De deelnemers krijgen bij de werkvorm reconstructie een in stukken geknipt model of stappenplan. De opdracht is om – individueel of in groepen – het model te reconstrueren.
Wat levert de werkvorm reconstructie op?
Hoe vaak gebeurt het docenten niet dat zij in hun training beginnen met de presentatie van een model? Smit (1995) beschrijft dat het starten vanuit een model niet effectief is omdat een model het resultaat is van een leerproces van de professional. Hij kon het model pas maken nadat hij de complexe werkelijkheid heeft kunnen ervaren en doorgronden. Voor de lerende is het dus belangrijk dat hij, net als de bouwer van het model, gevoel krijgt voor de complexiteit van de werkelijkheid. Hoe meer hij de gedachtegang van de bouwer zelf kan navolgen, hoe groter de kans dat hij het model begrijpt, kan onthouden en toepassen. De reconstructiemethode biedt de mogelijkheid om deelnemers te laten oefenen met de opbouw van een model. De reconstructieoefening doet een beroep op eigen kennis en op het vermogen om logisch te redeneren, waardoor de kennis van het model beter wordt verankerd.
De werkvorm reconstructie stap voor stap
Stap 0 Voorbereiding: reconstructieoefening maken
Kies het model, stappenplan of de procedure die je in de training of bijeenkomst wilt introduceren. Vermenigvuldig het model en knip het in een aantal werkbare stukken. Let op: knip de stukken niet zó dat je aan de manier van knippen ziet hoe ze aan elkaar gepast moeten worden. Zet ook de oplossing van de oefening op papier, zodat je die kunt uitdelen.
Stap 1 Opdracht geven om het model te reconstrueren
Bepaal van tevoren of je de oefening individueel, in tweetallen of kleine groepjes wilt laten doen. Introduceer de oefening door te zeggen dat je hen met een model wilt leren werken dat je niet gaat uitleggen, maar dat hun vraagt om op basis van hun eigen kennis, ervaring en logisch verstand na te denken over de opbouw van het model of volgorde van de procedure. Geef alleen de informatie die zij nodig hebben om het model te kunnen vormen, zoals wat voor soort model het is en waar je het model voor kunt gebruiken.
Stap 2 Tijd geven om het model te reconstrueren
Geef de groep de tijd om het model in stilte te reconstrueren. Zorg dat je deze stilte bewaakt.
Stap 3 Oplossing uitdelen
Loop tijdens de oefening rond en kijk wanneer de deelnemers ermee klaar zijn. Deel de oplossing bij voorkeur op papier uit, zodat men zelf kan controleren wat goed en wat fout was. Stap 4 Gezamenlijk nabespreken en vragen beantwoorden Geef na de oefening de mogelijkheid om vragen te stellen of discussiepunten te bespreken. Leg eventueel achtergronden bij het model uit en ga over tot verdere toepassing van het model.
Toepassingsmogelijkheden van de reconstructie werkvorm
De werkvorm Reconstructie is geschikt voor uiteenlopende situaties en doeleinden. In eerste instantie denken veel mensen aan toepassing in opleidingen en trainingen, maar ook voor vergaderingen of projectgroepen kan deze werkvorm handig zijn. Hieronder volgen een aantal suggesties:
Model aanreiken
- Knip een model in stukken en laat men dit reconstrueren;
- Vul het model in met een casus of voorbeeld en knip het ingevulde of toegepaste model in stukken;
Literatuur bestuderen
- Laat de deelnemers op basis van literatuur die zij moeten lezen, individueel of in groepen voor elkaar een reconstructieoefening maken;
Projectplan presenteren
- Geef geen presentatie over je projectplan, maar zet de stappen van je project op stroken en laat deze door de groep reconstrueren tot een plan;
Project evalueren
- Laat terugkijken op het project en alle gezette stappen op stroken zetten. Leg de stroken met de groep in de volgorde zoals ze zijn uitgevoerd, en bespreek welke volgorde voor de toekomst wenselijk is en welke aandachtspunten er per stap zijn;
Keten inzichtelijk maken
- Zet alle stappen van een productieproces of een keten op kaarten en laat deze in de juiste volgorde leggen. Bespreek de opbrengst na: welke stappen zijn risicovol, wat voor effect heeft een fout in de ene stap op de volgende stap, et cetera.;
- Zet alle afdelingen van de organisatie op kaarten en laat deze in volgorde leggen van afhankelijkheid. Bespreek de opbrengst;
Bron: Het Groot Werkvormenboek 1
Door: Sasja Dirkse, Angela Talen