Het is een oude veronderstelling dat de mens naar geluk streeft (Augustinus, 1924, tiende boek, XX; Epicurus, 1995, p. 44; Seneca, 1979, p. 41). De ideeën over het menselijke geluk lopen echter net zo uiteen als de antwoorden op de vraag wie de mens is. Geluk is – volgens de oude denkers (zoals Socrates, Plato, Aristoteles, Epicurus) en de Stoa – niet slechts het tijdelijke gevoel van welbehagen dat men ervaart bij prestaties, zoals bij het succesvol binnenhalen en afronden van een project. Toch zou het bestuurs- en bedrijfsleven een bijdrage aan de volheid des levens van betrokkenen kunnen leveren, als de doelstellingen en de wegen er naartoe bepaald worden door ‘heilzame’ overwegingen en besluiten.
Deze volwaardige besluiten, zo luidt het betoog van deze bijdrage, worden mogelijk gemaakt door de heelheid van de ziel ofwel door integriteit. Tegelijkertijd wordt de heelheid van de ziel van oudsher gezien als de voorwaarde voor persoonlijk geluk. Geluk en integriteit zijn, volgens deze gedachtegang, dus onafscheidbaar. Integriteit of de heelheid van de ziel doelt op de ordening van vitale krachten, intellectuele vermogens en drijfveren, maar ook op de juiste prioritering van belangen, belangstellingen of gehechtheden. In verscheidene westerse intellectuele tradities is het gangbaar om de rede als de beslissende factor in de bovengenoemde karaktervorming aan te wijzen. Er zal in dit betoog enigszins afgeweken worden van deze tradities, door de liefde als voorafgaand aan de rede te beschouwen. Het is niet mijn bedoeling om de rede en de liefde tegen elkaar uit te spelen, maar om de idee dat de liefde, bij wijze van spreken, de rede ‘aanstuurt’ uit te werken. Dit betekent ook dat de rede geen neutraal instrument is, maar verblind of verward kan raken, met als gevolg onverstandige besluiten en inhumane toestanden in extreme gevallen. De vraag die ik mijzelf en de lezer voorleg in het vervolg van dit artikel luidt als volgt: hoe bereiken en behouden wij onze integriteit, gegeven onze werk- en leefomstandigheden? In de eerste paragraaf wordt het begrip geluk toegelicht. Daarna wordt aandacht besteed aan wat hedendaagse denkers als ongrijpbaar geluk aanduiden. Vervolgens belicht ik de idee van de liefde als oermotief. Door: Roshnee Ossewaarde-Lowtoo Bron: Management en Organisatie Eerdere relevante berichten: