Het lagenarchitectuurmodel toont de werking van het proces vanuit de gezichtspunten van verschillende bedrijfsvoeringsdisciplines. Denk hierbij aan operations management, klantreismanagement, kwaliteitsmanagement, risicomanagement, informatiemanagement et cetera. Het model zet aan om processen te ontwerpen in overeenstemming met afzonderlijke bedrijfsvoeringsdisciplines, maar deze ontwerpelementen wel te integreren tot een werkbaar geheel.
Het doel van het lagenmodel is enerzijds te komen tot een weloverwogen procesontwerp dat vanuit alle kanten deugt, anderzijds tot een eenduidig (één, enkelvoudig) procesmodel. Het is een alternatief voor een veelheid van procesmodellen voor hetzelfde proces.
Welke bedrijfsvoeringsdisciplines relevant zijn voor een organisatie hangt af van veel factoren, zoals de aard van de organisatie en de aard van het proces.
Synoniemen voor het lagenarchitectuurmodel
- Modulaire procesarchitectuur
- Layered architecture
Techniek
Het lagenarchitectuurmodel deelt een procesflow op in symbolische plakjes, corresponderend met de eisen die vanuit de relevante bedrijfsvoeringsdisciplines aan processen worden gesteld. Voorbeelden van lagen in procesontwerp zijn:
- Basisproceslaag – Deze laag toont de basisbouwstenen van een procesflow, zoals activiteiten, spelers, interne berichten, trigger en eindproduct.
- Operationsmanagementlaag – Deze laag toont permanente kenmerken van de Value Stream, zoals in Lean termen de kenmerken waardetoevoegende, niet-waardetoevoegende, maar noodzakelijke en verspillende activiteiten. Ook de voorraadpunten passen in deze laag. Deze laag is het werkterrein van de Lean Belts en Operations managers.
- Klantinteractielaag – Toont de bouwstenen van het Service-design, zoals klantfasen en tastbaarheden. Ook de interactie tussen frontoffice en de klant past in deze laag, zoals de communicatiekanalen en de uitwisselingsberichten. Deze laag raakt de specialismen Marketing en Communicatie.
- Informatielaag – Toont de bouwstenen gegevens, informatiedragers, applicaties, handelingen binnen de applicatie en workflowroutines. Ook de gerobotiseerde elementen van een proces (RPA) passen in deze laag. Het werkterrein ligt vooral in het ICT- en het Informatiemanagementdomein.
- Kwaliteits- en risicolaag – De laag om risico’s, normeisen, beheersmaatregelen als corrigerende en preventieve maatregelen te adresseren. Soms wordt deze laag verder onderverdeeld in QHSE-aspecten (Quality, Health, Safety en Environment). Deze laag leunt aan tegen de kwaliteits- en risicomanagementdiscipline.
- Besturingslaag – Een laag om prestatieelementen in het flowontwerp te passen. Zoals meetpunten, inspectiepunten, doorlooptijdpatroon (zaagtanddiagram), databoxen en sensoren. Deze laag is het domein van Operational audit en Finance & control
- Green BPM-laag – Een laag voor de ecologische footprint van het proces, zoals emissies, afval, uitval, recycle-activiteiten, energieverbruik. De plaats om het thema Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) te operationaliseren.
Conventies/symbolen bij het lagenarchitectuurmodel
Het lagenmodel heeft als concept geen aparte tekenconventies. Iedere afzonderlijke laag kent wel zijn eigen conventies. De indeling van dit boek correspondeert met de lagen, in de onderliggende modellen zijn de tekenobjecten verder uitgewerkt.
Opmerkingen
Het in lagen opzetten van de procesarchitectuur wordt ondersteund door (sommige) modelleringsapplicaties. MS Visio bijvoorbeeld biedt de mogelijkheid het lagenprincipe digitaal in te richten. Ideaal is om lagen afzonderlijk aan te maken, en afzonderlijk aan en uit te kunnen zetten. De toepassing van het lagenarchitectuurmodel wint in effectiviteit als aan de lagen ook domein- of laageigenaren toegewezen worden. De domeineigenaren kunnen de proceseigenaar adviseren hoe een ideaal procesontwerp eruit zou moeten zien.
Bron: Handboek procesmanagementnmodellen
Door: Renco Bakker, Nele ten Have, Willem Spronk