We staan voor de grote maatschappelijk opgave om transities vorm te geven op het gebied van klimaat, energie en de circulaire economie. Jan Jonker gaf onlangs een lezing over transitie voor een van de grootstedelijke colleges van B&W. Hij zeven benoemde zeven transitietips.
1. Zet een stip op de horizon
Waar wil je staan in 2030? En waar dus eerst in 2025? Hoe ziet dat eruit, hoe ruikt dat, hoe voelt dat? Wat betekent het om daar te komen: werk samen aan een visie op duurzaamheid en circulariteit, inclusief sociale betrokkenheid.
2. Verknoop drie transities
Verknoop de drie transities waar we voor staan: klimaat, energie en circulair. Hoe ga je deze als raad, als stad, als burgers, als bedrijven gezamenlijk organiseren – over de huidige collegeperiode heen. Stel in het licht hiervan een concrete en haalbare transitieagenda en -route op. Bouw geen ‘Ladder to the Moon’: 2025 en 2030 is al ver genoeg.
3. Maak je eigen definitie
Formuleer een definitie die voor jullie als college, als stad, van betekenis is. Wacht niet op een ‘alomvattende’ definitie – die gaat er niet komen. En als hij er toch komt, dan zijn mensen het er per definitie niet over eens.
4. Stel indicatoren vast
Maak een set heldere, werkbare en makkelijk te hanteren indicatoren (vaak zijn er al allerlei principes) en zorg ervoor dat deze toekomstbestendig zijn. Let wel: voor het Rijk moeten alle wegen naar CO2-reductie leiden. Impactmeting is dus cruciaal.
5. Zorg voor betrokkenheid van burgers
Kijk bij alle plannen en projecten naar de rol en het engagement van, met en door burgers. Zonder hun betrokkenheid wordt het niets met de transitie. Ook zij zijn aan zet. Geen vrijblijvendheid maar samen aan de bak, samen verantwoordelijk, samen werken aan resultaat.
6. Investeer in leren en arbeidsmarkt
Wat is de impact van deze ‘groene economie’ op de grondstoffen- en arbeidsmarkt?Waar moeten al die spullen (grondstoffen) en ‘handjes’ (competente mensen) vandaan komen? Het uitvoeren van de transitie vraagt om mensen waarvan naar schatting 85% op mbo-niveau is opgeleid. Er moet dus geïnvesteerd worden in de leercolumn én in arbeidsmarktvraagstukken.
7. Stel een regionale innovatie- en kennisagenda vast
Welke kennis en kunde is er nodig voor de transitie en waar komt deze vandaan? Doe dat op basis van twee blokken van 5 jaar (sneller gaat niet). Vertaal dat in een grote klussen en projecten met bijbehorende middelen en impact. Werk samen met hbo- en mbo-opleidingen én met bedrijven.
Rcht ook regionale en/of lokale transitieacademies op om kennis, praktijken en ervaringen te delen. Alleen door samen, prutsenderwijs de transitie vorm te geven, komen we verder.
door: Jan Jonker. Prof. dr. ir. Jan Jonker is hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn werk richt zich onder andere op het ontwikkelen van businessmodellen gericht op duurzaamheid, circulariteit en inclusiviteit.