In de tijd waarin wij leven is het terrein van de spiritualiteit in toenemende mate los komen te staan van het domein van het werk. Werk en ‘kerk’, je geld verdienen en je richten op waar je in gelooft, je functie vervullen en je gebed uitspreken: het zijn totaal verschillende gebieden geworden. Datzelfde geldt, misschien nog wel in sterkere mate, voor het gebied van de liefde en de vriendschap. Het is in de organisaties van vandaag de dag bijna een taboe geworden om je dieper te verbinden met je collega’s dan wat in functionele zin noodzakelijk is. Collega’s die een vriendschap, laat staan een liefdesrelatie aangaan met elkaar: dat doe je niet. Maar zou het niet veel vruchtbaarder zijn als deze gebieden met elkaar verbonden worden? Als het werk ook een spirituele betekenis kan gaan krijgen en tot zingeving gaat voeren? En als collega’s zich dieper verbinden met elkaar en daardoor elkaar veel fundamenteler en dieper gaan aanspreken?
De scheiding tussen werk en privé
Samengevat komt het erop neer dat het in onze tijd volstrekt gangbaar en gewoon is geworden om werk en privé gescheiden te houden en ons als persoon als het ware op te splitsen. Op het werk zijn wij rationele, resultaatgerichte wezens waar emoties geen vat op krijgen, relaties functioneel zijn en alles wat neigt naar spiritualiteit als zweverig wordt ervaren. En thuis worden we geregeerd door onze emoties, zijn onze relaties allesbehalve functioneel en is onze spiritualiteit over het algemeen vaag en vrijblijvend. Zodra we de drempel over gaan van onze werkplek spreken we ook zo min mogelijk over wat er aan de andere zijde van ons bestaan gaande is. Dat gaat onze collega’s niet aan en leidt alleen maar af. Wellicht dat we als het water ons echt tot aan de lippen staat, we dat onze collega’s wel mededelen, maar dan wel zo dat het niet ten koste gaat van ons werk aan de ene zijde of onze privacy aan de andere zijde.Een gemiste kans
Nog los van de onmogelijkheid om jezelf als mens op te splitsen en het gegeven dat je jezelf en alles wat er speelt over en weer hoe dan ook toch meeneemt naar de andere kant, is het niet alleen psychisch gezien ongezond dat tegen beter weten in toch te proberen, maar is het vooral ook een gemiste kans. Hoeveel meer betekenis, energie en kracht zou ons werk niet kunnen krijgen als die gebieden verbonden zouden kunnen worden? Hoe veel dieper de verbinding, hoe veel groter de toewijding? Het is misschien wel de belangrijkste drijfveer achter onze boeken ‘Bezieling werkt’ en ‘Het licht en de korenmaat’, om het werk tot ‘kerk’ te maken, en collega’s tot onze partners. Om samen de hemel op aarde te brengen, het diepste wat ons motiveert en drijft om te zetten in een product of dienst waar de wereld beter van wordt. Om liefhebbend en biddend je werk te doen.Werk als spirituele weg
Als werk alleen nog maar het noodzakelijke brood op de plank is geworden, als het in jouw werkomgeving alleen nog maar gaat over de winst die het kan opleveren of de taak die moet worden uitgeoefend, en efficiency en doelmatigheid de belangrijkste doelstellingen zijn geworden, dan zal het ons vroeg of laat uithollen, opbranden of ziek maken. Wij kunnen uiteindelijk niet leven van brood alleen, wij hebben ook geestelijke voeding nodig. Zonder zin te ervaren in het werk wat je doet, krijg je er ook letterlijk steeds minder zin in, vergaat je de lust om te werken. Andersom geldt natuurlijk ook dat als spiritualiteit geen handen en voeten krijgt, geen uitdrukking vindt in het dagelijks bestaan, waaronder het dagelijks werk, het eigenlijk niets om het lijf heeft en een zweverig en vrijblijvend karakter krijgt. Wat heb je er aan aura’s te zien, meditatief tot diepe rust en wijsheid te komen of helende energie in je handen te hebben, als je er niet concreet iets mee doet? Wat zijn je godservaringen op zondag waard, als je je als Kortjakje op maandag weer ziekmeldt? ‘Werk is bij uitstek het gebied waarin je gevraagd wordt te handelen. In je werk geef je een voorbeeld van dat waar je in gelooft en geef je vorm aan wat je drijft’, schreven wij in het Licht en de korenmaat; je ziel als werkgever.De betekenis van werk in de verschillende tradities
Deze weg, waarin werken en bidden samenkomen is ultramodern, sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in allerlei woonwerkgemeenschappen beoefend, maar tegelijkertijd zo oud als de mensheid. In bijna alle tradities wordt zij als een spirituele weg erkend. Zo kent de Indiase yogafilosofie drie verschillende wegen om ‘verlichting’ te bereiken: de ‘jnana yoga’ richt zich op spirituele groei door kennis en meditatie. De ‘bhakti yoga’ leidt de leerling naar transformatie door middel van bidden en offeren. En de derde weg, de ‘karma yoga’ ziet juist in het bezield uitvoeren van je werk, de beste kansen en mogelijkheden om boven de beperkingen van je ego uit te stijgen. Zoals de voormalig Nepalese chef van een van onze begeleiders, een gelovige Hindoe, het zo mooi uitdrukte: ‘In het werk van alledag waait voor mij de hardste wind, als ik daarin het vlammetje van mijn ziel brandende weet te houden, voel ik me dichterbij God dan in het diepst van mijn gebeden’. Ook de benedictijnen in de christelijke traditie erkennen het belang van het werken in de wereld. Hun lijfspreuk luidt niet voor niets: ‘ora et labora; bid en werk’. Een spreuk die ook gebezigd werd door de oude alchemisten, voor wie de werkplaats van het laboratorium tevens de werkplaats was van de ziel. Werken in de materie was voertuig voor het werken in de geest. In die zin spraken de alchemisten over ‘Het Grote Werk’. Als de alchemist in zijn Grote Werk pogingen deed om duistere, zware metalen om te zetten in lichtere, dan was hij tegelijkertijd ook in zijn innerlijke werkplaats bezig duisternis in licht om te zetten. Terwijl hij in een retort allerlei stoffen aan het verhitten was, opdat ze al kokend, gereinigd en gezuiverd konden worden, ervoer hij tegelijkertijd hoe hij in zijn eigen bestaan door het levenslot gekookt en gezuiverd werd. Niets ging buiten hemzelf om. De sleutel van alle voortgang lag primair in het eigen innerlijk. Als zijn werk stagneerde, keek hij om te beginnen naar binnen, naar wat hij zelf mogelijk had gedaan of nagelaten. Hij begon altijd bij zichzelf en hij liet het daar niet bij: wat hij in zichzelf begon, liet hij eindigen in de buitenwereld, in het werk waar hij mee bezig was.Bezielde organisaties
Bezieling vinden in je werk is niet alleen belangrijk voor het individu, maar zeker ook voor organisaties. Organisaties die er in slagen hun medewerkers op dit diepere niveau aan te spreken en aan zich te binden, zullen uiteindelijk betere resultaten boeken dan de organisaties waar mensen enkel op een functioneel niveau aangesproken worden. Waar je met elkaar via je werk de wereld bewust een beetje beter kan maken, je als mens van betekenis kan voelen, je kan ontwikkelen tot de beste versie van jezelf, en je elkaar daarin voedt en steunt, zal er meer kwaliteit geleverd worden. Mensen zullen zich verantwoordelijker voelen voor het geheel, meer bereidheid tonen te leren van en aan elkaar, en zich voller inzetten voor hun klanten. Dat soort mensen zijn ook in hun werk in ‘gebed’, in die zin dat ze innerlijk voortdurend het gesprek zoeken met de bedoeling, met de ziel van de organisatie. ‘Hoe kan ik zo dienstbaar mogelijk zijn aan waar deze organisatie toe bestemd is?’, en: ‘Wat is de bedoeling van mijn werk?’, zijn levende, steeds weer terugkerende vragen. Van het soort organisaties waar medewerkers gestimuleerd worden zichzelf dit soort vragen te stellen en waar het gesprek dat gevoerd wordt uiteindelijk steeds weer hier over gaat, gaat echt iets uit. Ze zijn aantrekkelijker, zowel voor medewerkers om in te werken, als voor klanten om zich naar toe te wenden. Ze zullen, zeker op de langere termijn, ook effectiever en winstgevender zijn.Vol verbinden met elkaar
Datzelfde geldt, en komt daar vaak ook uit voort, voor organisaties waarin mensen zich niet alleen ten volle verbinden met de ziel van de organisatie, maar ook met hun collega’s. Zich verbinden zoals ze dat in hun persoonlijke bestaan ook doen met hun vrienden en hun partners. Een verbinding niet enkel om in functionele zin gebruik te maken van elkaar, maar om elkaar te steunen in de weg die je als mens gaat om zoveel mogelijk diegene te worden die je in wezen bent. Want is dat uiteindelijk niet het wezenlijke van de vriendschaps- en liefdesrelatie? Dat je echt betrokken bent bij het geluk en de ontplooiing van de ander, en die ander bijstaat het beste te halen uit het leven en uit zichzelf?- Wie meer wil lezen over de praktische vertaling van dit betoog, lees het onlangs bij Management Impact uitgekomen boek van Hans Wopereis ‘Bezieling werkt; 8 bronnen van groei en ontwikkeling in organisaties’.