Op dit moment vallen personen die een melding doen over misstanden bij organisaties onder de bescherming van de Wet Huis voor Klokkenluiders. Deze wet zal worden aangepast door de implementatie van een Europese Richtlijn, en verder door het leven gaan als Wet bescherming Klokkenluiders.
De verwachting is dat de wetswijziging voor de zomer van 2022 in werking treedt. Hoog tijd dus voor werkgevers om zich hierop voor te bereiden. In dit artikel zetten we de grootste wijzigingen uiteen.
Ook melding van inbreuken op het Unierecht
Op dit moment zijn werkgevers met tenminste 50 personen verplicht om een interne procedure te hebben voor de melding van vermoedelijke misstanden binnen de eigen organisatie. Zodra de gewijzigde wet in werking treedt, moeten deze werkgevers ook een procedure hebben voor de melding van inbreuken met betrekking tot het Unierecht.
Voor organisaties met 50-249 werknemers geldt dat zij de interne meldprocedure pas op 17 december 2023 in orde hoeven te hebben.
Uitbreiding kring van beschermde personen
Onder de nieuwe wet zijn klokkenluiders beter beschermd. Op dit moment biedt de wet enkel bescherming aan werknemers en ambtenaren onder het benadelingsverbod. Dit houdt in dat zij geen nadeel mogen ondervinden van het doen van een melding van een vermoeden van een misstand.
Na inwerkingtreding van de nieuwe wet, geldt het benadelingsverbod voor alle personen die in een werkgerelateerde context activiteiten verrichten voor een organisatie (en voor personen die de melder bijstaan). Dat betekent dat, naast werknemers en ambtenaren, ook vrijwilligers, stagiairs, zzp’ers, sollicitanten, aannemers, aandeelhouders, bestuurders en leveranciers zich straks op het benadelingsverbod kunnen beroepen.
Aanscherping interne meldprocedure
Een andere wijziging ter verbetering van de bescherming van de klokkenluider, is de omkering van de bewijslast in het voordeel van de melder. De melder hoeft straks alleen te bewijzen dat hij benadeeld is en dat hij een melding heeft gedaan. De werkgever moet bewijzen dat de nadelige maatregel niet werd genomen vanwege de melding.
Daarnaast stelt de nieuwe wet strengere eisen aan de interne meldprocedure:
- Werkgevers moeten melders binnen zeven dagen na het ontvangen van de melding een ontvangstbevestiging sturen.
- Vervolgens moeten zij de melder, binnen drie maanden na het verzenden van de ontvangstbevestiging, informeren over de stand van zaken en verdere behandeling van hun melding.
- Ook moeten werkgevers alle ontvangen meldingen registreren. Mondelinge meldingen kunnen worden opgeslagen door (met toestemming vooraf) een opname te maken of door een zo nauwkeurig mogelijke transcriptie te maken.
Externe meldpunten
Ten slotte is direct extern melden onder de nieuwe wet mogelijk. Aangewezen inspecties en toezichthouders, zoals de AFM, DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens, zijn straks verplicht externe meldpunten in te richten waar zij meldingen ontvangen, onderzoeken en behandelen. Zo hoeft een klokkenluider niet per se eerst bij de werkgever te melden, maar kan hij met dezelfde bescherming terecht bij een extern meldpunt.
Voorbereiding
Charco & Dique adviseert werkgevers die onder de reikwijdte van de nieuwe wet vallen om nu alvast te beginnen met de voorbereidingen. Denk hierbij aan het opstellen van een klokkenluidersregeling of het inrichten van een interne meldprocedure.
Ook waarschuwt het adviesbureau werkgevers dat zij, zodra de wet in werking treedt, verplicht zijn hun medewerkers informatie te verschaffen over:
- De interne meldprocedure;
- De manier waarop meldingen over vermoedelijke misstanden en inbreuken op het Unierecht buiten de organisatie kunnen worden gedaan; en
- De rechtsbescherming van werknemers (zoals het verbod op benadeling door u als werkgever na het melden van een vermoedelijke misstand of inbreuk op het Unierecht).
Bron: Charco & Dique