De vergaande technologische ontwikkelingen, zullen ook de industriële sector volledig op z’n kop gaan zetten. In Duitsland wordt deze disruptie Industrie 4.0 genoemd. Grote drijfveren achter de vierde industriële revolutie zijn onder meer het Internet of Things (I0T), Big Data en 3D-printing.
In de geschiedenis van de industriële wereld, zien we vier achtereenvolgende revoluties: de eerste was de uitvinding van de stoom, de tweede de invoering van de elektriciteit, de derde de klassieke automatisering en de vierde de volledige digitalisering.
In Duitsland heet deze ontwikkeling ‘Industrie 4.0’. Soortgelijke initiatieven zijn ook in andere Europese landen gelanceerd en in de VS en China.
Het doel van Industrie 4.0 is om productietechnische voordelen te bereiken met behulp van een digitaal verbonden, flexibel en dynamisch zelforganiserend productieproces, waarmee maatwerkproducten gemaakt worden.
De slimme fabriek
De ‘slimme fabriek’ is onderdeel van het Duitse Industrie 4.0 project. Het beschrijft de visie van een omgeving waarin productiefaciliteiten en logistieke systemen zichzelf organiseren met weinig of geen menselijke tussenkomst.
Slimme fabrieken zijn voor de toekomst van de concurrerende maakindustrieën van fundamenteel belang. In een slimme fabriek zijn alle componenten met elkaar verbonden, waardoor een slim besturingssysteem gevormd wordt, gebaseerd op het Internet of Things – een toekomstig model met hoge precisie en kwaliteitsproductie.
Naar verwachting gaat de slimme fabriek in 2020 van start en gaat het productiviteitspercentage 30% hoger liggen dan in de huidige fabrieken. Bedrijven als Siemens, Bosch en Cisco doen al mee en een aantal Europese universiteiten heeft een ‘coalitie van slimme fabrieken’ gevormd, waarmee ze willen deelnemen aan research en ontwikkeling.
Minder kwaliteitsproblemen
Verwacht wordt dat Industrie 4.0 leidt tot een beter gebruik van grondstoffen, minder machinestoringen, lagere voorraden, minder kwaliteitsproblemen, hogere voorspellingsnauwkeurigheid, snellere doorlooptijden, minder onderhoudskosten en het deels overbodig worden van dure vakexperts. Geschat wordt dat de productiekosten hierdoor met 30% tot 50% kunnen afnemen.
Uiteindelijk zal de digitalisering van de productie leiden tot een verandering van de productiestructuren. Veel machines zullen flexibel programmeerbaar worden (robots, 3D-printers), bedrijven zullen deze machines maar deels zelf bezitten en zullen gebruik gaan maken van de onbenutte capaciteit bij andere bedrijven of externe machineparken (Production as a Service).
Platform
Om dit alles mogelijk te maken zullen digitale platformen nodig zijn die alle informatie verzamelen en organiseren. Zij zullen een rol spelen die vergelijkbaar is met die van Google, Uber en Amazon in de consumentenwereld. De kans is groot dat deze platformen een sleutelrol zullen spelen en dus, analoog aan wat er in de consumentensector is gebeurd, de businessmodellen van de bestaande bedrijven op hun kop zullen zetten.
De industrie heeft één groot voordeel: ze hebben nog tijd zich hierop voor te bereiden.
Industrie 4.0 in 2020
In een rapport van PwC worden de volgende conclusies getrokken op het gebied van Industrie 4.0:
– By 2020, European industrial companies will invest €140 billion annually in Industrial Internet applications.
– In five years, more than 80% of companies will have digitized their value chain.
– The Industrial Internet creates better productivity and resource effciency – an 18% increase in efficiency within 5 years.
– The integrated analysis and use of data are the key capabilities for the Industrial Internet.
– Horizontal co-operation allows for improved satisfaction of customer requirements.
– The Industrial Internet paves the way for new, often disruptive digital business models.
– Digitization of the product and service portfolio is the key to sustainable corporate succes