Hoe meer van de volgende tien dingen je doet, hoe meer je managementstijl toe is aan een make-over.
Kruis aan wat voor jou geldt:- Je bent niet bereikbaar. Leidinggeven draaide altijd al om drie dingen: communiceren, communiceren en communiceren. Nu moet dat op vijftien manieren. E-mail is zo vorige eeuw. Blijf ook in gesprek op Slack, Blend, Prezi, Google Hangouts, YouTube, Twitter en Vine. Grijp af en toe gerust terug naar de Middeleeuwen: praat face-to-face met je mensen.
- Je kunt je niet de laatste keer herinneren dat je ‘sorry’ of ‘dank je’ zei. Weinig origineel wellicht, maar je team complimenteren is nog steeds de effectiefste, snelste en meest onderschatte tool in je prestatieverbeteringstoolbox. Je excuses aanbieden geeft een boost aan wat je mensen vinden van je authenticiteit en EQ.
- Je hebt geen idee wat je teamleden in hun vrije tijd doen. Het lijkt bijkomstig maar in goede teams kennen en vertrouwen de mensen elkaar. Een goede kapitein interesseert zich voor waarvoor zijn crew warm loopt, op het werk en daarbuiten. Deel ook een paar van je eigen interesses.
- Je doet een beroep op je autoriteit om discussies te winnen. Ook wel bekend als de ‘just fucking do it’-managementstijl, waarbij tegenwoordig zelfs militairen hun wenkbrauwen optrekken. Tel de volgende keer tot 10 en bedenk hoe je jouw urgente probleem kunt keren naar ‘hun’ niet te missen kans.
- Je luistert niet genoeg (of te veel). Iedereen wil worden gehoord. Slechte luisteraars maken in de regel slechte keuzes. Goed luisteren is ook je mond blijven houden als mensen die niets te melden hebben aan het woord zijn, niet op je smartphone loeren, niet uit het raam kijken of bedenken wat je vanavond eens zult eten. Maar pas op: te veel luisteren kan erop duiden dat je moeite hebt met beslissingen nemen.
- Je neemt makkelijke, niet-bedreigende mensen aan. Dit kan onopzettelijk gebeuren (suboptimaal kiezen, afgaan op intuïtie) maar ook expres (je eigen positie beschermen). Simpele test: zou je iemand aannemen in de wetenschap dat hij beter is dan jij en dat hij jouw baas zou kunnen worden?
- Je blijf in je comfortzone. Een klassieke beginnersfout. Dit doet zich vaak voor als je op grond van je capaciteiten bevorderd wordt naar een functie die nieuw voor je is, waarin je je nog onzeker voelt. De comfortzonebaas blijft dan gewoon zijn oude ding doen, wat zowel zijn eigen ontwikkeling als de teamontwikkeling stillegt.
- Je maakt van alles een wedstrijd. Het is inherent aan onze laat-kapitalistische omgeving, waarin gamifacation alomtegenwoordig is. Competitie kan ook te ver worden doorgevoerd. Interne competitie is slecht voor de werksfeer. Het klassieke voorbeeld: drie teams in één bedrijf die erom strijden één en dezelfde klant binnen te halen. Als het achter de rug is worden de verliezers geacht stoïcijns verder te werken of er niets gebeurd is, zij aan zij met de winnaars. Dream on. Zoiets mondt uit in politiek gekonkel, disfunctioneel gedrag, zelfs sabotage.
- Je zegt: ik weet dat het idioot is, maar we moeten het toch doen. Iedere baas maakt het mee: de rotboodschap van je eigen baas moeten overbrengen, bijvoorbeeld over bezuinigen. Het slechte nieuws klakkeloos doorgeven plaatst ook jou in de ogen van je mensen aan de verkeerde kant. Ga je verantwoordelijkheid niet uit de weg. Een goede reactie: intelligente vragen stellen. Wat is het uiteindelijke doel dat de onderneming hiermee wil bereiken? Is er een slimmere manier om het voor elkaar te krijgen? Ook voor jezelf goed: af en toe niet louter een doorgeefluikje zijn kon nu wel eens net zijn waar je superieuren behoefte aan hadden.
- Je vergeeft je eigen missers, maar die van anderen niet. Onze behoefte om een goed gevoel te hebben over onszelf is sterker dan de behoefte om de realiteit te doorzien. Het geeft je ego een knauw als je ziet dat je dezelfde dingen doet waaraan je bij anderen zo’n hekel hebt. Maar het is jouw job als baas om meer realiteit te verdragen en managen dan die ander. De sleutel: weten hoe dat wat je zegt anderen beïnvloedt, en geen beslissingen nemen uit zelfbelang die anderen schaden.