Japan is de derde economie van de wereld. Ondertussen wordt het Japanse management – ooit bewonderd – vaak weggezet als achterhaald. De realiteit is dat de Japanse stijl van managen nog steeds belangrijke pluspunten heeft.
Wat zijn de voor- en nadelen van de Japanse managementstijl?
Freelance journalist Bobbie van der List sprak onder meer met Parissa Haghirian, hoogleraar management aan de Sophia University in Tokio. Zij wijst erop dat vooral het Japanse productiemanagement altijd werd bewonderd vanuit het Westen: ‘Het is een succesvolle aanpak voor als je iets gaat produceren. Op deze manier werd Japan groot in de jaren tachtig, Japanse bedrijven waren geweldig – en zijn dat nog steeds – in kosteneffectief produceren.’
Maar na de Japanse recessie van de jaren negentig sloeg de stemming om en deugde er plotseling niets meer van het Japanse management. Ten onrechte.
Bewaker van stabiliteit
De Japanse manager is boven alles een bewaker van de stabiliteit. Haghirian: ‘Het belangrijkste voor een Japanse manager is het beschermen van zijn werknemers. Vanuit het perspectief van de werkgever is dat niet altijd een even makkelijk gegeven, maar over het algemeen is het belangrijk dat een bedrijf een stabiele en betrouwbare eenheid blijft.’
De Japanse manager is boven alles een bewaker van de stabiliteit.
De nadruk ligt op continuïteit, wat gunstig kan zijn voor organisaties: ‘De voordelen zijn dat mensen meer ontspannen zijn op het werk: er is minder angst dat zij hun baan verliezen. Hierdoor kunnen zij zich gemakkelijker focussen op het werk, vooral op langetermijnprocessen die een lange adem vereisen.’
Radicale maatregelen? Niet aan de orde
Maar er zijn ook nadelen: voor Japanse managers is het lastiger om radicale maatregelen te nemen en rigoureuze veranderingen door te voeren. ‘Westerse bedrijven stellen gewoon een nieuwe manager aan en die voert onmiddellijk veranderingen door. Dat is in Japan bijna niet mogelijk.’
Beslissen op basis van consensus: ringi
Het nemen van beslissingen is in Japan sterk gebaseerd op consensus. Het concept ringi houdt in dat iedereen die direct of indirect de impact van een besluit voelt zijn zegje mag doen.
Haghirian: ‘Het is een stukje papier waarop iedereen wat schrijft, je verandert het document continu totdat iedereen akkoord is. Het is een circulair proces waarin iedereen gehoord wordt. Uiteindelijk komen ze dan vaak tot een conclusie die voor de meerderheid acceptabel is.
Ringi is vooral een manier om ervoor te zorgen dat relaties goed blijven tussen medewerkers – een cruciaal element, ook voor westerse ondernemingen.
Let wel: het is niet een uniforme conclusie. In het Westen wordt dit altijd uitgelegd alsof Japanners het altijd met elkaar eens zijn, maar dat is niet waar.’ Ringi is vooral een manier om ervoor te zorgen dat relaties goed blijven tussen medewerkers – een cruciaal element voor ook westerse ondernemingen.
Westerse en Japanse stijl combineren
Dus: welke managementstijl is beter?
‘Dat hangt af van het managementprobleem en welk type beslissing daarbij past. Je hebt managementuitdagingen waarbij het goed is om snel en radicaal te handelen. Individueel leiderschap laat een snelle reactie toe.
Maar het is ook risicovoller. Als je besluiten moet nemen over hoe we samenleven, communiceren, de komende 20 jaar gaan aanpakken, dan is het beter om iedereen erbij te betrekken.’
Een goede internationale manager hanteert beide managementstijlen.
Kortom: de westerse stijl werkt goed als er verandering of crisismanagement nodig is.
Het Japanse systeem werkt goed voor stabiele, harmonieuze omstandigheden.
Haghirian: ‘Een goede internationale manager kan beide oplossingen bieden.’
Bron: Management Executive, 2016 nr. 2
Lees ook: Het Japanse ShuHaRi-leersysteem: leider worden en anderen leider maken