De Koninklijke Marechaussee is een organisatie met familiaire trekjes. Veel collega’s werken er hun hele leven. Dit heeft voordelen, want je kent elkaar heel goed en weet wat je van elkaar kunt verwachten. Er zitten echter ook nadelen aan dit familiaire. Een van die nadelen is dat de een alles kan maken en de ander eigenlijk niets goed kan doen. We hebben mensen van wie het dossier in het vakje ‘goeie jongens’ ligt en er is ook een vakje ‘doet niets goed’.
Als jonge luitenant leerde ik van mijn toenmalige commandant dat je gedrag en persoon los van elkaar moet zien en ook hoe je dat doet. ‘We spreken mensen aan op wat ze goed doen of niet goed doen, niet op wie ze zijn’, vertelde hij me. Een voorbeeld daarvan gaf hij me tijdens een oefening. We moesten met het hele eskadron eerst de verplaatsing van alle militaire eenheden naar West-Duitsland begeleiden en vervolgens tijdens de oefening onder andere militair politiewerk verrichten. We hadden
meer dan honderd dienstplichtige marechaussees mee; de een kleurde wat beter ‘binnen de lijntjes’ dan de ander.
Zonnen langs de weg
Tijdens het verplaatsen van de vele militaire colonnes door West-Duitsland stonden de marechaussees lange tijd op een kruispunt te wachten. Als er een colonne aankwam, moest het verkeer worden geregeld, maar tussen de colonnes zat soms wel een half uur pauze. De verplaatsingen waren op een mooie zomerse dag. Een van de dienstplichtige marechaussees had vanwege de warmte zijn bovenkleding uitgetrokken en was tussen de colonnes door langs de kant van de weg, voor iedereen zichtbaar, gaan zonnen.
Een kaderlid zag dat en rapporteerde dit bij de commandant, die daarvoor een krijgstuchtelijke straf kon geven. Na het verhoor kreeg deze marechaussee inderdaad een krijgstuchtelijke straf: een openlijke berisping voor de groep. Het doel van deze berisping was iedereen te leren hoe ze zich als goed marechaussee moesten gedragen. Verschillende kaderleden hadden al langer moeite met het gedrag van deze marechaussee, die altijd de grens opzocht. Ze waren blij dat hij nu eens een ‘douw’ had gekregen.
Gedrag wordt bestraft of beloond, niet de persoon
Verkeersongeval
Helaas raakten tijdens deze oefening twee andere marechaussees betrokken bij een ernstig verkeersongeval. Ze lagen met verwondingen in een Duits ziekenhuis in de buurt van het oefenterrein. Dit had grote invloed op de stemming onder de marechaussees; de jonge jongens waren uit het veld geslagen. Het werk kon dus ook gevaarlijk zijn, realiseerden ze zich, en er waren grote zorgen over hoe het zou aflopen met de twee collega’s.
De marechaussee die was berispt voor het publiekelijk zonnen in militair tenue hield de moed erin en beurde de groep in deze periode op. Zo zorgde hij voor een omslag in de stemming onder de marechaussees. Bovendien had zijn houding een positief effect op het werk tijdens deze oefening, dat uiteraard gewoon doorging. Gelukkig ging het met de twee gewonde marechaussees later beter en konden ze terug naar Nederland.
Tevredenheidsbetuiging
Aan het einde van de oefening riep de commandant dezelfde marechaussee weer voor de groep. Voor zijn positieve inbreng in deze voor veel collega’s moeilijke weken gaf de commandant hem een tevredenheidsbetuiging. Velen begrepen dit niet. Hij had toch een ‘douw’ gekregen, hoe kon hij dan nu een beloning krijgen? Ik vond het een prachtige les. Gedrag wordt bestraft of beloond, niet de persoon.
Bron: Leiderschap door de rangen heen
Door: Harry van den Brink
Foto: Beeldbank Nederlands Instituut voor Militaire Historie