Beste Jaap,
Prince, dat is nog eens een jeugdliefde! En misschien wel de bron van mijn interesse in chaos en orde. Dank voor je brief. Je vraagt wat The Artist Formally Know As Prince ons met zijn album ‘Chaos and disorder’ wilde zeggen. Alhoewel zijn werk inmiddels 25 jaar oud is lijkt het me vrijwel onmogelijk om het nu al op waarde te schatten. Stel me die vraag over 100 jaar nog eens!
Om toch tegemoet te komen aan je nieuwsgierigheid zoom ik in op een kleine aandachttrekker in het nummer. Het is de subtiele tekstwijziging van “Chaos and disorder ruinin’ my world” in het begin van het nummer naar “rulin’ my world” in de laatste strofe. Het lijkt minimaal maar zegt volgens mij alles waar chaordisch organiseren (en Rijnlands organiseren ook?) voor staat. Als je chaos niet begrijpt lijkt het één grote ellende. Maar als je ziet wat het daadwerkelijk is en welke orde daarin verschuilt zit, kun je er wellicht mee leren omgaan.
Rijnlands Organiseren
Meer info en bestellen in onze Businezz-shop
Met het discours van chaordisch organiseren kun je de negatieve en onterechte connotatie van het woord ‘chaos’ verlaten en gaan zien waar ‘chaos’ oorspronkelijk voor staat: een periode van leegte. Jij vraagt je af of mijn lezers bereid zijn die nieuwe taal toe te laten. Hoe vergaat jou dat? Kunnen jouw lezers het Rijnlands discours toelaten zonder zich af te zetten tegen het Angelsaksisch? Bestaat het Rijnlands voor hen wel zonder dat onwenselijke tegenbeeld? (Gefeliciteerd met je nieuwe boek!). Misschien zit jouw antwoord, evenals het mijne, wel verscholen in het belang dat ik hecht aan het verschil tussen gecompliceerd en complex. Ik denk dat maar weinigen onder ons kunnen begrijpen wat de essentie van complexiteit is zonder het af te zetten tegen gecompliceerd. Ik zie almaar om me heen dat we wel erg vertrouwd zijn met gewenning aan voorspelbaarheid, de maakbaarheidsgedachte en de illusie dat we de wereld naar onze hand kunnen zetten. Dan kun je artefacten als ‘Rijnlands’ en ‘chaordisch’ alleen begrijpen als je vertrekt vanuit die oude vertrouwde context. Of gaat experimenteren vanuit die context door bewust dingen anders, niet te doen.
Vooral dat; niet doen. Kijken wat er spontaan ontstaat. Dat is voor mij de ultieme vorm van zelforganisatie: een samenwerking die ontstaat omdat mensen elkaar vinden op inhoud. Omdat ze beseffen dat ze samen verder komen. En pas als zo’n zelforganiserend team zich realiseert dat het slim is om bepaalde taken centraal te organiseren wordt een management gevormd. Dat is wezenlijk anders dan een zelfsturend team dat van het management de benodigde vrije ruimte krijgt. Hoe past dat in het Rijnlands organiseren? Is daar eerder sprake van spontaan ontstane zelforganisatie of toch eerder van een in de missie passende zelfsturing?
Je vraag naar fractals en harken bewaar ik voor een later schrijven. Want door Prince heb je me op het spoor gezet van bedoelingen in de muziek. Muziek, en zeker alle nieuwe vormen van muziek die ongeveer sinds de komst van Prince zijn ontstaan, nemen grote afstand van voorspelbare patronen en resultaten.
Wat mij bijvoorbeeld nog steeds puzzelt is de eerste alinea van Avicii’s ‘Wake me up when it’s all over’: “Feeling my way through the darkness. Guided by a beating heart. I can’t tell where the journey will end. But I know where to start.” Verwijst hij daarmee niet direct naar de start van een periode van chaos? Of, in meer modelmatige termen, naar de start van de dubbele S-curve die wij allebei in onze boeken aanhalen?
Ik kijk uit naar je reactie!
Vele groeten,
Nicoline