie. Zoeken naar het gemeenschappelijke van de deelnemers, niet naar hetgeen hen van elkaar scheidt.’
Samen met de concurrent
Veel bedrijven hebben last van puur kortetermijndenken, stelt Roobeek. ‘Dat belemmert de samenwerking en de totstandkoming van innovatie. En je komt niet tot een goede strategie. Binnen een ecosysteem is het zaak om duidelijk te formuleren wat het vraagstuk is waar het omgaat, en wat het gezamenlijke doel is dat de samenwerkende partijen bindt. Vervolgens bepaal je waarom en met wie je wanneer waaraan gaat werken. Daarmee voorkom je dat het ecosysteem verwordt tot een soort praatclub, die niet tot concrete resultaten komt.’
Ze noemt als voorbeeld de banken die na iedere ddos-aanval snel contact met elkaar opnemen om ervaringen en tips uit te wisselen. ‘Samen sta je sterker. Een jaar of acht geleden was dat ondenkbaar.
Het ecosysteem is eindig
Het werken in ecosystemen doet enigszins denken aan het werken volgens de principes van Strategisch Omgevingsmanagement. Zo werkte het Rotterdamse Havenbedrijf bij de ontwikkeling van de tweede Maasvlakte, begin deze eeuw, erg nauw samen met een groot aantal belanghebbenden, waaronder klanten, toeleveranciers, omwonenden, overheden en milieuorganisaties.
Roobeek wijst op de verschillen: ‘Bij dergelijk strategisch omgevingsmanagement wordt enorm veel gepolderd. Iedereen moet aan tafel en zijn stem kunnen laten horen. Bij het werken in ecosystemen analyseer je van tevoren heel grondig voor welke partijen het betreffende vraagstuk relevant is, en welke partijen bereid zijn om mee te investeren, in termen van kennis, tijd en geld. Je kunt beter wat minder partijen erbij betrekken, die ook echt relevant zijn. Die hebben meestal geen tijd en geld om eindeloos te gaan polderen.
Bij het werken in ecosystemen analyseer je van tevoren heel grondig voor welke partijen het betreffende vraagstuk relevant is, en welke partijen bereid zijn om mee te investeren, in termen van kennis, tijd en geld.
Dat is juist het goede van een netwerk c.q. een ecosysteem: het is eindig. Prima. Je wilt geen instituties bouwen, maar waarde creëren vanuit een levendig, dynamisch netwerk.’
Van ego naar eco
Roobeek steekt haar enthousiasme voor het werken in ecosystemen niet onder stoelen of banken: ‘Ik heb al zo vaak ecosystemen opgezet, begeleid en erin meegewerkt, ik zie altijd dat mensen in zo’n setting veel van elkaar leren en hun werk leuker en interessanter gaan vinden. Logisch, want het is heel aanstekelijk om te zien dat je concreet bijdraagt aan innovatie. Het is nou eenmaal zo dat organisaties die goed samenwerken, uiteindelijk succesvoller zijn en hun medewerkers de kans bieden zich in hun ontwikkeling te verrijken.’ Het motto van Roobeek is dan ook: stap af van de ego’s en omarm de eco’s.
Annemieke Roobeek is hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement aan Nyenrode Business Universiteit. Zij is oprichter van netwerkorganisatie MeetingMoreMinds en medeoprichter van XL-Labs, gespecialiseerd in het ontwerpen en invulling geven aan ecosystemen met zeer uiteenlopende bedrijven. Roobeek is sinds midden jaren negentig actief als commissaris (op dit moment van onder meer KLM en ABN Amro), bestuurder en adviseur. Volgens het jaarlijkse onderzoek van de Volkskrant behoort ze tot de 200 meest invloedrijke Nederlanders.
Annemieke Robeek verzorgt één van de zes college’s in de Collegereeks KwaliteitsmanagementÂ
en is één van de sprekers tijdens de Masterclassreeks Netwerkleiderschap.