GROW geeft Scrum Masters een structuur om leden uit het Scrumteam te coachen om zich continu te verbeteren.
Waarvoor gebruik je het GROW-model?
- Als Scrum Master, wil ik leden uit het Scrumteam en het team als geheel coachen, zodat zij zich blijvend ontwikkelen.
- Als Scrum Master, wil ik het management coachen op een Agile Mindset, zodat hun gedrag het gebruik van Scrum vooruithelpt in plaats van beperkt.
Uitleg van het GROW-model
Het GROW-model is een veelgebruikte structuur voor coachingsgesprekken. De structuur zorgt voor een logische ‘flow’ in het gesprek en werkt toe naar concreet resultaat. Door zelf antwoorden te formuleren op de vragen van de coach maakt de coachee een eigen actieplan. Zo helpt de Scrum Master teamleden verder, zonder te vertellen wat er moet gebeuren. Coaching is vaak krachtiger dan adviseren of uitleggen, omdat de coachee vanuit een eigen intrinsieke motivatie antwoord geeft op vragen van de coach.
Het GROW-model is in de jaren tachtig ontwikkeld door John Whitmore en
kreeg bredere bekendheid dankzij zijn boek Coaching for Performance, dat in 1992 uitkwam. Hij ontdekte dat de toepassing van het GROW-model niet alleen de prestatie van medewerkers verhoogt, maar er ook voor zorgt dat individuen meer leren en meer plezier hebben. Bovendien zorgden GROW-gesprekken ervoor dat medewerkers een betekenisvol doel vonden in hun werk.
GROW-coachingsgesprek
Een GROW-coachingsgesprek heeft altijd een bepaalde focus. Het is goed om tussen coach en coachee af te stemmen welke focus het gesprek heeft. De sessie bestaat vervolgens uit vier fasen, die samen het acroniem GROW vormen:
- Goal: in de eerste fase verkent de coach welke doelen de coachee voor zichzelf ziet. Vragen die je als Scrum Master kunt stellen zijn:
• Wat wil je bereiken?
• Hoe weet je wanneer je jouw doel hebt bereikt?
• Waarom is dit voor jou een waardevolle doelstelling? - Reality: in de tweede fase van het gesprek stelt de coach vragen over de huidige situatie. Als Scrum Master kun je de volgende vragen gebruiken:
• Wat gebeurt er nu?
• Hoe weet je dat jouw beoordeling van de situatie correct is? Vinden meer mensen dit? Is het meetbaar?
• Wat heb je al geprobeerd binnen de huidige situatie?
• Welke successen heb je binnen de huidige situatie geboekt?
• Wat was de oorzaak van deze successen? - Options: de volgende fase gaat in op de opties die je hebt als coachee. De
coachee formuleert opties aan de hand van de volgende vragen:
• Welke mogelijkheden zie je momenteel?
• Wat werkte er eerder goed, en hoe zou je dat opnieuw kunnen inzetten?
• Als er geen belemmeringen zouden zijn, hoe zou je dan handelen?
• Wie zou jou kunnen helpen?
• Wat zijn de voor- en nadelen van de opties die je noemt?
• Wil je een suggestie van mij horen? - Way forward: in de laatste fase van het gesprek benoemt de coachee zijn
vervolgstappen:
• Wat ga je nu concreet doen?
• Wanneer ga je dat doen?
• Wat als je nu niets doet?
• Wat zijn mogelijke obstakels? Hoe ga je die overwinnen?
• Wie kun je betrekken/wie kan jou helpen?
• Hoe zul je merken dat je vooruitgang boekt?
Alleen het GROW-model is onvoldoende voor een vruchtbare relatie tussen coach en coachee; het is ook van belang om bepaalde randvoorwaarden in te vullen. Zo is het belangrijk dat de coachee meerwaarde ziet in jou als coach, anders ben je bij voorbaat kansloos. Daarnaast is een veilige omgeving een voorwaarde, omdat coachingsgesprekken persoonlijk kunnen worden. Ten slotte is coaching een proces dat niet met één sessie afgerond is, maar juist vruchten afwerpt door regelmatig een sessie in
te plannen.
Bron: Het SCRUM Modellenboek
Door: Rik van der Wardt
Rik van der Wardt is partner bij Agile Scrum Group. Na zijn studie aan de Technische Universiteit van Eindhoven heeft hij in diverse rollen ervaring opgedaan met de thema’s Agile, innovatie, en data science. Rik traint, coacht, en adviseert op deze thema’s.