Het is zijn missie om mensen binnen organisaties zo met elkaar te laten samenwerken dat ze het verschil kunnen maken voor de mensen die zij mogen helpen. In de praktijk komt Jan van Baardewijk echter een aantal hobbels tegen, die raken aan integriteit. Want hoe kun je integer handelen als je zelf geschonden bent? Wat gebeurt er met mensen als ze zich kwetsbaar opstellen? Hoe bevorder je integer en zuiver handelen?
Toen ik als kind op de gemeentewerf kwam stond daar een prachtig blinkende oranje Harley Davidson. Werkelijk perfect. Een medewerker, groot, sterk, halverwege de veertig en gekleed in een reflecterend oranje hesje stapte naar me toe. In zijn hand een poetsdoek en hij wees naar zijn motor. Of ik hem wilde helpen het laatste stukje van de velgen tussen de spaken te poetsen. Hij kon er met zijn grote handen niet bij… Hoewel ik werkelijk geen vlekje zag om weg te poetsen, hielp ik hem. Hij wilde het perfect…
De perfectionist in mij kan best meevoelen met deze man, gewoon iets helemaal voor elkaar willen hebben. Maar het beeld blijft: altijd als ik zo’n grote kerel op een perfect blinkende motor zie rijden, moet ik even glimlachen. Dan stel ik me voor hoe hij thuis de drukte en chaos van het imperfecte huishouden en zijn kinderen even ontvlucht is om te genieten van een wereld met een totaal andere horizon, namelijk de horizon die je over je perfect gepoetste stuur ziet.
Integer handelen als je zelf geschonden bent
Als teamtrainer en spreker in de zorg is het mijn missie om mensen binnen organisaties zo met elkaar te laten samenwerken dat ze het verschil kunnen maken voor de mensen die zij mogen helpen. In theorie is samenwerken niet zo lastig, maar in de praktijk kom ik een aantal hobbels tegen. Die hobbels raken aan integriteit, of ‘integras’ wat volgens mijn etymologisch woordenboek ‘zuiverheid’ betekent.
Mijn vraag is hoe kun je ‘integer’ of ‘zuiver’ handelen als je zelf geschonden bent? Ieder huisje heeft zijn kruisje zeggen we wel eens. Ik merk nog zo vaak dat iedereen wel iets heeft meegemaakt waardoor hij geraakt is. Ook jij hebt vast iets meegemaakt waardoor je even niet meer zo open in het leven kon staan als je eerst kon. Iets wat je pijn deed en wat je liever wilt voorkomen. Je beschermt jezelf ertegen en dat heeft effect op hoe je in het leven staat, hoe je jezelf opstelt naar anderen en hoe je samenwerkt.
Want juist angst en het proberen te voorkomen van iets, zorgen dat je niet zo zuiver reageert als je zou doen zonder dat je zelf geraakt was. Natuurlijk geldt dat voor iedereen in verschillende mate en mijn beeld daarin is ook niet neutraal, omdat ik in mijn werk vaker wordt gevraagd mee te denken als er problemen zijn. In de korte tijd die ik met elk team optrek, zie ik vaak de gevolgen van dat willen voorkomen. En als we er bij stilstaan: niemand staat ongeschonden in het leven. We hebben allemaal wel iets moeilijks meegemaakt.
Brené Brown vertelt over het onderzoek dat ze deed, waarin ze mensen vroeg naar liefde en verbinding. Ze vertelt dat mensen juist begonnen te vertellen over de momenten dat ze liefde hadden gemist en zich buitengesloten voelden. Stel je voor dat dit niet zo zou zijn. Dat iedereen ongeschonden zijn jeugd was doorgekomen. Dat we ouders hadden waarvan we achteraf zeggen dat ze het perfect hebben gedaan. Dat we juffen, meesters en later leraren hadden die ons perfect begeleidden, klasgenoten die ons stimuleerden om het maximale uit onszelf te halen en tot volledige ontplooiing te komen. Stel dat dat alle jaren tot nu toe was gebeurd. Wie zou je dan nu zijn? Waar zou je dan nu staan?
Opofferen van zuiverheid
Als recensent voor Managementboek las ik onlangs het boek Sterfelijk Zijn van Atul Guwanda. Deze chirurg vraagt zich af: ‘Wat als we ons zouden gedragen zoals we dat zijn, sterfelijk?’ Zouden we dan andere keuzes maken? Vanuit zijn perspectief als chirurg maar ook zijn ervaringen als zoon tijdens de ziekte van zijn vader schrijft hij over allerlei situaties en ook over de vraag ‘wat maakt het leven waardevol?’ Op een heel praktisch niveau schrijft hij over zijn strijd om ouderen en mensen in de laatste fase die vraag te stellen.
In zijn boek schetst hij talloze voorbeelden die ons niet vreemd zijn. Mensen die zich laten platspuiten om de kans te vergroten dat ze er bovenop komen. Na een verhaal over een patiënt, mevrouw Douglass, die besloot te stoppen met chemo om meer van het leven te genieten, schrijft hij: ‘Nu pas begon ik te begrijpen dat het een verlossing kan zijn om te onderkennen dat je niet het eeuwige leven hebt.’
Natuurlijk, het werkt soms, maar heel vaak hoor ik voorbeelden van mensen die hun geestelijke zuiverheid opofferen om te proberen lichamelijk te herstellen. Dat zag ik bij mijn opa, die aan het einde van zijn leven zwaarmoedig werd, meer medicatie kreeg om minder pijn te voelen, maar daardoor niet meer helder kon nadenken, wat hij zichzelf kwalijk nam, wat negatieve gedachten opriep waardoor hij meer antidepressiva kreeg en minder emoties voelde. We hebben het over een situatie waar geen integras of zuiverheid meer is, maar toch zijn er keuzes die we kunnen maken die kunnen zorgen voor meer zuiverheid, of juist voor minder.
Ik vind erover praten al spannend, laat staan erover schrijven. Een maatschappij die doorbehandelen, ‘blijven vechten’ of ‘niet opgeven’ bijna altijd beter vindt. Het is bijna niet te accepteren dat de kans op herstel zo klein is en de gevolgen van doorvechten zo groot zijn dat er geen leven meer is. Ik kan niet over situaties oordelen, maar soms offeren we de geestelijke ‘integras’ op om de kans op lichamelijk herstel te vergroten. Dan hoor ik van een familie dat ze naar de intensive care gaan om hun vader, moeder te bezoeken die daar ligt zonder kans op herstel en zonder aanspreekbaar te zijn… en mijn hart huilt.
Angst voor het beschadigen van ’de ander’
Binnen teams zie ik eenzelfde beweging. De ene zuiverheid wordt aan de andere opgeofferd. ‘Die collega zei iets wat zo onaardig overkwam, dat ik er geen probleem meer mee heb om achter zijn of haar rug om daarover met een andere collega te praten.’ We zijn geraakt, maar creëren vervolgens zelf onveiligheid in het team en dat stopt niet bij één actie. Want als de collega die mij aanhoort het oké vindt dat ik zo over een ander praat, wie zegt dat er dan wat van wordt gezegd als er over mij wordt gesproken?
Voor een aantal collega’s is het de angst voor de confrontatie die het grootst is. We stellen het daarom liever even uit, tot het moment dat we bedenken dat het nu wel een beetje laat is om erop terug te komen en dan zetten we het uit ons hoofd. Maar als ik voorbeelden van collega’s hoor die bereid waren de confrontatie aan te gaan zeggen ze ‘en toen was er geen confrontatie’. Ze spraken zich uit, zeiden wat ze vervelend vonden en er was acceptatie. Soms een verklaring, soms een verontschuldiging, maar de lucht was geklaard en de zuiverheid was terug.
In veel situaties zie ik verwarring over openheid en eerlijkheid. Er wordt vaak om meer openheid gevraagd als we het gevoel hebben dat het oneerlijk gaat. Verzekeraars moeten transparanter worden als we ze niet meer vertrouwen.
Openheid binnen teams wordt gevraagd als er een gevoel van oneerlijkheid is. Maar openheid is niet altijd de oplossing. Precies zeggen wat je denkt helpt niet en is ook niet altijd eerlijk. Eerlijk leg ik vaak uit als ‘zeggen wat je wilt zeggen, op het juiste moment en op de juiste manier’. Het is niet eerlijk om een collega te vertellen dat hij toch wel behoorlijk stonk, twee weken geleden (verkeerde moment). Het is ook niet eerlijk om iemand die zich ergens niet van bewust is aan te spreken waar iedereen bij is (verkeerde manier). Beide zijn open, maar niet eerlijk.
Juist voor die zuiverheid moeten we dit onderscheid kunnen maken. Onze gedachten zijn niet altijd zuiver en daar open over zijn voegt maar al te vaak niets toe.
Juist de collega’s die bereid zijn de confrontatie aan te gaan, komen de echte confrontaties niet zo vaak tegen. Want het gaat niet om de confrontatie zelf. Het gaat om de zuiverheid die je ermee bereikt. De dingen die jij zo lastig vindt om te zeggen weet de ander vaak al. In een training feedback is het spannendste onderdeel keer op keer de kritische feedback. Maar keer op keer is er die opluchting en zeggen mensen: ‘Wat ik hoorde wist ik eigenlijk al, maar het was wel fijn om te horen.’ Als ik dan even doorvraag, zeggen ze: ‘Omdat ik dan weet dat dit het is. Dat dit is wat collega’s over me denken.’ De goede soort openheid is er en we ervaren de zuiverheid in het team.
Kwetsbaarheid zorgt voor nieuwe openheid
De 18 minuten presentatie die Brené Brown gaf op TED naar aanleiding van haar boek De kracht van kwetsbaarheid heeft mijn leven veranderd. Keer op keer kijk ik het en blijf ik beseffen: het vraagt moed om kwetsbaar te zijn, maar tegelijkertijd levert het datgene op wat het leven waardevol maakt.
Het vraagt moed om kwetsbaar te zijn, maar het levert ook datgene op wat het leven waardevol maakt.
Juist die kwetsbaarheid is wat we nodig hebben, het is het zien van de echte mens. Kwetsbaarheid is geen professioneel harnas, maar juist de menselijkheid die we graag zien. De menselijkheid die zorgt dat we onszelf gezien voelen. Het weten dat we een echt iemand tegenkomen.
Een van de medewerkers van een TBS-kliniek die ik mocht coachen vertelde over die ‘anti-sociale cliënt’ die ze zo lastig vond en die keer op keer harder naar haar deed, zodat ze er bang van werd. Maar ze vertelde dat ze daar niets van liet merken, ‘want dat was niet professioneel’, en zo eigenlijk zijn vraag om aandacht negeerde. We spraken samen over kwetsbaarheid en een andere oplossing dan ze tot nu toe liet zien. In het tweede gesprek vertelde ze over wat ze meemaakte met deze cliënt toen hij weer een keer schold richting haar en ze de moed had om te zeggen ‘wat je nu doet maakt me bang’. Waarop de patiënt die anti-sociaal genoemd werd afdroop, vijf minuten later terugkwam en oprecht zijn excuses aanbood.
Kwetsbaarheid is een sleutel tot een nieuwe openheid binnen teams, maar ook binnen organisaties en onze samenleving. Dat is ook wat Brené Brown erover zegt:
– Tegen ouders: Probeer je kinderen geen betere versie van jou te maken of ze allerlei doelen te stellen, zeg: ‘Weet je wat? Je bent onvolmaakt en je bent geprogrammeerd om te knokken maar je bent het waard om lief te hebben en erbij te horen.’
– Tegen organisaties: ‘We zijn niet van gisteren. We willen alleen maar dat jullie authentiek en echt zijn en zeggen: “Het spijt ons. We lossen het op.”’
– Tegen jou: Om jezelf te laten zien, echt te laten zien, te laten zien in je kwetsbaarheid. Om je hele hart te geven ook al weet je niet hoe het afloopt. Om in plaats van catastrofes te vrezen, gewoon te zeggen: ‘Ik ben zo dankbaar want me zo kwetsbaar voelen, is weten dat ik leef.’ Geloof dat je genoeg bent: ‘Want als we vertrekken vanuit “Ik ben genoeg”, dan stoppen we met schreeuwen en beginnen te luisteren. Dan zijn we aardiger en zachtmoediger voor de mensen om ons heen en we zijn aardiger en zachtmoediger voor onszelf.’
In die wereld, waar zuiverheid, eerlijkheid en kwetsbaarheid onze vrienden zijn, blijf ik hulpverleners aanmoedigen om datgene te doen wat zij kunnen vanuit hun rol. Het verschil maken voor die ene man, die ene vrouw of dat ene kind die zij mogen verzorgen. Hen echt zien en net dat stapje extra voor ze zetten, omdat het kan en omdat dat is hoe je het verschil maakt. Mijn overtuiging is, dat als iedereen zo’n verschil weet te maken, het leven elke dag net een stukje mooier wordt.
Literatuur
Brené Brown, The Power of Vulnerabillity, TEDxHousten, juni 2010.
Atul Gawanda, Being Mortal – Medicine and What Matters in the End, 2014, New York, Metropolitan Books.
Jan van Baardewijk is teamtrainer en spreker in de zorg. Na zijn studie bedrijfskunde focuste hij zich op thema’s als leiderschap, samenwerking, communicatie, feedback en anders organiseren. Deze kennis gebruikt hij in trainingen en spreekbeurten in zorginstellingen, gemeenten en samenwerkingsverbanden. Meer informatie kun je vinden op zorgteamtraining.nl.
Bron: Sigma, nr. 6, december 2016