De ambities voor de circulaire economie zijn groot. De overheid streeft ernaar dat Nederland in 2050 ‘circulair is’. Talloze bedrijven experimenteren met circulaire businessmodellen. Is dit een nieuwe hype of een werkelijke doorbraak in de manier waarop wij produceren en consumeren? Wat betekent dit voor kwaliteitsmanagement?
De noodzaak om op een andere manier met grondstoffen en materiaalstromen om te gaan is evident. Er is sprake van toenemende schaarste van materialen, van toenemende milieudruk vanwege afvalstromen, van een sterke groei van de wereldbevolking en dus een groeiende vraag naar grondstoffen om in een redelijk welvaartsniveau te voorzien.
Het aardige van het concept circulaire economie is dat hiermee duurzaam denken en handelen worden verankerd in het economische systeem waarop onze huidige productie- en consumptiewijze zijn gestoeld. Dat systeem heeft in de westerse wereld veel welvaart gebracht, maar ook gezorgd voor schade aan het milieu en biodiversiteit en voor een onevenwichtige verdeling van rijkdom wereldwijd.
Nu de fysieke grenzen van beschikbaarheid van grondstoffen en de druk op onze leefomgeving dichtbij komen, is herontwerp van dat economische systeem onontkoombaar. Daarmee is ook een herontwerp van de voor het functioneren van het economische systeem noodzakelijke ‘kwaliteitsinfrastructuur’ nodig. Dat wil zeggen van het stelsel aan technische regelgeving (normen op allerlei schaalniveaus) en daarmee verbonden conformiteitsbeoordelingen, keurmerken en certificaten. En de wijze waarop organisaties deze technische regelgeving met behulp van managementsystemen in hun bedrijfsvoering implementeren. Dit artikel schetst de impact van de circulaire economie op kwaliteitsmanagement en hoe managementsystemen kunnen bijdragen aan het verankeren van circulair denken en handelen in de bedrijfsvoering van een organisatie.
De kwaliteitsinfrastructuur
Lang geleden was de overdracht van kennis en vaardigheden van meester op gezel de belangrijkste basis voor de goede kwaliteit van producten. De aangetoonde competentie (de ‘meesterproef’) van de vakman stond borg voor toegang tot het economisch verkeer, dat zich vaak tot de lokale en regionale omgeving beperkte. Vandaag de dag bestrijkt de markt de hele wereld en dat stelt heel andere eisen aan de ‘kwaliteit’ van producten en diensten en hoe die aan te tonen.
Je staat er vaak nauwelijks bij stil, maar het wereldwijde economische verkeer is alleen mogelijk door een uitgebreid stelsel van nationale en regionale en vooral ook mondiale standaarden.
Je staat er vaak nauwelijks bij stil, maar het wereldwijde economische verkeer is alleen mogelijk door een uitgebreid stelsel van technische afspraken, variërend van interne bedrijfsnormen, sectorale afspraken, nationale en regionale en vooral ook mondiale standaarden. Denk aan het vastleggen van de dimensies en codering van betaalpassen, waardoor je wereldwijd geld kunt pinnen of elektronisch afrekenen. Of de maten van het bekende A4’tje waardoor talloze andere producten (mapjes, opberglades, kopieerapparaten, tassen) zo gemaakt kunnen worden dat ‘het past’. Het valt pas op als standaarden ontbreken, want dan ben je verbaasd of geïrriteerd dat jouw stekker niet in het stopcontact past. Dat gaat allemaal niet vanzelf en dagelijks zijn veel experts wereldwijd actief in het ontwikkelen van dit soort normen om het leven gemakkelijker, maar ook veiliger te maken.
Gekoppeld aan deze technische afspraken zijn er ook allerlei methodieken om te testen en te beoordelen of een product of dienst aan de norm voldoet en ook die zijn ‘genormaliseerd’ om de kwaliteit van het private toezicht op de naleving van private normen te borgen. De overheid maakt bij de uitvoering van wet- en regelgeving vaak dankbaar gebruik van dit stelsel. Op Europees niveau is het realiseren van de open Europese markt bijvoorbeeld alleen mogelijk gebleken door een goed samenspel van Europese wetgeving met eisen ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu en Europese normen waarin de technische uitwerking naar allerlei verschillende producten en processen is vastgelegd.
Kwaliteitsinfrastructuur en circulaire economie
Wat heeft dit nu met de circulaire economie te maken? Best wel veel.
Zoals hierboven aangegeven is de kwaliteitsinfrastructuur de technische basis voor het economische systeem. Je zou kunnen zeggen dat daarin allerlei politieke en maatschappelijke waarden technisch zijn verankerd. Die infrastructuur is niet in beton gegoten maar beweegt voortdurend mee met veranderingen in de technologie en wetenschap en met wat maatschappelijk belangrijk en verantwoord wordt geacht.
Een wijziging in het economische systeem, en zo kunnen we de circulaire economie beschouwen, moet ook haar weerslag krijgen in de onderliggende kwaliteitsinfrastructuur.
In normen is daarom veel meer dan voorheen aandacht voor veiligheids- en milieuaspecten. Daarin is begrijpelijkerwijs wel een na-ijleffect. Een (voorgenomen of beoogde) wijziging in het economische systeem, en zo kunnen we de circulaire economie beschouwen, moet ook haar weerslag krijgen in de onderliggende kwaliteitsinfrastructuur. Sterker nog: als er een versnelling moet komen in de transitie van de lineaire naar de circulaire economie, moet die versnelling worden doorgezet in aanpassing van het normenstelsel. De opgave waarvoor wij staan is geschetst in figuur 1.
Koppeling versterken
Door NEN zijn in opdracht van het ministerie I&M en later I&W diverse onderzoeken gedaan naar de rol van normen en certificaten voor de circulaire economie. Aanleiding was onder meer een signaal vanuit de markt dat normen belemmerend zouden werken op hergebruik van secundaire grondstoffen in nieuwe producten. Uiteindelijk bleek in de betreffende case (kunststofleidingen) dat niet de normen de belemmering vormden, maar Europese regelgeving. Niettemin was het waardevol dit nader te onderzoeken omdat het de kern raakt van de relatie tussen een gewenste richting van het economische systeem en de onderliggende kwaliteitsinfrastructuur.
Normen en certificaten spelen een belangrijke rol bij de marktacceptatie van ‘circulaire grondstoffen en producten’. Dit onderstreept het belang van de koppeling tussen de circulaire economie en veranderingen in de kwaliteitsinfrastructuur.
De belangrijkste conclusie uit de onderzoeken van NEN is dat normen en certificaten een belangrijke rol spelen bij de marktacceptatie van ‘circulaire grondstoffen en producten’. Deze conclusie onderstreept het belang van de koppeling tussen de circulaire economie en (noodzakelijke) veranderingen en aanpassingen in de kwaliteitsinfrastructuur.
Voor de hand liggend is dan ook een aantal aanbevelingen om die koppeling te versterken. Bijvoorbeeld door bij Green Deals en de transitieagenda’s voor de speerpuntsectoren normalisatieagenda’s op te stellen, zodat relevante inzichten zo snel mogelijk worden vertaald naar consequenties voor normalisatie en certificatie. In de kabinetsreactie op de transitieagenda’s circulaire economie wordt ook het belang ook onderkend van koppeling met normen en inbedding van circulair denken en handelen in de ‘normale’ bedrijfsprocessen: zoals ontwerpen, inkopen, investeren. Kenmerkend citaat: ‘Het kabinet gaat inzetten op circulair ontwerpen van producten en diensten, zoals aangegeven in de transitie- agenda Kunststoffen, zodat eind 2022 zoveel productiebedrijven in Nederland stappen hebben gezet, dat dit het “nieuwe normaal” wordt’. Logisch dan ook dat het ministerie I&W de ontwikkeling van een set nieuwe Europese normen voor recycling, re-use, refurbishment, enzovoort ondersteunt.
Impact op kwaliteitsmanagement
Wat leert ons dit nu allemaal over de impact van de circulaire economie op kwaliteitsmanagement?
Van oudsher is kwaliteitsmanagement gericht op het waarborgen dat producten en diensten aan de gestelde eisen voldoen (werken en leveren conform de specs). Kwaliteitsborging van kritische processen, zoals inkoop en productie, zorgt ervoor dat de klant geleverd krijgt wat hij heeft gevraagd. Kwaliteitsmanagement is traditioneel ook de discipline binnen een organisatie die borgt dat relevante elementen van de kwaliteitsinfrastructuur worden toegepast. Normen en certificaten die van toepassing zijn op de producten en processen van het bedrijf worden bijgehouden door de afdeling kwaliteitsmanagement. Het vak heeft inmiddels een hele ontwikkeling doorgemaakt.
Als we kijken naar ISO 9001:2015 dan zien we dat kwaliteitsmanagement moet bijdragen aan het realiseren van de strategische doelen van een organisatie en gaat het om het signaleren van risico’s en kansen voor de organisatie die met goed kwaliteitsmanagement kunnen worden opgepakt. Niet langer is alleen de klant koning, maar moet een organisatie in beeld brengen welke andere belanghebbenden impact hebben op of ondervinden van het kwaliteitsmanagement van de organisatie en wat hun wensen en verwachtingen dienaangaande zijn.
Kwaliteitsmanagement beweegt veel nadrukkelijker mee met ontwikkelingen in de markt en maatschappij. Een goede voedingsbodem om circulair denken en handelen in de ‘normale bedrijfsvoering’ te verankeren.
In het oog houden en acteren op factoren en ontwikkelingen in de bedrijfsomgeving (de ‘context van de organisatie’) die relevant zijn voor strategie en doelen van de organisatie en impact hebben op het kwaliteitsmanagement is een tweede belangrijke randvoorwaarde voor ‘kwaliteitsmanagement nieuwe stijl’. Dit betekent dat kwaliteitsmanagement veel nadrukkelijker meebeweegt met ontwikkelingen in de markt en maatschappij. Een goede voedingsbodem om circulair denken en handelen in de ‘normale bedrijfsvoering’ te verankeren.
Afstemmen en integreren
Een andere belangrijke ontwikkeling is de afstemming en integratie met andere disciplines in de organisatie zoals milieumanagement, veiligheidsmanagement en assetmanagement. Deze vakgebieden hebben van oudsher hun eigen normenkaders, maar met de komst van de ‘High Level Structure’ (HLS) als gemeenschappelijke basis voor alle managementsysteemnormen, is een integrale managementbenadering een stuk eenvoudiger geworden.
Tegelijkertijd is dat noodzakelijk om als organisatie maatschappelijke uitdagingen zoals circulaire economie en klimaatadaptatie effectief aan te pakken. Deze onderwerpen kenmerken zich door hun multidisciplinaire karakter en vergen dus een goede afstemming en samenwerking tussen diverse vakgebieden in een organisatie.
Kwaliteitsmanagement kan daarbij een leidende rol vervullen omdat die discipline van oudsher het dichtst bij de primaire waarde genererende processen van de organisatie zit. Daarbij kan uiteraard geleerd worden van de andere disciplines. Bijvoorbeeld van het Life Cycle-denken in milieumanagement volgens ISO 14001:2015. Of het Strategisch Assetmanagementplan in ISO 55001:2014 dat waarborgt dat assets zo worden ontworpen en onderhouden dat zij gedurende hun gehele levenscyclus waarde voor de organisatie en haar stakeholders blijven genereren.
Uitdagingen voor kwaliteitsmanagement
De verandering van de geformaliseerde managementsystemen in bedrijven naar meer oriëntatie op externe context en belanghebbenden en naar integraal risico- en kansenmanagement zijn een goede voedingsbodem voor verankering van de circulaire economie en van de bijbehorende elementen van de kwaliteitsinfrastructuur (normen, kwaliteitstools).
‘De standaard’ voor circulaire economie bestaat nog niet.
Wat zijn daarbij de belangrijkste uitdagingen? Het is goed hiervoor te kijken naar de belangrijkste elementen en bouwstenen van circulaire businessmodellen. Daarvoor kunnen we te rade gaan bij de Britse norm BS 8001, het Franse voorstel voor een ISO-norm voor Circular Economy en diverse publicaties van het online platform Nieuwe Business- modellen (zie tabel 1). Maar ‘de standaard’ voor circulaire economie bestaat nog niet.
Kijkend naar tabel 1 valt op dat een aantal elementen van circulaire bedrijfsmodellen een vrij technisch karakter heeft, zoals levensduurverlenging en beheersen materiaalkringlopen. Andere elementen zijn waarschijnlijk in te passen in bestaande managementsystemen, zoals ecodesign en duurzaam inkopen. Grotere uitdagingen zitten in meervoudige waardecreatie en strategiebepaling en -uitvoering. Ik denk dat de nieuwe generatie (kwaliteits)managementsysteemnormen wel goede aanknopingspunten bieden, vanwege de betere mogelijkheden voor integratie van vakdisciplines en de koppeling tussen het strategische en operationele niveau. Beide zijn het resultaat van de toepassing van de High Level Structure en het risico- en kansenmanagement.
De grootste uitdagingen voor kwaliteitsmanagement zitten in de samenwerking met andere ketenpartners. In alle drie de bronnen in tabel 1 komt die prominent terug: samenwerking, industriële symbiose en organisatiemodellen voor ketensamenwerking.
Strategische en operationele samenwerking
Het huidige model voor kwaliteitsmanagement zoals vastgelegd in ISO 9001:2015 gaat nog sterk uit van één organisatie die door het goed managen van de eigen activiteiten streeft naar realisatie van haar doelstellingen. Zoals hiervoor aangegeven wel met een open oog voor veranderingen in de omgeving en afstemming met ander disciplines, maar in de context van één entiteit met een eigen strategie en doelstellingen.
De nieuwe maatschappelijke uitdagingen zoals circulaire economie, klimaatadaptatie en realisering van de UN Sustainable Development Goals vragen veel meer om strategische en operationele samenwerking tussen verschillende organisaties vanuit gemeenschappelijke doelstellingen en ambities.
Interessant in dit licht is de nieuwe norm ISO 44001 voor collaborative businesss relationships. Deze norm geeft aan hoe vanuit het op de HLS gebaseerde managementsysteem effectieve zakelijke samenwerking kan worden gerealiseerd. Dit is nog geen redesign van het managementsysteemconcept maar biedt wel aanknopingspunten om daar eens goed over na te denken. Zodra nieuwe vormen van samenwerking tussen bedrijven gemeengoed zijn geworden, zullen de normen zich daaraan aanpassen, zodat zij geen belemmering maar juist een solide basis bieden voor circulaire samenwerking en al die andere maatschappelijke uitdagingen.
Tot besluit
Kwaliteitsmanagement is voortdurend in beweging omdat de omgeving waarin organisaties werken voortdurend verandert. Het kwaliteitsmanagementmodel gebaseerd op ISO 9001 dat veel organisaties hanteren sluit hier goed op aan. Dat werkt twee kanten op: het helpt organisaties om relevant te blijven voor hun belanghebbenden en het biedt belanghebbenden aanknopingspunten om organisaties een (maatschappelijk) gewenste kant op te sturen.
De grootste uitdaging zit in nieuwe managementmodellen voor effectieve samenwerking. Ik denk dat de ontwikkeling van een ISO-model hiervoor slechts een kwestie van tijd is.
Dat werkt ook voor de circulaire economie. Volwassen bedrijven pikken de signalen op, herontwerpen hun processen en producten, gaan nieuwe samenwerkingsverbanden aan en incorporeren relevante elementen van de aangepaste kwaliteitsinfrastructuur. Overheden en andere belanghebbenden kunnen organisaties aanspreken op ‘goed kwaliteitsmanagement’ en nuttig gebruik maken van bestaande systeemelementen om hun wensen en verwachtingen binnen een bedrijf op de agenda te krijgen.
De grootste uitdaging zit in nieuwe managementmodellen voor effectieve samenwerking. Ik denk dat de ontwikkeling van een ISO-model hiervoor slechts een kwestie van tijd is.
Door: Dick Hortensius, senior-consultant managementsystemen, NEN.