De golf van startups is inmiddels ook aangespoeld in de directiekamers van gevestigde bedrijven. Gezien de groeiende aandacht voor exponentieel groeiende technologie en de disruptieve kracht van nieuwkomers als Airbnb en Uber is dat geen wonder.
De verandersnelheid van technologie en economie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Software eet hele branches op en digitaal darwinisme heeft ervoor gezorgd dat grote en dominante bedrijven zijn omgevallen.
Dit heeft onmiskenbaar geleid tot een groeiend animo onder corporates om zichzelf ook meer als een startup te manifesteren. Het thema staat prominent op de agenda van topmanagers. Je kunt tegenwoordig geen bedrijf meer binnenlopen of je wordt trots wegloodst naar een cool ogend innovation lab waar creatieve jonge honden zich naar hartenlust kunnen uitleven. Vaak worden zulke plekken ook opengesteld voor creatieve ondernemers en worden er allerlei activiteiten georganiseerd om de disruptieve geesten binnen het bedrijf wakker te maken. De drie auteurs van het boek De Corporate Startup – een consultant, een ondernemer en een mentor van incubators – hebben hier weinig mee op. In hun ogen is het niet meer dan ‘innovatietheater’: een makkelijke manier om goede sier te maken met vernieuwende kwaliteiten die men helemaal niet bezit. In plaats van de mentaliteit en mores van startups klakkeloos na te bootsen, zouden corporates er goed aan doen om zich te richten op datgene waar zij goed in zijn: het methodisch en systematisch bedenken, testen en op de markt brengen van innovaties.
Het boek – dat overigens ook in een Nederlands versie verkrijgbaar is – laat er geen misverstand over bestaan dat innovatie tegenwoordig een must is. Een noodzaak, die gevestigde bedrijven maar nauwelijks onder de knieën krijgen. Want er gaat op dit vlak nogal eens wat mis, zo blijkt. Kijk alleen maar naar de overname van Nokia door Microsoft, bedoeld om de Amerikaanse softwaregigant een vliegende start in de mobiele telefoniemarkt te bieden. De opzet faalde jammerlijk, met als gevolg een verlies van maar liefst 7,5 miljard dollar. Nokia zelf is trouwens een voorbeeld van een bedrijf dat zich door zijn eigen successen in slaap heeft laten sussen. Het bedrijf had tijdenlang een leidende positie op het gebied van mobieltjes en lanceerde zelfs als eerste een smartphone. Bij gebrek aan gebruiksmogelijkheden (het idee om apps te ontwikkelen was toen nog niet geboren) werd dat geen succes en verplaatste Nokia haar aandacht naar andere productinnovaties. Dom, dom, dom: een paar jaar later ging ´startup´ Apple er met de buit vandoor en was het over en sluiten voor Nokia.
Betekent dit dat corporates per definitie vanuit een verloren positie strijden? Nee, zo maken de auteurs duidelijk. Ook al worden de oprichters van succesvolle startups als rocksterren aanbeden, de overgrote meerderheid van de startups – meer dan 90% – faalt jammerlijk. De belangrijkste factor van hun falen is doorgaans het gebrek aan uitvoeringskracht. Corporates doen er goed aan om zich op die uitvoeringskwaliteiten te richten en zich niet te veel aan de werkwijze van startups te spiegelen. Concreet betekent dit dat ze methodisch en als een gezamenlijk ecosysteem te werk gaan. Met name dit laatste is belangrijk: veel kennis en energie gaat binnen gevestigde bedrijven immers verloren doordat afdelingen niet met elkaar, maar tegen elkaar werken. Succesvolle innovatie veronderstelt echter een naadloze samenwerking tussen talloze actoren met ieder hun neigen rol, variërend van het bedenken van nieuwe ideeën en producten tot aan het op de markt brengen, het verkopen en het opschalen.
Aan de basis van corporate vernieuwingskracht staat een innovatief ecosysteem dat op vijf pijlers rust. In de eerste plaats moet iedereen binnen de organisatie doordrongen zijn van het belang van innovatie. Volgens de auteurs kan dit het beste gebeuren door het formuleren van een ´Innovation Thesis´, een heldere en betekenisvolle visie over het waarom en waarheen van de organisatie. Waarom het belangrijk is om als organisatie over een eenduidige en betekenisvolle innovatievisie te beschikken, is fraai verwoord door Eric Ries, de drijvende kracht achter het model van de ´lean startup´. In De lean startup schrijft hij: ´In een moderne organisatie is het ieders recht om te weten waarom de dingen waaraan je werkt belangrijk zijn behalve voor je baas.´
De tweede pijler van het ecosysteem is de innovatieportfolio. Deze moet voorkomen dat alle aandacht plotseling naar vernieuwing en verandering uitgaat en de bestaande businessactiviteiten er maar bijhangen. Een innovatieportfolio zorgt ervoor dat de aandacht voor de bestaande kern, voor aangrenzende vernieuwingen en voor radicale en disruptieve innovaties met elkaar in evenwicht is. Als derde pijler fungeert het innovatieraamwerk, waarin de verschillende fasen van een innovatie – het creëren , het testen en het opschalen van een nieuw idee – in ondergebracht worden. Het zorgvuldig meten van de voortgang en het creëren van innovatieve praktijken, gedragingen en teamdynamieken zijn respectievelijk de vierde en de vijfde pijler van het innovatieve ecosysteem.
De pijlers van het ecosysteem evenals de daaruit voortvloeiende praktijken worden in aparte hoofdstukken helder en systematisch uitgewerkt. Daarbij wordt voortdurend verwezen naar praktijkvoorbeelden en naar manieren om meteen zelf aan de slag te gaan. Aan het slot van het boek wordt nog een apart hoofdstuk besteed aan de vraag hoe je vandaag nog met innovatie kunt starten. Dit alles maakt De Corporate Startup niet alleen tot een omvangrijk, maar ook gedegen handboek. Naast inspirerende voorbeelden staat het boordevol modellen, instrumenten figuren en praktisch toepasbare aanpakken. Waar boeken over startups de lezers vooral aanzetten tot ondernemerschap en doen in de vorm van experimenteren, leren en realiseren, kiezen de auteurs voor hun doelgroep van corporate managers en medewerkers een min of meer tegengestelde aanpak. Niet het doen, maar het denken in de vorm van analyseren, onderbouwen en methodisch te werk gaan stellen zij centraal. Of dit werkelijk de weg naar corporate succes is en of startups en corporates hierdoor beter met elkaar kunnen samenwerken, is voor mij een grote vraag. De tijd zal het leren.
Door: Hans van der Loo
Hans van der Loo is expert op het gebied van energiek veranderen. Als adviseur, publicist en spreker richt hij zich op het bevorderen van de kracht waarmee mensen, teams en organisaties in beweging te komen teneinde uitzonderlijke prestaties te realiseren. Tegenwoordig is hij medeoprichter en eigenaar van Betterday. Van der Loo schreef verschillende succesvolle boeken. Op dit moment werkt hij aan Wavemakers.
Bron: Managementboek