Eric van ’t Zelfde is waarschijnlijk de bekendste rector van Nederland. Hij weet verwaarloosde en ongemotiveerde teams weer tot bloei te brengen en schuwt daarbij de confrontatie niet. In het boek ‘Code rood’ ontvouwt hij zijn kleurentheorie. Medewerkers kunnen groen, oranje of rood zijn en het is aan leiders om die indeling te maken. ‘Dat vinden ze vaak doodeng. Want rode collega’s moeten weg. Daar is geen ontkomen aan.’ Een harde boodschap, maar Van ’t Zelfde weet waar hij het voor doet. De leerlingen in Nederland verdienen het. ‘Onderwijs kán de gelijkmaker zijn. We kunnen daar een stukje samenleving redden.’
Eric van ’t Zelfde logt voor het interview in vanuit het Friese Drachten waar hij sinds kort rector is op het Drachtster Lyceum. Na het Hugo de Groot in Rotterdam, het Lyceum Oudehoven in Gorinchem en College de Brink in Laren, gaat hij in Drachten de rust in het docententeam terugbrengen. In zijn kamer ligt een boek Fries voor Dummies vertelt hij, de tongval onvervalst Schiedams. Die kamer is overigens niet de ‘klassieke rectorkamer’, die vond hij te veel achteraf liggen. Hij koos een ruimte waar iedereen langskomt, in het hart van de school. Dat blijkt. Meerdere collega’s kloppen tijdens het interview aan zijn deur. ‘Ik kom zo bij je’, wuift hij steeds. Een interview in hoog tempo volgt.
Kom je nou op elke school hetzelfde tegen?
‘In principe wel. Het onderwijs in Nederland heeft heel veel schade opgelopen. Er zijn ontzettend veel vacatures en de docenten die er zijn kunnen of willen niet allemaal meer. Ze zijn soms murw, hebben geen energie of geen passie. Het gebrek aan beroepstrots helpt niet. Steeds nieuwe regelgeving helpt ook niet. De onvrede richt zich vaak op de directie. En dat leidt frequent tot een ziekmakende toxische cultuur waarin sommige mensen het jarenlang volhouden.’
Met die cultuur korte metten maken, daar begint Van ’t Zelfde mee wanneer hij een organisatie binnenstapt. Hij ontwikkelde daarvoor een kleurencodering die hij uit de doeken doet in zijn nieuwe boek Code Rood dat dit najaar verschijnt. De kleuren groen, oranje en rood typeren respectievelijk de succesvolle medewerker, de medewerker met mogelijkheid om te groeien en de medewerker van wie je afscheid moet nemen. Daarbinnen zijn kleurschakeringen mogelijk; uiteindelijk definieert hij negen gebieden van menselijk gedrag langs twee assen: betrouwbaarheid en prestatie.
Kun je een paar voorbeelden geven?
‘Je kunt een medewerker in je team hebben die heel hoog zou kunnen presteren, maar die zó onbetrouwbaar is geworden dat hij of zij in het rode gebied is terechtgekomen. Die zet zijn talent in om de boel te ondermijnen. Maar je hebt ook medewerkers die ik de ‘vermoeide helden’ noem. Die zijn langzaam oranje geworden, maar het zijn mensen waar je met training en coaching nog iets voor kunt betekenen. In de oranje groep zit je potentiële groen maar óók je potentiële rood. Dat moet je zien te herkennen.’
Wie heel hoog op beide assen scoort is Oempff.
‘Ja dat zijn de mensen waar je graag naar toe gaat, die bereid zijn om mee te denken en die dat ook nog eens kunnen vanuit hun expertise en toewijding. Dat noem ik oempff.’
Waar let jij op wanneer je zo’n nieuwe school binnenkomt?
‘Ik ben op m’n qui vive. Er komen vaak direct mensen op me af die hun eigen idee erin willen fietsen en hopen op vruchtbare grond. Ook is er altijd een groep die de kat uit de boom kijkt en zich afvraagt of ik wel echt iets kan. Dat hoeft trouwens niet per se de rode groep te zijn, die twijfel kan ook voortkomen uit echte betrokkenheid.’
Hoe signaleer je rood gedrag?
‘De rode groep verraadt zichzelf uiteindelijk altijd. Ze zijn boos tijdens presentaties, ze zijn opmerkelijk vaak verzameld in de medezeggenschapsraad en ze neuzen in mijn agenda. En hoe opener en transparanter ik ben, hoe bozer ze worden. Zij verliezen dan hun macht, hun gefluister in hoekjes. Ik val iets aan waar zij waarde aan hechten, meestal hun verworven rechten.
‘Het gaat om structureel waarneembaar gedrag. Een rode persoon geeft altijd anderen de schuld en staat niet open voor coaching. Wanneer ik een les binnenstap, is zo iemand aan het overleven. Het gedrag is niet alleen schadelijk voor de organisatie maar ook voor de leerlingen. Ik zie ook direct hoe kinderen reageren op zo’n docent, die mijden hem of haar. Kinderen voelen onbetrouwbaarheid aan.’
De groene medewerker is zo ongeveer een model-werknemer. Loopt die toegewijde groep niet het grootste risico op een burn-out?
‘Een burn-out is zoiets heftigs, dan ben je echt al een hoop grenzen gepasseerd. We roepen dat overigens veel te snel vind ik. Onze arbeidsvoorwaarden zijn best goed, we sturen mensen niet met een parkiet de mijnen in. Bovendien: groen past goed op zichzelf. Een groen iemand denkt na over zichzelf, zijn eigen leven, de maatschappij. Maar inderdaad, je moet wel oppassen dat je ze niet steeds overvraagt. Je moet niet groen als de enige groep zien waar je wat mee kunt.’
Jij hebt ervaring met docenten. Kun jij met je boek leiders van totaal andere organisaties iets leren?
‘Ja. Waar mensen samenwerken met elkaar, daar gebeurt van alles in de onderlinge verhoudingen. Ik heb het boek al aan een aantal scholen en multinationals gepresenteerd en het wordt herkend. Het maakt echt niet uit of je in het bedrijfsleven of binnen een school werkt. Het is relevant voor elk directielid om personeel in kaart te kunnen brengen. Het gaat erom dat mensen op een bepaalde manier behandeld willen worden. Ze willen gezien, gewaardeerd en geschoold worden. Ze willen dagelijks nut ervaren, dat het van waarde is dat ze er zijn.’
Het gaat erom dat mensen op een bepaalde manier behandeld willen worden. Ze willen gezien, gewaardeerd en geschoold worden. Ze willen dagelijks nut ervaren, dat het van waarde is dat ze er zijn.’
Wat willen andere leiders meestal van jou weten?
‘Zij vinden het vaak lastig om hun medewerkers in een kleur te plaatsen en willen eigenlijk horen dat iedereen wel oranje of groen mag zijn. Tja, dan kun je er ook achter komen dat een teamcoach of directielid te weinig ruggengraat heeft. Zij moeten het lef hebben en de verantwoordelijkheid nemen om de indeling te maken en bij rood hoort nu eenmaal de actie ontslag. Daar ontkom je niet aan.’
‘Ook vragen ze me vaak of medewerkers kunnen wisselen van kleur. Dat is zeker mogelijk. Een groene medewerker kan, als je hem of haar maar lang genoeg verwaarloost, oranje worden. Zo iemand kun je er met een beetje moeite wel weer bijtrekken. Daarbij is de invloed van rood gevaarlijk. Die wil oranje ook naar zich toetrekken. Of rood weer oranje of groen kan worden? Dat ligt eraan hoe structureel het gedrag al is. Valt het nog in de categorie lichtrood stil verzet of is het al donkerrood en gevaarlijk? Je moet je ook voorstellen dat mensen die de boel ondermijnen, het als een blamage zien om dan ineens weer hun best te gaan doen.’
Moeten medewerkers zelf inzicht hebben in de indeling?
‘Ja absoluut. Een teamlid moet kunnen zien: hee ik was eerst groen maar ik ben opgeschoven naar lichtoranje. Ze moeten altijd zelf weten waar ze staan. Dan heb je iets om over in gesprek te gaan en kun je zonodig gericht met training en coaching aan de slag.’
We laten mensen te lang zitten is jouw boodschap. Wat is je speelruimte om er iets aan te doen?
‘Je krijgt mensen in Nederland heel moeilijk ontslagen en zeker docenten. Natuurlijk kun je aan dossiervorming doen, maar dat duurt vaak te lang. Bovendien loop je het risico dat je iemand heel dicht op z’n huid gaat zitten om het dossier maar compleet te krijgen. Dat is vaak ook niet fraai. Ik probeer altijd te bedenken dat iemand die zich bij jou als een zak gedraagt, thuis misschien een heel lieve opa is. Je moet wel de mens blijven zien. Ik probeer altijd er onderling uit te komen en een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Dat kost geld, maar dat is wel een uitweg.’
En vind maar eens een nieuw iemand.
‘Ja, klopt, en als ze er al zijn dan gaan ze liever naar een sterke school in Drachten dan naar een zwakke school in de grote stad. Terwijl de zwakke scholen de beste leraren nodig hebben. We moeten daar echt iets aan doen. Veel bedrijven hebben last van de tekorten op de arbeidsmarkt, dat is bekend, maar het onderwijs heeft wel een maatschappelijke functie en daar mogen geen tekorten optreden, niet kwantitatief en niet kwalitatief.’
Ineens zegt hij: ‘Soms overweeg ik ermee te stoppen. Ik vind het echt vreselijk om te zien dat de echte problemen niet worden aangepakt. Dat het onderwijs altijd weer kwetsbaar is, afhankelijk van de minister. Onderwijs zou bevrijd moeten worden van de politiek. De wildgroei aan ideeën kan ik echt niet meer aan. Ik heb nu twee docenten natuurkunde nodig, maar ik kan ze niet vinden. Dus ik kan de kinderen niet bieden wat ze nodig hebben. Dat is frustrerend. Dat maakt verdrietig.’
Jij kunt toch makkelijk stoppen? Met je boekje het congrescircuit in. Teams gaan trainen.
‘Dat zou kunnen. Maar ik ben ondanks alles verslaafd aan dit vak. Ik heb een beroep gekregen waarvan ik niet wist dat het zo bij me paste. Toen ik in 1995 als docent Engels op een school in de Haagse Schilderswijk begon was dat zo vormend. Ik leerde wat armoede met kinderen doet. De samenleving is alleen maar ‘samen’ voor een bepaalde groep, dat zag ik daar. En onderwijs kán de gelijkmaker zijn. We kunnen daar een stukje samenleving redden. Ja en dat kan ik niet loslaten. Ik vind dat wat ik iedere dag doe, nut moet hebben voor het algemeen belang.’
De samenleving is alleen maar ‘samen’ voor een bepaalde groep, dat zag ik daar. En onderwijs kán de gelijkmaker zijn. We kunnen daar een stukje samenleving redden.
Heb je in al die jaren in het onderwijs zelf wel eens rood gedrag vertoond?
‘Bijna. In die eerste baan in de Schilderswijk gingen de docenten aan de pils zodra de leerlingen naar huis gingen. Ik ook. We waren echt kameraden, ik wilde daaraan meedoen. Na een jaar of twee, drie kregen we een nieuwe directeur. Die zei: op een school kan gewoon niet gedronken worden, punt uit. Daar had ik nooit over nagedacht. Nu denk ik: wat een absurd gedrag en we vonden ook nog dat ons iets werd afgenomen. Ik was groen voor mijn leerlingen, maar ik werd als werknemer toch een beetje rood. Altijd spijt van gehad.’
Als rector ben je veelgeprezen. Spannend om als auteur met dit boek de boer op te gaan?
‘Ja natuurlijk. Toen ik Superschool schreef, twijfelde ik ook heel erg aan mezelf. Ik ben altijd zenuwachtig. Is het wel goed genoeg? Wie ben ik om dit allemaal te vinden? Maar ik doe het toch. Natuurlijk, ik wil niet als een vleermuis sterven.’
Je wilt wel gezien worden.
‘Ja. Dat dus.’
Eric van ’t Zelfde is rector, bekend van het televisieprogramma Dreamschool en het boek Superschool. Hij begon zijn carrière op een van de grootste probleemscholen van Nederland waar hij een verwaarloosd en ongemotiveerd team trof. Vastberaden om van de school een topschool te maken, besloot hij het juiste team te vinden en te kneden. Zo ontwikkelde hij de kleurenmethodiek die hij in zijn nieuwe boek deelt met alle organisaties van Nederland. Van t Zelfde spreekt op het Jaarcongres Verandermanagement op 27 juni 2024. Inschrijven kan hier.
Door: Jannie Benedictus