Circulair Organiseren: value for many (9)
De belofte van de circulaire economie vraagt om het uitwerken van omvangrijke organisatiekundige én veranderkundige vragen die implementatie met zich meebrengt. We zitten nog hoofdzakelijk in de experimenteerfase van de circulaire economie. Wat moeten we maatschappelijk georganiseerd zien te krijgen om verder te komen? De vijf grote uitdagingen waar we voor staan.
Organiseren als gezamenlijke opgave
In de circulaire economie is samen organiseren de sleutel. Dat begint bij samenwerking in de bedrijfsketen om kringlopen te sluiten: de grondstofleverancier is steeds vaker afhankelijk van andere partijen om van afval grondstoffen te maken. De producent moet zijn product zo ontwerpen dat dit product lang mee kan gaan, gemakkelijk te demonteren is en zoveel mogelijk hernieuwbare onderdelen heeft. Dat betekent ook dat die onderdelen geleverd of gemaakt moeten worden vanuit die ontwerpfilosofie. Er zit echter een dilemma in die onderlinge afhankelijkheid: de keten is zo sterk als de zwakste schakel. Hoe zorgen we ervoor dat die zwakke schakel niet de keten onderbreekt? Hoe organiseren we voor verantwoordelijkheid als een gezamenlijke opgave? Een governance vraagstuk waar antwoorden en concepten voor moeten komen, wil een circulaire economie meer zijn dan een uitdagende visie.
Organiseren van toegang
In de circulaire economie gaat het om gebruik, niet om bezit. Voor veel zaken wordt dat steeds gemakkelijker: slaapdiensten in plaats van een bed, licht kopen in plaats van lampen, (af-)wasbeurten in plaats van een wasmachine et cetera. Sociale en digitale media (Internet of Things) stimuleren deze ontwikkeling.
Maar hebben we dan bijna niets meer? Geven we alleen nog maar gebruiksbonnen cadeau? Dat is utopisch. Spullen – of het nu mode, auto’s, of schoenen zijn – blijven gekocht worden. Niet in de laatste plaats omdat deze met emoties verbonden zijn. Maar alles wat een ‘commodity’ is, zal steeds vaker geleend of gehuurd worden.
Steeds minder zelf hebben kan alleen als we verzekerd zijn van toegang. Het borgen van die toegang wordt al snel een governance én een democratie vraag. Want mensen die die toegang niet begrijpen of kunnen betalen, zullen worden buitengesloten. Een lastige opgave.
Organiseren van de leefomgeving
In de circulaire samenleving bezitten we niet alleen vrij weinig, hoe we leven, wonen en ons vervoeren is steeds vaker biobased en hernieuwbaar. Huizen die we (nieuw) bouwen zijn energieneutraal en gebouwd met zo min mogelijk fossiele ingrediënten. Maar circulair bouwen is maar het begin. Circulair wonen betekent dat alle afval van een huishouden grondstof is. Maar circulair wonen betekent ook dat het eind van de levensduur van een product niet het einde is van de levensduur van het materiaal waarmee is gebouwd. Een circulaire infrastructuur is bij al deze ontwikkelingen een belangrijke voorwaarde. Dit betekent grote investeringen. Dat gaat niet vanzelf. Iemand moet dit gaan betalen. Gevestigde belangen zullen dit zeker proberen tegen te houden. Maar voor een circulaire economie is ook een circulaire leefomgeving nodig.
Organiseren van een circulaire arbeidsmarkt
Doordat producten langer meegaan, is maken minder belangrijk. Werk verschuift naar onderhoud en reparatie. Maar werk verschuift ook van het delven van fossiele grondstoffen naar het delven van hernieuwbare grondstoffen: van ‘virgin’ mijnbouw naar stadsmijnbouw, van olieraffinage naar slimme systemen om grondstoffen gemakkelijk in circulatie te houden. Dit betekent voor veel mensen ander werk. Minder productie, meer reparatie. Meer dienstverlenende beroepen en minder maakwerk. Dat betekent werk waarbij het behoud van waarde centraal staat. De circulaire arbeidsmarkt zal gaan bestaan uit steeds meer ‘werkstandigen’. Daarbij soms in dienst van een bedrijf, soms dienstverlenend in een circulaire keten als parttime zelfstandige. Kunnen we dat? Dit betekent een transformatie op de arbeidsmarkt. Hoe kan een arbeidsmarkt, en dus de mensen, zich daar op voorbereiden?
Organiseren van de circulaire overheid
De overheid is de facilitator van de circulaire economie. Niet de regisseur: dat zijn de ondernemers die samen met alle mogelijke andere partijen – waaronder burgers – circulair ondernemen. De overheid moet de randvoorwaarden scheppen waarin ontwikkelingen zo optimaal mogelijk tot wasdom kunnen komen.
Dat betekent regelgeving die optimaal is aangepast aan de circulaire economie. Dus dat afval als grondstof te benutten is. Dat bedrijven kunnen experimenteren met verdienmodellen, samenwerkingsvormen en klantbenaderingen die passen in de circulaire wereld. Daarvoor moet ruimte geboden worden. Dat dat niet altijd makkelijk is, is evident. Want de overheid heeft ook een rol bij het beschermen van bestaande belangen. En nieuwe experimenten zullen niet altijd goed uitpakken. Alles maar laten gebeuren is ook geen oplossing. Dit vergt een zorgvuldige afweging van alle belangen, waarbij gevestigde belangen het liefst zeer kritisch worden bekeken.
Belastingen kunnen daarbij een effectieve manier zijn om de circulaire economie te versnellen. Door lagere lasten op arbeid wordt handwerk, reparatiewerk en dienstverlening aantrekkelijker. Door belasting op milieuvervuilende activiteiten en virgin grondstoffen te verhogen, bijvoorbeeld een broeikastaks, loont het eerder circulair te worden. Het lastige daarbij is dat Nederland een open economie is.. Maar dat is geen reden om passief te blijven wachten. Nederland kan bij uitstek het circulaire gidsland zijn. Als laatste kan de overheid circulariteit stimuleren door als launching customer op te treden: de eerste klant die ervoor kan zorgen dat een bedrijfsmodel gaat werken.
Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daarnaast bekleedt hij de Pierre de Fermat leerstoel aan de Toulouse Business School in Frankrijk. Zijn werk concentreert zich op drie samenhangende thema’s: de opkomst van de WEconomy, het ontwikkelen van nieuwe business modellen en het anders denken over geld oftewel ‘hybride bankieren’. Zijn meeste recente boek is de bestseller ‘Nieuwe Business Modellen: Samen Werken aan Waardecreatie’ ( 2014).
Deze column is een ingekorte versie van een bijdrage geschreven met Hans Stegeman in het kader van de in maart te verschijnen bundel ‘Op weg naar een Circulaire Economie’.