Een school waar zowel leerkrachten als leerlingen de eerste zeven weken een detoxificatieprogramma volgen om te ‘ontgiften’ van het reguliere onderwijs. Een kunstenaar als directielid. Een visie waaruit blijkt dat het beter is om juist niet op talent te sturen. Aan het woord is Sjef Drummen, onderwijskunstenaar van de Niekée in Roermond en medegrondlegger van het Agora-onderwijs. Sjef Drummen is binnenkort te beluisteren op het Event Verdraaide organisaties.
Geen onderwijsvernieuwing maar een radicaal alternatief voor onderwijs
‘Bij de oprichting van onze school tien jaar geleden hebben we gezegd: we doen alleen nog maar wat goed is voor de ontwikkeling van de kinderen’, zo begint Drummen zijn betoog. ‘Daarbij maken we gebruik van ons boerenverstand, van de collectieve intuïtie van docenten en van de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van onder meer de neurologie en enhanced technology.’
We maken gebruik van ons boerenverstand, van de collectieve intuïtie van docenten en van de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van onder meer neurologie en enhanced technology.
Drummen benadrukt de consequentie van de gekozen bedoeling: ‘De ontwikkeling van de kinderen staat steeds voorop. Dus ook als regelgeving niet meehelpt, dan stoppen we daar dus mee.’ Gezien de goede resultaten die Niekée en Agora boeken, staat de onderwijsinspectie inmiddels aan hun kant. ‘Zij zijn het ermee eens dat het gaat om kwaliteit en die leveren we’, aldus Drummen.
Agora: geen klaslokalen, geen hokjesdenken
Agora is Grieks voor ‘plein’. Daar ontmoeten mensen elkaar en daar leren ze van het leven zelf. Het gebouw van Niekée – waar een deel van de leerlingen zich volgens de Agora-principes kunnen ontwikkelen – kenmerkt zich door een grote open en kleurrijke ruimte. Geen klaslokalen, geen hokjesdenken.
We kwamen erachter dat we het onderwijs niet moesten verníeuwen, maar dat we een radicaal alternatief moesten gaan bieden voor het huidige onderwijs.
Drummen legt uit: ‘Het marktplein van nu omvat de hele wereld. Daar sluit het reguliere curriculum helemaal niet meer op aan met leraren voor een bord, met klassen en vaste roosters.’ Dat is in Roermond dus allemaal overboord gezet. ‘We kwamen erachter dat we het onderwijs niet moesten verníeuwen, maar dat we een radicaal alternatief moesten gaan bieden voor het huidige onderwijs’.
Belangrijkste taak
Drummen legt uit wat de belangrijkste taak is die de leraren in de onderbouwklassen meekrijgen: zorg dat de kinderen aan het eind van de onderbouw blaken van het zelfvertrouwen.
De belangrijkste taak die de leraren in de onderbouwklassen meekrijgen is: zorg dat de kinderen aan het eind van de onderbouw blaken van het zelfvertrouwen.
Ook over het vervolg en het behalen van eindtermen heeft Drummen een uitgesproken visie: ‘Kinderen krijgen hier geen huiswerk. Iedereen haalt zijn of haar diploma op eigen tempo. En veel van onze leerlingen halen cijfers die hoger liggen dan het landelijke gemiddelde. Dit terwijl het aantal zogenoemde achterstandsleerlingen hier veel hoger ligt dan gemiddeld in Nederland.’
Later in het interview stelde Drummen het nóg scherper: ‘Ieder kind kan naar de universiteit als je het maar de optimale leervoorwaarden aanbiedt. Pablo Pineda is daar het levende bewijs van. Hij is doctorandus geworden, mét het syndroom van Down.’
Het belang van een einddoel
‘Leerlingen bepalen in het AGORA-onderwijs steeds zelf hun einddoel. Met dat einddoel voor ogen – bijvoorbeeld: carrière maken zoals Ali B – gaan zij op onderzoek uit’, aldus Drummen. Het standaard curriculum heeft daarbij plaatsgemaakt voor vijf werelden: de kunstzinnige, wetenschappelijke, spirituele, maatschappelijke en sociale/ethische wereld. ‘Zo leren de leerlingen zoveel mogelijk over de wereld om zich heen én beginnen we bij de interesse van het kind.’
Het reguliere onderwijs werkt vooral als doctrine op de kinderen door, waardoor zij vooral niet over hun einddoel gaan nadenken.
Het reguliere onderwijs werkt vooral als doctrine op de kinderen door, waardoor zij vooral niet over hun einddoel gaan nadenken. Ze moeten daarin vakken volgen en rijtjes stampen. ‘De vraag waartoe die rijtjes nodig zijn, is daarbij vaak ver te zoeken’, stelt Drummen. ‘Vervolgens vinden we het vreemd dat als ze 13 jaar zijn, ze nog steeds niet weten wat ze willen worden. We conditioneren kinderen door al dat soort schoolsystemen tot kasplantje.
Kinderen weten als ze klein zijn wat ze willen worden. Ergens hebben we hen dat afgeleerd. Die focus brengen wij weer terug.
Bij AGORA beginnen we juist met de vraag wat ze willen worden. Wat is hun droom, wat is hun einddoel? Dat wisten ze vroeger ook, dus ergens hebben we hen dat afgeleerd. Want een meisje van vier jaar weet precies wat ze wil worden. Die wil eerst prinsesje worden en later ballerina of bijvoorbeeld in de zorg aan de slag. Die focus brengen wij weer terug. Waar wil jij je op richten?’ Pas dan krijgt het leren ook een functie. Je ontwikkelt je immers altijd ergens naar toe.
Docent bepaalt de route
Drummen legt uit dat er een verschil is tussen het bepalen van het einddoel en het bepalen van de route. ‘De leerling bepaalt het einddoel; de docent bepaalt de route ernaartoe. Zo bewaakt hij het proces en bepaalt hij het speelveld. Aan de leraar de schone taak om tijdens de reis richting Ali B ook bijvoorbeeld Johan Sebastian B te introduceren. De leraar moet de wereld voor de kinderen ontsluiten. Hij is vaak de vervanger van hun prefrontale cortex. Die is bij pubers en adolescenten nog tot hun 28e jaar in ontwikkeling. Pubers denken niet, pubers voelen. Dus de leraar moet voor hen denken: ‘We gaan het zo doen, want dan zie je meer van de wereld.’
Niet op talent of kennis sturen, maar op mensen
‘Stuur als leraar juist niet op talent’, benadrukt Drummen. ‘In mijn perceptie is een talent een zwakte, een overontwikkeling van één aspect. Het is tegelijkertijd ook je motor, het drijft je. Daardoor mag je ervan uitgaan dat kinderen dat stuk zelfstandig zullen ontwikkelen. Als docent ben je er juist voor om kinderen die gebieden te laten ontdekken die ze nog niet kennen. Breng iemand die goed is met cijfers juist eens in contact met de kunsten. Of andersom. Anders krijg je in het geval van die cijfertjes nerds die beperkt zijn in hun functioneren en in hun ontwikkeling.
Een talent ontwikkelen kinderen zelf wel, je moet ze juist dingen aanbieden die ze nog niet kennen.
Drummen vervolgt: ‘Neurologisch gezien bestaan er ook helemaal geen alfa- of bèta-types. Dat is wat wij van hen maken. Wij willen dat vastgezette denken actief doorbreken. Wij moeten straks concurreren met de Chinezen. Dan gaat het om entrepreneurship en het ontwikkelen van creatief denken. Het gaat er om dat onze leerlingen met allerlei verschillende mensen leren omgaan.
Niveaus mixen
Om dezelfde reden mixen wij alle niveaus van denken. Alle kinderen lopen hier dwars door elkaar: van het basisniveau tot en met het gymnasiumniveau. Zo ziet de wereld er buiten immers ook uit. Als je mensen zo vroeg gaat labelen en uit elkaar gaat halen, dan werk je toch juist segregatie in de hand? De Onderwijsraad stelde al in 2013 dat het huidige model segregeert. Prof. Joseph Kessels zei ooit: ‘De kenniseconomie gaat verloren door je te focussen op kennis.’ Je moet je daarentegen focussen op de mens, op de principes hoe de mens zich ontwikkelt en op het versterken van zijn verbeeldingskracht.
Levenskunst
Drummen besluit: ‘We moeten er met name voor waken dat we aan het onderwijs geen idiote dingen gaan toevoegen. Als je bij het huidige reguliere onderwijs de geïnstitutionaliseerde onzin weghaalt, dan blijft er heel weinig over. Tegelijkertijd heb ik heel veel geloof in de kwaliteit van mensen. Want dat heb ik in kinderen, dus dan heb ik het ook in mensen. De eigen kracht van kinderen – en van mensen in het algemeen – is heel groot. Niemand kan je die kracht ontnemen en niemand kan jou die kracht ook geven. Die heb je. Leer daarmee werken. Dat kun je “levenskunst” noemen.’
Meer weten? agora.nu
Sjef Drummen is een van de sprekers tijdens het Event Verdraaide Organisaties, 15 december, Driebergen. Met Wouter Hart, Stijn van Kreij en Albert Jan Kruiter. Lies hier het verslag van het vorige Event Verdraaide Organisaties.
Interview: Guido van de Wiel