Waardoor is een manager/leider effectief? Het antwoord is te vinden in allerlei lijstjes. Ik laat er een zien, van de Executive mba-brochure van de University of Toronto. Een manager moet:
- Vraagtekens durven zetten bij de status-quo
- Floreren in een veeleisende omgeving
- Samenwerken voor een groter belang
- Een duidelijke koers uitzetten in een snel veranderende wereld
- Onverschrokken doortastend zijn
Lijstje nooit compleet
Zulke lijstjes zijn helaas nooit compleet. Hier ontbreekt bijvoorbeeld elementaire intelligentie, of goed kunnen luisteren. Die eigenschappen staan wel op andere lijsten. Ik heb een omvattende lijst gedistilleerd uit al die lijstjes die ik kon vinden. En ik heb er nog een paar punten aan toegevoegd. Zo kwam ik tot een totaal van 52 punten, zoals je kunt zien in de tabel onderaan dit artikel. Als je al die eigenschappen hebt, ben je een vreselijk effectieve manager – maar niet menselijk meer.
Dit is een aspect van onze verafgoding van leiderschap, waarbij gewone stervelingen op een voetstuk worden geplaatst (‘Rudolph is ideaal voor de baan: hij gaat ons redden!’). En als ze van hun voetstuk vallen, trappen we hen de grond in (‘Hoe heeft Rudolph ons zo in de steek kunnen laten?’). Maar sommige managers blijven overeind – zij het niet op dat wankele voetstuk. Waar ligt dat aan?
Geslaagde managers hebben tekortkomingen
Het antwoord is eenvoudig: geslaagde managers hebben hun tekortkomingen – niemand is perfect. Maar hun tekortkomingen zijn lang niet altijd catastrofaal. Redelijke mensen vinden een manier om te leven met elkaars tekortkomingen.
Rampzalig zijn juist die irreële lijsten managementeigenschappen, omdat ze er vreselijk naast kunnen zitten. Kan iemand het oneens zijn over het feit dat managers ‘onverschrokken doortastend’ moeten zijn? Sowieso: kijk hoe George W. Bush de Amerikaanse intocht in Irak leidde (niet managede). Hij had absoluut ‘de moed om vraagtekens te zetten bij de status-quo’ (al zette hij geen vraagtekens bij het slechte advies van zijn adviseurs).
Onder directie van Ingvar Kamprad werd ikea een van de meest succesvolle detailhandelsketens ooit. Naar verluidt had het concern vijftien jaar nodig om ‘een duidelijke koers uit te zetten in een snel veranderende wereld’. In werkelijkheid veranderde de meubelwereld helemaal niet snel; ikea had succes omdat het zelf de wereld veranderde.
Tekortkomingen komen aan het licht
Ieders tekortkomingen komen vroeg of laat aan het licht. Dan maar liever vroeg, vooral als het om managers gaat. Je kunt managers beter uitzoeken op hun tekortkomingen dan op hun kwaliteiten. Helaas richten we ons doorgaans op de kwaliteiten, vaak op slechts één: ‘Sally kan fantastisch netwerken’ of ‘Rudolph is visionair’. Vooral als de gemankeerde voorganger juist helemaal niet kon netwerken, of totaal geen strategische visie had.
Er zijn maar twee manieren om iemands tekortkomingen te leren kennen: met die persoon trouwen of voor hem/haar werken. Maar bestuursleden die zijn belast met de selectie van chief executives, of hogere managers die lagere (wat een vreselijke termen trouwens) kiezen, hebben zelden voor hen gewerkt. En nog zeldener zijn ze met hen getrouwd. Daardoor valt de keus vaak op kandidaten van het type ‘omhoog slijmen, omlaag trappen’: arrogante gladjanussen die indruk kunnen maken op ‘superieuren’, maar onhebbelijk zijn tegen ‘ondergeschikten’.
Wie krijgt een stem in de selectie?
Degenen die managers selecteren, moeten te rade gaan bij de mensen die de kandidaten het best kennen. Ze kunnen natuurlijk niet de partners bevragen – de huidige zijn vooringenomen, en de exen nog veel meer vooringenomen. Wel kunnen ze hun licht opsteken bij degenen die door de kandidaat zijn gemanaged.
Ik ben geen fan van wondermiddelen in management. Maar als er één recept is dat de managementpraktijk spectaculair zou veranderen, dan is het dit: geef in het selectieproces diegenen een stem die de kandidaten als manager hebben gehad. Slaap een nachtje over dit managementverhaal.
Lijst die is gedistilleerd uit andere lijsten eigenschappen die succes als manager garanderen; mijn persoonlijke favorieten zijn cursief:
Bron: Mintzberg in essentie
Door: Henry Mintzberg