Organisaties werken steeds meer met programma’s. Want programma’s zorgen voor de juiste, doelgerichte focus bij specifieke opgaven.
Dat is althans het idee. Maar de praktijk blijkt vaak heel wat weerbarstiger. Met de aanpak van het Program Canvas komen organisaties weer tot de kern van hun programma’s. ‘Deze aanpak kan de communicatie over een programma aanzienlijk vergemakkelijken.’ Björn Prevaas: ‘Ons model dient dus als middel om de dialoog op gang te krijgen over bijvoorbeeld hoe een onderneming een bepaalde verandering wil aanpakken, of voor een gemeente om aan de slag te gaan met een ontwikkeling als de nieuwe Omgevingswet.’ Theo van der Tak: ‘We hebben dit boek ontwikkeld voor programmamanagers, opdrachtgevers, teams en andere belanghebbenden die samen tot effectieve programma’s willen komen om complexe vraagstukken aan te pakken.’Dialoog aangaan
Hoe kom je tot de essentie van een programma? Waarin voor iedereen duidelijk is wat de doelen, de ambities, de vereiste inspanningen en de resultaten zijn? Met hun in de afgelopen twee jaar ontwikkelde Program Canvas bieden Theo van der Tak, Björn Prevaas en Hans Cremer een logisch raamwerk waarbinnen alle betrokkenen bij een programma de essentie van hun programma kunnen vastleggen. De noodzaak om kernbegrippen kort te definiëren en in het Canvas te visualiseren zet hen ertoe aan om met elkaar de dialoog aan te gaan. Hoe eerder je onderlinge overeenstemming bereikt over doel en inhoud van het gezamenlijke programma, hoe beter en efficiënter het is. Het Program Canvas kan fungeren als ‘praatplaat’, als aanjager van het gesprek over de kern, invulling en realisatie van programma’s. Als een hulpmiddel dat inhoud (ambitie, doelen, baten, inspanningen) en processen (organisatie, belanghebbenden, kansen en bedreigingen) zichtbaar maakt en combineert in één samenhangend beeld. Over het waarom van dit boek zegt Björn Prevaas desgevraagd: ‘We merkten al langer dat programmamanagers behoefte hebben aan manieren om tot de kern van hun programma te komen. En om samen met hun programmateam en de belanghebbenden een aantrekkelijk verhaal over hun programma te maken en uit te dragen. Daarbij komt dat opdrachtgevers steeds vaker aandringen op compacte plannen, want ze hébben al zoveel vraagstukken op hun bord.’ De praktijk van de meeste programma’s nu is dat ze resulteren in flinke bergen papier. Van programmaplannen tot besluitvormingsprocedures, van voortgangsrapportages tot risicoanalyses. Zie dan door de spreekwoordelijke bomen het bos nog maar te zien. Bovendien draagt al dat papier bepaald niet bij aan de anno nu zo vurig gewenste flexibiliteit en wendbaarheid van organisaties.Betere onderlinge dialoog
Met dit Program Canvas borduurt het trio voort op het gedachtegoed van Alexander Osterwalder. In 2010 brak deze Zwitserse wetenschapper door met zijn Business Model Canvas waarbij visualisatie een centrale rol speelt. Zijn Canvas-model bestaat uit negen bouwstenen, waaronder klantsegmenten, waardeproposities en kanalen. Door deze te visualiseren – met de term ‘Canvas’ refereerde Osterwalder aan het canvasdoek dat schilders gebruiken – zie je in één oogopslag hoe een bedrijf waarde creëert. In een interview met Management Executive in 2010 zei Osterwalder: ‘Als het topmanagement van een bedrijf wil nadenken over zijn businessmodel, schrijven we die negen bouwstenen op, op grote vellen aan de muur. Iedere deelnemer krijgt stiften en memo’s, samen gaan we dan aan de slag. Het werkt heel goed als topmanagers topmanagers op de muur moeten gaan tekenen, is onze ervaring. Collega’s van verschillende afdelingen gaan met elkaar in discussie, want wat schrijven ze precies op als het gaat over bijvoorbeeld klantsegmenten of waardeproposities? Het gaat vooral om die discussie, niet zozeer om wat er uiteindelijk wordt opgeschreven.’ Visueel denken is onontbeerlijk voor het werken met businessmodellen, stelde Osterwalder. Je begrijpt een model veel beter als je het uittekent. Door een businessmodel visueel af te beelden, met tekeningen of Post-it memo’s, zet je de impliciete veronderstellingen ervan om in expliciete informatie, was zijn idee.Eerst het Waartoe, dan het Hoe en het Wat
Andere auteurs borduurden later verder op deze Canvas-techniek (zie kader ‘Visualiseren helpt helder te denken’). Van der Tak, Prevaas en Cremer noemen Osterwalder als een van hun twee belangrijkste inspiratiebronnen; ook zijn methode van cocreatie, Osterwalder schreef zijn boek door cocreatie met 470 strategieprofessionals uit 45 landen, nam het trio over. Ze maakten het Canvas samen met een internationale groep professionals in programmamanagement. Hun tweede bron van inspiratie is Simon Sineks boek Golden Circle. Van der Tak: ‘Hij claimt dat mensen zich eerder committeren aan een aantrekkelijk perspectief dan aan een weergave van activiteiten. Hij begint in zijn boek met het waartoe, dan het hoe en vervolgens het wat. Dat is niet de enig juiste maar wel de meest stimulerende volgorde. Sinek ontdekte dat organisaties en leiders die het Waartoe als uitgangspunt nemen, gemiddeld succesvoller, invloedrijker en innovatiever zijn.’Visualiseren helpt helder te denken
In zijn tweede boek Waarde Propositie Ontwerp, wat hij ook de toevoeging ‘Canvas’ gaf, zette Alexander Osterwalder de eerste twee van zijn negen bouwstenen van het businessmodel Canvas centraal: klantsegmenten en waardeproposities. Ook de Amerikaan Dan Roam werkte in zijn bestseller The Back of the Napkin (NL-versie: Op de achterkant van een servet) een aantal visualisatietechnieken uit. Hij bepleit dat beelddenken kan helpen nieuwe ideeën te ontdekken en te ontwikkelen, of problemen op onverwachte wijze op te lossen. Zo schreef hij: ‘Een simpele tekening op een servet kan soms krachtiger zijn dan een Excel-sheet of powerpointpresentatie. Het helpt ons ideeën te verhelderen, buiten de box te denken en te communiceren op een manier die andere mensen gewoon snappen.’ In zijn laatste boek Bla, bla, bla, met als ondertitel Wat te doen als woorden niet werken, ging hij door op dit thema. Een andere auteur op dit gebied is David Sibbet, die het boek Visuele meetings schreef, een praktisch overzicht voor het gebruik van technieken voor visueel denken met groepen en teams.