In veel Nederlandse zorginstellingen ligt een schat aan waardevolle kennis en ervaring om de zorg op effectieve wijze te verbeteren. Zorginstellingen willen wel van elkaar leren maar daadwerkelijke uitwisseling van kwaliteitsbeleid vindt in beperkte mate plaats.
Deze uitwisseling is niet eenvoudig, maar zeer waardevol om een versnelling in kwaliteitsverbetering tot stand te brengen. Het is immers niet noodzakelijk om het wiel voortdurend zelf uit te vinden. Op welke wijze dient een dergelijke uitwisseling gestalte te krijgen? Wat zijn succesfactoren en welke factoren belemmeren de uitwisseling? Bij de uitvoering van het programma ‘Verbeteren van kwaliteit’ stonden deze vragen centraal. Dit artikel gaat in op de randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan en formuleren praktische aanbevelingen voor toekomstige uitwisselingsprogramma’s.
Naar leernetwerken van zorginstellingen
De acht universitaire medische centra (Umc’s) in Nederland zijn verenigd in de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU). De NFU wil een nadrukkelijke en innoverende rol spelen op het gebied van kwaliteitsverbetering binnen de ziekenhuiszorg. Met de oprichting van het consortium Kwaliteit van Zorg geeft de NFU deze ambitie gestalte. Binnen het NFU-consortium Kwaliteit van Zorg werken de Umc’s gezamenlijk aan de verbetering van de veiligheid, patiëntgerichtheid en doelmatigheid van integrale zorg in ziekenhuizen. Bij het programma ‘Verbeteren van kwaliteit’ staat de uitwisseling van ervaring en bundeling van expertise centraal. Er wordt samengewerkt aan de verspreiding van verbeterinitiatieven en het genereren van kennis over (voorwaarden voor) succesvolle kwaliteitsverbetering in de Umc’s en andere ziekenhuizen. Het programma werd uitgevoerd in de periode april 2012- juni 2015.
Drie inhoudelijke thema’s
Onderwerpen voor uitwisseling zijn door de Umc’s geselecteerd op basis van maatschappelijke relevantie en de aanwezigheid van goede praktijkvoorbeelden (best practices) in de Umc’s. De geselecteerde thema’s waren: medicatieveiligheid, perioperatieve zorg en interne audits. Voor elk inhoudelijk thema werd een themaprojectgroep opgericht, bestaande uit: lokale experts uit alle Umc’s, de centrale projectleider van het programma ‘Verbeteren van kwaliteit’, een voorzitter met nhoudsdeskundigheid, een afgevaardigde van het NFU-consortium Kwaliteit van Zorg en een implementatiedeskundige. Het doel was om op de genoemde thema’s te verbeteren, onder andere door gebruik te maken van de best practices. Op basis hiervan werd een plan van aanpak geformuleerd bestaande uit vijf fasen: 1) probleemverkenning en aanbrengen focus; 2) analyse huidige situatie; 3) ontwikkeling van veranderstrategieën; 4) uitvoering en evaluatie; 5) verspreiding resultaten.
Evaluatie
Om optimaal te leren van het gezamenlijk werken aan een kwaliteitsverbetering is het programma in samenwerking met het NIVEL uitgebreid geëvalueerd, zowel op projectgroep niveau (de huidige studie) als op consortium niveau (Schilp & Rademakers, 2015). Onderzocht werd:
■ In welke mate expertise, ervaring en implementatiekennis tussen de Umc’s is uitgewisseld.
■ In hoeverre (kwaliteits)beleid in de Umc’s voortvloeiend uit de doelstellingen van de drie themaprojectgroepen is geformuleerd.
■ In welke mate verbeterprojecten in de dagelijkse praktijk op de drie thema’s door zorg- of andere professionals zijn geïmplementeerd.
Lees het volledige artikel in KiZ nr. 2 2016, of download de pdf.