Wouter Hart is constant bezig om het gedachtegoed van Verdraaide organisaties te verdiepen en te ontwikkelen.
Via de anekdote van zijn campingtafeltje komt Hart, wiens nieuwe boek in het najaar verschijnt, op het Event Verdraaide Organisaties te spreken over het verschil tussen sommige productieprocessen en andere vormen van dienstverlening. Hart: ‘In productieprocessen waar je exact weet wat de ondergrond is en waar je alle omstandigheden in de hand hebt, is het heel simpel: daar geef je één iemand de regie. Vervolgens laat je die persoon de oplossing bepalen voor iedereen. Tegen de rest zeg je: jullie zijn uitvoerder van de elders bedachte oplossing.’ Hiertegenover zet Hart situaties waarvan de ondergrond en alle lokale omstandigheden juist niet geheel en al vooraf bekend zijn. ‘Hoe organiseer je het dan?’ aldus Hart. ‘In een wereld waarin de ene bewoner de andere niet is, of de ene cliënt de andere niet is, de ene leerling de andere niet is, het ene team het andere niet is, de ene professional de andere niet is. Dan werkt het juist niet om de oplossing vooraf te centraliseren. Dan gaat het veel meer om de vraag: wat is er in de praktijk op elke plek nodig om daar het oplossend vermogen te vergroten?’Wouter Hart: ‘Van de oplossing geven naar het vergroten van het oplossend vermogen’Even later: ‘Je hebt steeds twee elementen om vanuit te sturen. Het ene is waar iets voor bedoeld is, een soort geest van de wet, die gaat over de vraag ‘wat beogen we ermee?’. Dat vertalen we dan vaak naar iets wat klip en klaar is, iets letterlijks: de letter van de wet. Zo’n protocol, zo’n letter van de wet is niet zomaar tot stand gekomen. Daar gaat veel wijsheid in schuil. Het gaat erom de wijsheid die vervat is in het protocol op te sporen. En je verantwoordelijk te voelen voor die wijsheid. Ga niet vechten tegen het systeem, maar ga staan voor de bedoeling.’ Hart vervolgt op het Event Verdraaide Organisaties: ‘Steeds meer kwam ik er echter achter dat we mensen vooral verantwoordelijk maken voor het uitvoeren van de letter, het uitvoeren van de norm, het uitvoeren van het protocol. We communiceren eigenlijk niet zo veel over de geest, terwijl het dáár om gaat. Door mensen verantwoordelijk te maken voor het uitvoeren van de letter, ontsla je ze van de verantwoordelijkheid om de geest in vervulling te brengen.’ Hart doet een appel op de mensen in zaal: ‘Wat als je vanaf vandaag nu eens besluit dat je verantwoordelijk bent voor het in vervulling brengen van de geest van de wet en dat de letter van de wet daar mogelijk een goede handreiking en indicatie bij is? Zou het niet mooi zijn als steeds meer mensen op die manier hun professionele verantwoordelijkheid vorm gaan geven? Ga bijvoorbeeld als agent niet automatisch mee in het gegeven dat jou een bonnenquotum wordt opgelegd. Ga er niet in mee als gecentraliseerd bepaald wordt dat jij 120 bonnen uit zou moeten schrijven. Maar achterhaal waar dat getal van 120 bonnen op gebaseerd is en vertaal die wijsheid vervolgens naar je eigen context. Zo is steeds de vraag of het letterlijke protocol voor jouw situatie dan de goede vorm is; de goede vertaling van de wijsheid. Dat kun je alleen beoordelen door de context erbij in ogenschouw te nemen.’
Joseph Oubelkas: ‘De nachten telde ik ook.’
Als er iemand een voorbeeld is die niet is gaan vechten tegen het systeem, maar is gaan staan voor wat hij wel kan en wat hij wel wil, is het Joseph Oubelkas. Voordat Joseph zijn levensverhaal afsteekt, zet hij Wouter Hart met een knipoog in een illuster rijtje. ‘Je moet weten: ik denk in plaatjes,’ zo begint Joseph. ‘Dan doemt Plato voor me op in de grot met die vlammen en schaduwen, en vervolgens Newton onder de boom met de appel … En dan zie ik ineens Wouter in dat rijtje. Op de camping met dat campingtafeltje.’
Intermezzo: Stijn van Kreij als muzikale omlijsting

Toke Tom: ‘Ongelijke situaties ongelijk behandelen’
Uit de vragen van Wouter Hart aan de zaal blijkt dat het merendeel van het publiek met name voor de hoe-vraag komt. Hoe pas je nu alle inzichten, alle lessen rondom het werken volgens de bedoeling, toe in het dagelijks werk? Het werk waar je te maken hebt met subsidieplafonds, toezichthoudende instanties en kwaliteitsfunctionarissen? Om aan de vraag naar het hoe gestalte te geven, betreedt Toke Tom, directeur Maatschappelijke Ontwikkeling bij de gemeente Utrecht, het podium. De twee meest praktische toepassingen die Toke de mensen mee weet te geven, is het werken met leidende principes en het werken met de waardendriehoek. ‘Onze leidende principes hebben in het gehele veranderproces vooropgestaan en vormen nog steeds de kern van de Utrechtse ambitie,’ aldus Toke. ‘Het gaat dan om leidende principes die helpen om te doen wat nodig is. Denk aan “ruimte voor professionele beslissingen”, “eenvoudig systeem, minder bureaucratie” of het principe dat “de veiligheid van het kind altijd de ondergrens vormt”.’ Toke vervolgt: ‘Het probleem is dat heel veel instanties uitgaan van modelburgers: burgers die hun post openmaken, burgers die niet onnodig schulden maken, burgers die zich keurig tegen de buren gedragen, et cetera. Daarnaast zijn we in Nederland enorm gefocust op rechtmatigheid. Wat de een krijgt, moet de ander ook krijgen.’ Maar een rigide focus op rechtmatigheid, maakt de ruimte voor maatwerk klein, zo legt Toke uit: ‘Wij proberen dat maatwerk toch mogelijk te maken. Met heel veel instanties is vaak alleen gestandaardiseerd contact mogelijk. Ze zijn moeilijk toegankelijk en heel afstandelijk. Er is eigenlijk nooit iemand die kan luisteren naar je verhaal of even kan meedenken. Dat is heel vaak onmogelijk. Wat we ook zagen, was dat de professionals vaak niet de ruimte pakken die ze hebben. Blijkbaar is er iets anders nodig, om te gaan staan. Daarbij denken we steeds vanuit de unieke mens. We gaan ongelijke situaties ongelijk behandelen.’


