Netwerken plaatsen ons in spannende situaties. Ze dagen ons uit en laten ons puzzelen, zonder dat we vanzelfsprekend komen tot dé oplossing. Het is balanceren tussen uitersten, tussen aandachtsgebieden en tussen kansen en mogelijkheden. De kunst is met elkaar de juiste weg te vinden.
Samenwerking tussen terreinbeheerders in een provincie
In 2012 wordt duidelijk dat er de komende jaren minder geld beschikbaar komt voor terreinbeheer. De provincie wil haar terreinbeheerders ondersteunen en nodigt tien partijen uit om te komen tot meer en betere samenwerking. In het traject ontstaat, ondanks alle goede bedoelingen, initieel veel weerstand en onduidelijkheid. Het blijkt dat de betrokken partijen op veel fronten van elkaar verschillen. Zo zijn er twee landelijke partijen betrokken, een partij die zowel in deze als in een andere provincie opereert, zijn er duidelijke verschillen in omvang en geldt het vooruitzicht van minder geld niet voor alle partijen. Deze verschillen leiden tot een verschil in urgentie en een verschil in het type initiatieven die de partijen samen willen oppakken. Als voorbeeld: een aantal partijen vindt het interessant om in de bedrijfsvoering gezamenlijk op te trekken. Dat is voor de partijen die over heel Nederland opereren echter helemaal niet interessant. Zij hebben al veel schaalgrootte bereikt en een samenwerking in de provincie zal daar niet positief aan bijdragen. Een aantal partijen werkt veel met vrijwilligers en wil daar iets mee, maar ook dat geldt niet voor alle partijen, waardoor ook dat onderwerp niet voor iedereen een aanlokkelijk perspectief biedt. Kortom: er is in eerste instantie geen gedeelde noemer te vinden waar iedereen aan wil bijdragen, met als resultaat dat de samenwerking ondanks alle goede intenties niet van de grond komt. Toch is samenwerking voor vrijwel alle partijen gewenst, maar hoe dan? Een uitkomst uit deze patstelling blijkt mogelijk door de samenwerking te beschouwen en te organiseren als een netwerk. Een netwerk waarin de partijen een aantal spelregels afspreken. Zo spreken ze af om eens in de drie maanden met de directeuren bij elkaar te komen en de ontwikkelingen in de provincie te bespreken. Een andere afspraak is dat ze als netwerk kansrijke projecten of samenwerkingsinitiatieven starten waaraan niet iedere partij hoeft deel te oefenemen. Sterker nog, de spelregel is dat alleen die partijen mogen meedoen aan een project of initiatief die daar ook daadwerkelijk een meerwaarde in zien. Minimale eis is daarbij dat minstens twee partijen uit het netwerk moeten deelnemen. Met het uit elkaar trekken van concrete samenwerkingen en het collectieve netwerk, neemt het gesprek tussen de organisaties een positieve wending. Ineens vindt een aantal partijen elkaar rondom bedrijfsvoering, weer andere rondom het werken met vrijwilligers, het groenafval et cetera. Het gesprek verandert van een gesprek waarin men de ander probeert te overtuigen aan iets deel te nemen waar diegene niet achterstaat, tot een gesprek dat gericht is op het benutten van kansen tussen twee of meer partijen. Het tempo wordt nu bepaald door wat partijen samen willen, samen kunnen bereiken en niet door wat iedereen moet inleveren.