Bij het kopen van producten zijn consumenten onderhand redelijk gewend geraakt aan de verschillende labels die iets zeggen over herkomst, samenstelling en de mate van duurzaamheid. Zo geeft het ‘bio’-predicaat aan dat voedingsmiddelen op basis van bepaalde biologische principes tot stand zijn gekomen. Dat betekent zoveel als dat deze zijn verbouwd zonder gebruik te maken van kunstmatige toevoegingen of beschermingsmiddelen. Of andere labels als ‘fair trade’ of ‘UTZ’. Deze geven aan dat de productieketen voldoet aan sociale duurzaamheidseisen. Dankzij een explosieve groei is het aantal labels en predicaten nogal verwarrend. Wat dekt nu wat? Waar staat een bepaald logo voor? Maar desalniettemin tracht deze trend om duurzaamheid te labelen enig houvast te geven bij het maken van bewustere keuzes door de consument. Met de opkomst van de Circulaire Economie (CE) is het aannemelijk dat een soortgelijke ontwikkeling van certificeringen, labels, enzovoorts te verwachten is. Deze zouden dan moeten aangeven wat de mate van circulariteit van een bepaald product is. Hoe wordt dan echter die maat bepaald? Wat is dan een circulair product? En waar ligt het verschil met ‘gewone’ duurzame producten?
Collegereeks Circulaire Economie
Leer om zelf de transitie naar een circulaire organisatie te maken en schrijf je in.