Bestuurders en managers moeten in de eerste plaats de professionals inspireren. Daarnaast zullen ze de samenhang tussen de verschillende thema’s moeten bewaken in plaats van voor te schrijven hoe het moet. Dat kunnen de professionals zelf, aldus bestuurder Ariëtte van Reekum van GGz Breburg in Brabant.
“Op dit ogenblik is een van de belangrijkste onderwerpen voor ons het steeds nijpender wordende personeelstekort. In de afgelopen periode zijn de tekorten allereerst onder hoogopgeleiden gegroeid, de laatste tijd ook onder verpleegkundigen. Als we een paar jaar terug kijken, zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een schommelbeweging: in de periode daarvoor was er juist sprake van boventalligheid, die nu is omgeslagen in tekorten. Een ander belangrijk punt is het creëren van ruimte voor passie en vakmanschap onder medewerkers: door de toegenomen bureaucratie in de afgelopen jaren is deze ruimte onder druk komen te staan. Dit heeft geleid tot een uitstroom van medewerkers naar kleinere praktijken. Een belangrijke opdracht voor bestuurders is om weer ruimte te creëren waarin die passie en dat vakmanschap kunnen gedijen.Een goede balans tusssen inhoud en bedrijfsvoering
Aan de andere kant is het is volgens mij ook wel terecht om te concluderen dat we er in de sector – en dus ook binnen GGz Breburg – niet altijd in slagen om professionals de uitdagingen en ruimte te bieden die hen aan ons verbindt. Daar wordt de bureaucratie vaak verantwoordelijk voor gehouden, maar er is ook iets voor te zeggen dat inhoudelijke thema’s soms wat traag van de grond komen en dat we er niet altijd in slagen een goede balans tussen inhoud en bedrijfsvoering te vinden. Het lijkt alsof we de urgentie van deze inhoudelijke thema’s niet snel genoeg onderkennen of weten hoe we hier vorm aan moeten geven, dan wel ons laten sturen door de waan van de dag. Een kritische noot naar onszelf. Minder regels en protocollen leiden tot meer ruimte. In het verlengde hiervan kunnen we de vraag stellen: hoe ziet de wereld na de protocollen er uit? Er is een kentering gaande en duidelijk is dat de klinische praktijk de kern zal vormen van de nieuwe werkelijkheid. Daar krijgen de medewerkers energie van, daar kunnen ze hun passie en vakmanschap kwijt. We moeten echter ook kaders stellen en de vraag is hoe die eruit zullen zien en hoe dwingend ze zullen zijn. Het zal voor alle betrokkenen nog een zoektocht worden om een goed evenwicht tussen vrijheid en zelfstandigheid, en deze kaders te vinden.Politiek geïnspireerde bewegingen
Naar ons idee past dit allemaal binnen veel grotere bewegingen in de GGZ tussen centraal en decentraal, tussen intramuraal en extramuraal. Met name de GGZ is erg gevoelig voor dit type – vaak politiek geïnspireerde – bewegingen en per decennium kan er een ander organiseerprincipe aan de orde zijn. Dit veroorzaakt veel onrust, zoeken naar houvast en naar wat wel en wat niet werkt. Door al deze ontwikkelingen wordt steeds meer moed van medewerkers en leidinggevenden of bestuurders gevraagd. Moed om een eigen koers uit te zetten en soms de confrontatie aan te gaan, moed om ruimte op te eisen, zowel voor de medewerker als de leidinggevende. En moed om kaders te stellen omdat vrijheid van handelen en zelfstandigheid een groot goed zijn, maar ook hun grenzen kennen. De basis voor een goede balans tussen kaders en eigen handelingsruimte beschrijven organisaties gewoonlijk in hun strategie en hun koers. De kunst is om die vervolgens te ‘laden’ met dat wat de professionals met de organisatie bindt, want het moet niet bij woorden blijven. En dat vraagt inzet van bestuurders en managers. Zij zullen in de eerste plaats de professionals moeten inspireren, daarnaast zullen ze de samenhang tussen de verschillende thema’s moeten bewaken in plaats van voor te schrijven hoe het moet, dat kunnen de professionals zelf, die een grondige hekel hebben aan inconsistenties tussen koers en uitwerking.Eigen positie in de sector
GGZ Breburg is de afgelopen jaren zichtbaarder geworden door zich te profileren op een aantal inhoudelijke thema’s als High & Intensive Care (HIC) als vorm van crisiszorg. Door de HIC is de opnameduur gedaald van gemiddeld dertig dagen naar achttien dagen, en het aantal separaties gedaald met maar liefst 90%. Daarnaast profileert GGZ Breburg zich met verdergaande ambulantisering en TOPGGZ op het terrein van psychosomatiek en wel in het centrum voor Lichaam, Geest en Gezondheid. Een en ander past bij onze strategie om ons op inhoudelijke thema’s verder te profileren. We hebben ook geïnvesteerd in het vergroten van het regelvermogen van onze medewerkers. Met het oog op de eerder geconstateerde noodzaak om medewerkers meer ruimte te geven voor hun passie en vakmanschap in een steeds bureaucratischer wordende wereld. Punt van aandacht is dat we door onze ligging een medische faculteit in de omgeving missen, waardoor er geen natuurlijke aanwas van jonge mensen is.”Aansprekende innovaties in de afgelopen periode
Aansprekende innovaties van GGZ Breburg die we de afgelopen jaren hebben ontwikkeld zijn:- High & Intensive Care (HIC)
- De wijze waarop met Routine Outcome Meting (ROM) wordt omgegaan als instrument om de inspanning tussen cliënt en behandelaar in de praktijk te structureren. We sturen hierbij ook steeds meer op uitkomsten.
- Het werken met de iROC als methodiek voor de cliënt om het eigen herstel te meten.
- Het inbrengen van ervaringsdeskundigheid in het HIC en de FACT teams.
- Het verhogen van het zelfsturend vermogen van de medewerkers: het ontwikkelen van zelfstandigheid binnen kaders.
Financiële werkelijkheid stelt andere eisen
We voegen er aan toe dat we ook – of misschien juist – in de acute fase vorm willen geven aan eigen regie bij cliënten en hun naasten waarbij we het principe van Shared Decision Making (SDM) vorm en inhoud willen geven. ROM hanteren we dus zowel in de acute fase en als interventie in de behandelkamer om een beeld te krijgen waar de cliënt staat. En met IHT gaan we in op een belangrijke pijler in onze visie op behandeling, namelijk herstellen doe je thuis en met de mensen die belangrijk voor je zijn. De leerpunten bij al deze innovaties is dat het afmaken van deze innovaties aandacht behoeft: we hebben meer dan voldoende creativiteit binnen onze organisatie maar we zijn niet goed in het afmaken van ideeën en innovaties. Een ander leerpunt voor ons is niet te veel tegelijkertijd te willen starten: door het enthousiasme willen we te veel en moeten we soms pas op de plaats maken en projecten stopzetten, bijvoorbeeld omdat de veranderende financiële werkelijkheid andere eisen stelt.Uitdagingen voor de komende periode
De belangrijkste uitdaging voor ons in de toekomst is hoe de zorg vanuit de overheid georganiseerd zal worden en welk effect dat dit zal hebben op organisaties als GGZ Breburg qua organisatietype, maar ook qua schaalgrootte. Zo wordt jeugd- en ouderenzorg steeds meer in netwerken georganiseerd, waarbinnen de medewerkers vanuit GGZ Breburg hun bijdrage leveren. Ze komen op deze wijze steeds verder van hun ‘moederorganisatie’ af te staan. De vraag is welke effecten dit heeft op de organisatie, welke rol GGZ Breburg als organisatie nog zal hebben in de toekomst en op welke wijze zij invulling kan geven aan de eisen van de buitenwereld op het terrein van kwaliteit en continuïteit van haar medewerkers en dienstverlening. En hoe dit dan georganiseerd moet worden. Dit is nog onontgonnen terrein dat we de komende jaren meer en meer in kaart zullen moeten brengen.Met welke resultaten zijn we tevreden
We kijken pas tevreden terug als de medewerkers kunnen zeggen dat ze zich met hart en ziel verbonden voelen met hun cliënten, hun vak en hun organisatie, GGz Breburg.”Ambities voor de komende periode
Onze ambities voor de komende periode zijn drieledig:- Verdere profilering van GGZ Breburg met TOPGGZ: het behouden van erkenning op het terrein van de psychosomatiek, en het verkrijgen van een erkenning als TOPGGZ – organisatie op een ander terrein;
- blijven opleiden van (jonge) medewerkers;
- blijven investeren in wetenschap en onderzoek.