Meer dan de helft (53%) van de werknemers in Nederland vindt huidige salaris geen accurate weerspiegeling van de mate waarop zij in hun functie verantwoordelijkheid dragen, ervaring meebrengen en expertise in huis hebben. Tegelijkertijd staan bijna een op de drie (31%) werknemers open voor een baan zonder salarisverhoging, zolang dat maar de baan is die goed bij hen past. Dat blijkt uit het onderzoek dat recruitmentbureau Robert Half heeft gedaan voor zijn jaarlijkse Salarisgids. De Salarisgids 2025 geeft inzicht in de salarissen, trends en ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Toch lijkt het een stap te ver om daarin een breed gedeelde visie te zien van werknemers voor wie inhoudelijke uitdaging boven de harde cijfers van een financiële beloning gaat. Een grote groep ziet salaris namelijk wél als accurate weerspiegeling van de waardering voor hun werk als dat salaris 10% hoger zou liggen. Daarnaast blijkt uit hetzelfde onderzoek van Robert Half dat 39% van de werknemers elk jaar op salarisverhoging rekent, zonder dat daar een bijzondere prestatie of een promotie tegenover hoeft te staan.
Dit artikel in het kort:
- Van alle werknemers vindt 53% huidige salaris geen accurate weerspiegeling van wat zij als werknemer te bieden hebben
- 39% van hen verwacht elk jaar een salarisverhoging
- 43% van de werkgevers wil salarisverhoging vooral inzetten als beloning van een bijzondere prestatie of om concurrerend te blijven op de arbeidsmarkt
- Bijna een kwart (23%) van de werknemers gaat op zoek naar een andere baan als promotie afhankelijk is van meer aanwezigheid op kantoor
- 68% van de werkgevers zegt dat aanwezigheid op kantoor de kans op promotie juist verhoogt
Vanzelfsprekendheid van opslag
Deze ‘vanzelfsprekendheid’ van een jaarlijkse opslag past bij de aanhoudend krappe arbeidsmarkt, waarin werknemers goed aanvoelen wat hun onderhandelingspositie is. Slechts 21% noemt het voltooien van een opleiding of het op een andere manier verkrijgen van nieuwe vaardigheden als de belangrijkste rechtvaardiging voor salarisverhoging. Minder dan een op de vijf (18%) vindt het consequent overtreffen van prestatiedoelen de belangrijkste reden – al valt op dat laatste percentage in de IT-sector aanmerkelijk hoger is.
Werkgevers voeren intussen argumenten voor loonsverhoging aan die meer in lijn liggen met de twee laatstgenoemde redenen van werknemers: vanwege een bijzondere prestatie (23%) dan wel om competitief te blijven (20%) op de aanhoudend krappe arbeidsmarkt. Behoud van talent is voor werkgevers de minste trigger (17%) voor salarisverhoging. Daarbij zien werkgevers met name bij de recente generaties stijgende verwachtingen ten aanzien van salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden.
“Het ziet ernaar uit dat jongeren hun plek op de arbeidsmarkt inmiddels goed kennen. Of dit echt leeftijdsgebonden is of een bredere maatschappelijke trend weerspiegelt, moet de toekomst uitwijzen. De verwachtingen die bij werknemers over salaris leven, maken in ieder geval duidelijk hoe belangrijk het is om transparant te zijn over de manier waarop salarisverhoging tot stand komt. Hanteer objectieve criteria en wees daar transparant over. En vervolgens is het noodzaak om die criteria eenduidig toe te passen voor iedere werknemer in het bedrijf. Daarbij spelen factoren mee als opleidingsniveau, de sector en het aantal jaren relevante werkervaring, maar ook de waarden van de organisatie en de keuzes die op het vlak van HR-beleid zijn gemaakt”, zegt Ricardo van Popering, Regional Director bij Robert Half.
Werknemer nog altijd zeer gesteld op flexibiliteit
Daarnaast blijft er discrepantie bestaan tussen de visies van werkgevers en werknemers op de manier van werken en het leveren van prestaties. Werknemers zien flexibiliteit en een hybride werkmodel als de belangrijkste voorwaarden voor een positieve impact op hun productiviteit. Zo zegt bijna een kwart van de werknemers (23%) op zoek te gaan naar een andere baan als promotie zou afhangen van aanwezigheid op kantoor. Daarentegen stellen werkgevers in groten getale (68%) dat fysieke aanwezigheid op kantoor de kans op promotie vergroot.
Als het erop aankomt, zou evenwel ruim een op de drie werknemers (34%) vaker naar kantoor gaan om kans te maken op promotie. Ruim de helft (62%) van de werkgevers sluit op die gedachte aan door verplichte kantoordagen in te stellen of van plan te zijn die in te voeren als methode ter verhoging van de productiviteit. Het merendeel van de werknemers ervaart juist het hybride werkmodel (74%) en fulltime vanuit huis werken (52%) als positief voor de productiviteit.
“De aanwezigheid op kantoor krijgt vaak de positieve associatie van ‘gezien worden’. Maar het is natuurlijk ook een manier om snel informatie uit te wisselen, met stakeholders te sparren en ten overstaan van alle aanwezigen knopen door te hakken. Dat neemt niet weg dat het voor werkgevers belangrijk blijft om goed te luisteren naar de wensen en behoeften van werknemers en daardoor talent te kunnen behouden. Dat blijft de beste aanpak voor een bestendig HR-beleid, waarin talent zich het best tot zijn recht voelt komen”, aldus Ricardo van Popering, Regional Director bij Robert Half.
Bron: Robert Half
