Start-ups hebben iets wat grote ondernemingen vaak niet hebben, en grote ondernemingen hebben iets wat start-ups niet hebben. Samenwerking ligt voor de hand – maar in welke vorm?
Grote ondernemingen en start-up bedrijven verschillen als dag en nacht: de een heeft wat de ander juist ontbeert.
Grote ondernemingen hebben de resources, schaal, macht en procedures om een bewezen businessmodel efficiënt te runnen.
De start-up heeft dat allemaal niet, maar vaak wel veelbelovende ideeën, een wendbare organisatie, risicobereidheid en aspiraties om snel te groeien.
Hoe combineer je de sterke punten van beide?
Vier modellen
Tobias Weiblen en Henry Chesbrough (Haas School of Business) onderscheiden vier modellen die ondernemingen kunnen gebruiken om succesvol met start-ups samen te werken.
1. Corporate venturing: een gevestigde onderneming neemt een (meestal exclusief) belang in een externe start-ups. Vaak eindigend in een volledige overname.
2. Corporate incubatie (‘inside-out’). Soms worden slimme ideeën of veelbelovende technologieën binnen de onderneming geboren maar passen ze niet in de corebusiness of het businessmodel. Corporate incubators voorzien in financiering, huisvesting, expertise en contacten en bieden het oprichtersteam een startup-achtige omgeving.
3. Outside-inprogramma’s: interessante start- up producten of -technologieën worden beschikbaar gemaakt voor de onderneming (bijvoorbeeld via licenties), die meerdere startups helpt om hun ideeën uit te werken en realiseren.
4. Inside-outprogramma’s (platform): de start-up bouwt zijn product met gebruik van het platform van de onderneming, om zo de markt voor de onderneming te vergroten. Een voorbeeld is de app-economie die ‘leeft’ op Apples iOS en op Googles Android. Een ander voorbeeld is PayPals Blueprint-programma, dat alleen toegankelijk is voor door partners aanbevolen, dus vooraf gescreende, start-ups.
Drie voorwaarden
Bij alle modellen is het essentieel om de kloof tussen onderneming en start-up zo klein mogelijk te houden. Daartoe moeten ondernemingen drie dingen doen:
• Bescherm de start-up tegen bureaucratie. Het beste is als een afzonderlijke unit verantwoordelijk is voor de interactie met de start-ups en als buffer optreedt tussen de snelle start-up wereld en de trage corporate wereld.
• Wees eerlijk en doe wat je zegt. De macht tussen onderneming en start-up is oneerlijk verdeeld. De onderneming moet hard werken aan haar geloofwaardigheid en start-ups laten zien dat ze een eerlijke partner zijn. Dus niet andermans ideeën kopiëren, geen machtsmisbruik en geen onredelijke contracten.
• Zorg voor integratie met het ondersteunende ecosysteem. De onderneming moet heel duidelijk zijn over haar unieke waardepropositie voor de start-up: welke voordelen alleen zíj biedt door toegang tot haar resources en hoe makkelijk het met haar werken is. Openheid naar de andere ecosysteemspelers is cruciaal.
Bron: California Management Review, winter 2015