Een van de eerste concepten over human capital is afkomstig uit de achttiende eeuw, toen Adam Smith de vier soorten fixed capital omschreef. Human capital is een niet-tastbare vorm van kapitaal. Het bestaat uit scholing en trainingen, medische zorg en bijvoorbeeld de competenties om eerlijk te zijn of om met uiterste precisie te kunnen werken.
Deze vorm van kapitaal bestaat bij individuen of groepen werknemers in een organisatie (Marshall, 1998; Becker, 1975). Bovengenoemde onderdelen worden tot kapitaal gerekend, omdat zij de inkomsten vergroten, de gezondheid en vitaliteit bevorderen, of de goede gewoonten van individuen vergroten. Trainingen, scholing en medische zorg worden daarom gezien als investeringen in menselijk kapitaal in plaats van als kostenpost (Becker, 2008). Human capital is persoonsgebonden. De kennis en vaardigheden die de ene persoon heeft opgedaan kunnen niet of moeilijk worden overgedragen aan een ander. De persoon zal deze kennis en vaardigheden altijd zelf behouden. Zij kunnen niet los van elkaar gezien worden en leveren hierdoor permanente financiële en fysieke voordelen (Becker, 1975).