Woensdagavond 18 januari om acht uur klonk voor de elfde keer de muziek van het DAQ Wintercamp. Een groep van 18 vakgenoten had zich verzameld in het gebouw Fredeshiem in Steenwijk de Bult om met elkaar te praten en zich te verdiepen in het thema van 2017: Kwaliteitsmanagement in organisaties als shared spaces, regels en ruimte.
De opzet van het wintercamp is ieder jaar hetzelfde. Het thema wordt voorbereid door een tweetal deelnemers, dit jaar Kees de Vaal en Rik Spann. De dynamiek van het wintercamp vormt zichzelf door de dingen die gebeuren.
Op de woensdagavond is het traditioneel kennismaken met elkaar. Na de openingswoorden van Teun Hardjono namens de Dutch Academy for Quality (DAQ) en de huishoudelijke mededelingen van Arend Oosterhoorn, namen de inhoudelijke organisatoren het stokje over. Zij stuurden de deelnemers na enige inleidende woorden in tweetallen weg met de opdracht met elkaar kennis te maken en te praten over de regels en de ruimte die je in je eigen jeugd hebt ervaren. Dat gaf direct veel interessante discussies. Na de tweetallen werd dat nog voortgezet in viertallen. Rond tien uur werd de eerste avond van het wintercamp afgerond met een plenaire sessie.
Shared spaces
Op donderdagochtend opende Kees de Vaal het programma met een korte inleiding over het Spiral Dynamics-model. Daarbij haalde hij ook het boek Reinventing organizations aan van F. Laloux. Er verandert momenteel veel in organisaties en deze veranderingen gaan snel. De ontwikkeling naar zelfsturing is daar een voorbeeld van. Dat geeft ook juist de verbinding met het thema weer. Zowel bij zelfsturing als bij shared spaces binnen het verkeer wordt blijkbaar een beroep gedaan op basismechanismen van mensen. Angst is daarbij wellicht een belangrijk mechanisme, omdat iedereen daardoor alert moet zijn op wat er gebeurt en hoe te reageren. De deelnemers werden in drie groepjes verdeeld om met elkaar van gedachten te wisselen over de vraag wat zelfsturing betekent voor jezelf en voor de organisatie waarin of waarvoor je werkt. Levert chaos ruimte op of heb je juist behoefte aan meer kaders of frames?
Vrijheid vinden
In de terugkoppeling kwam naar voren dat er nog veel ruimte is binnen de regels. Je kunt binnen de regels voldoende vrijheid vinden. Als je die ruimte ervaart, vind je als professional ook wel de mogelijkheid om die ruimte te realiseren.
De discussie ging ook over het begrip ‘nut’. Wanneer heeft iets nut? Zo heeft iemand een brug uit Europa, die hij zeer mooi vond, overgebracht naar een plek midden in de woestijn en daar weer opgebouwd. Is het dan nog wel een brug? Heeft de brug dan nog wel een functie? Blijkbaar is er een sterke behoefte om te duiden wat het nut is. Het mechanisme dat in de inleiding was genoemd, angst, kwam ook weer naar voren. Zorginstellingen hebben een sterk gevaarmijdend gedrag. Standaard is het hanteren van regels en protocollen, ook in de behandeling. Dat verandert nu weer in meer ruimte, maar ook met meer risico’s.
Ritme en dynamiek
In de middag startte Rik Spann zijn bijdrage vanuit de muziek. Hij legde verbanden met het thema door te wijzen op de logica van de muziek, de verbinding met het rationele. Voor ons is het gevoel van ritme bijvoorbeeld heel anders dan van muziek van Afrikaanse oorsprong.
Hij nam de deelnemers mee in de gedachtewereld van de film Mind Walk en het werk van Dave Snowden met zijn Cynefin Framework. Allemaal overdenkingen omtrent verbindingen, ritme, regels en ruimte. Alles heeft zo zijn eigen dynamiek, organiseren is iets organisch maken, zodat het vanuit zichzelf het doel kan bereiken. Er zitten volgens dat gedachtegoed drie denkfouten in strategische planning; de toekomst kan worden voorspeld, denken en doen is te scheiden en strategiebepaling is een formeel proces. Als je dat laatste zo in zou richten valt er veel buiten de scope. Hoe bepaal je bijvoorbeeld ‘heelheid’?
De avond werd gevuld door Patrick Donath en Alieke van der Wijk. Zij doen veel op het gebied van improvisatietheater en Patrick heeft zijn boodschap wereldkundig gemaakt in het youtube-filmpje ‘Doen is het nieuwe denken’. Uitgangspunt was de veronderstelling dat de veranderingen nu zo snel gaan dat we dat niet meer volgens een lineair proces kunnen bijhouden, we zullen meer moeten improviseren om bij te blijven (im pro visis = niet vooruit kunnen zien, unexpected data).
Volgens de boodschap in de film verlies je in je werkzame leven veel aan creatief vermogen. Toch moeten we steeds sneller veranderen. Het begrip ‘Middernacht’ werd geïntroduceerd (Eddie Obeng), het moment in de tijd dat markeert dat daarvoor de veranderingen trager gingen dan het menselijk verandervermogen bij kan houden en daarna steeds sneller. Je kunt nu dus alleen nog maar snel genoeg leren door te improviseren. Fouten maken hoort daarbij.
Je kunt alleen nog maar snel genoeg leren door te improviseren. Fouten maken hoort daarbij.
Er werden veel oefeningen gedaan, veel in tweetallen. Centraal in deze oefeningen stond de vaardigheid om je eigen volgende stap te baseren op wat de ander had gedaan. Probeer maar eens samen een verhaal te vertellen waarbij je ieder om de beurt een woord moet zeggen. Dan krijg je bijzonder interessante verhaallijnen.
Drie thema’s
De vrijdag werd begonnen met muziek door Rik. Kees spande zich daarna in om de resultaten tot nu toe een beetje samen te vatten. Het werd allemaal wel veel. De ruimte wordt erg groot en omvat daardoor wel alles, maar is niet meer praktisch invulbaar en maakbaar. Dat leidde tot het voorstel om alle indrukken te laten zakken en een aantal thema’s te kiezen waar vanuit wintercamp een ontwikkelingsslag gemaakt zou kunnen worden.
Er werden drie thema’s gekozen:
- Wat kunnen we aan de ontwikkeling van het vak nog verder bijdragen, met name gericht op de competenties van de auditoren?
- Kunnen metaforen helpen om de boodschap verder te verhelderen?
- Welke interessante ontwikkelingsgebieden zijn er nog te bedenken waar we vanuit ons vak een bijdrage aan kunnen leveren?
De laatste refereerde aan een eerder wintercamp, waar de ontwikkeling van het vakgebied was voorgesteld als de gang van een vloot van bootjes, waarbij ieder bootje zijn eigen bijdrage heeft, maar het geheel wel dezelfde kant op vaart.
De middag werd, haast traditioneel, doorgebracht al wandelend in de mooie omgeving van de locatie, het landgoed de Eese. Het hoofd weer even op orde krijgen na zoveel informatie die je ook wel uit je comfortzone haalt en veel te overdenken geeft.
Vrijdagavond werd gewerkt aan het vormgeven van de denkproducten van de groepen. Deze werden op zaterdagochtend allemaal gepresenteerd. Metaforen waarin het geloof een rol speelt, bootjes met de aanduidingen van de ontwikkelingsgebieden en een goed gesprek bij een kampvuur over competenties van auditors passeerden de revue. Mooie tastbare resultaten van een aantal dagen intensief met elkaar van gedachten wisselen over ontwikkelingen in de wereld en het vakgebied.