Voor mijn onderzoek vroeg ik meer dan 500 mensen welk gedrag op hun werk voor hen absoluut onacceptabel is. Dat zaken als discriminatie, seksuele intimidatie en fraude niet door de beugel kunnen is helder. Maar bij ‘onfatsoenlijk’ en ‘niet respectvol’ wordt het al wat schimmiger wat we daar onder verstaan. Is je stem verheffen intimiderend? Is een seksistisch grapje hetzelfde als pesten? Betekent je mond houden niet de waarheid vertellen? En wat is het verschil tussen kritisch zijn en klagen? Wanneer ben je zelfsturend en wanneer denk je alleen maar aan jezelf?
Wat we onacceptabel vinden op de werkvloer (bovenaan staat wat het meest genoemd is):
- Seksuele intimidatie.
- Fraude/stelen.
- Intimidatie met woorden of misbruik van macht. Anderen onfatsoenlijk/ Onbeschoft/laatdunkend bejegenen.
- Pesten/treiteren.
- Afspraken niet nakomen. Niet doen wat je zegt.
- Niet de waarheid vertellen, oneerlijkheid.
- Roddelen. Negatief over collega’s praten die er niet bij zijn. Het niet tegen de persoon zelf zeggen, maar wél tegen anderen.
- Klagen. Cynisme.
- Geen verantwoordelijkheid nemen/duiken/niet proactief zijn.
- Alleen aan het eigenbelang denken.
- Niet aanspreekbaar zijn op gedrag. Fouten niet erkennen.
- Niet op tijd laten weten als het niet goed gaat.
- In de vergadering op iPad/mobiel/laptop kijken. Niet actief meedoen in de vergadering.
- Elkaar niet (duidelijk) aanspreken op ongewenst gedrag.
- Te laat komen in een vergadering (en doen alsof er niets aan de hand is).
Bron: Onderzoek naar aanspreekgedrag in Nederlandse organisaties door Gytha Heins, 2014-2017
Wat (niet) acceptabel is, kan afhangen van het niveau waarop iemand opereert en de verantwoordelijkheden die daarbij horen. ‘Er moet veel veranderen. Dat geeft een behoorlijke dynamiek en de oude houvast raakt weg. Veel mensen worden daar nerveus van. Dat accepteer ik van mensen in schaal 6, maar niet in schaal 16. Deze topmanagers zijn vaak zeer gecommitteerd, maar doen soms uit zenuwachtigheid de verkeerde dingen. Dan krijg ik te horen: “Manager X is zo intimiderend.” Daar moet uiteraard voldoende bewijs voor zijn, maar dan ga ik het gesprek zeker aan’, aldus een bestuurder van een grote organisatie.
‘We nemen aan dat onze persoonlijke waarden voor anderen net zo vanzelfsprekend zijn als voor onszelf’
Wat acceptabel of niet acceptabel is, hangt ook in sterke mate af van persoonlijke waarden en waarheden. We nemen aan dat die voor anderen net zo vanzelfsprekend zijn als voor onszelf. Bijvoorbeeld wanneer je hevig verbolgen bent als iemand te laat komt, omdat op tijd komen voor jou synoniem is aan respect tonen. Of als je ontploft op het moment dat je ontdekt dat er achter je rug over je gesproken is, want jij bent grootgebracht met de waarde ‘praat nooit negatief over iemand die er niet bij is’.
Een manager vertelde: ‘Waar ik allergisch voor ben is “kaken op elkaar” als je mening gevraagd wordt en dan achteraf een mail met kritiek sturen.’ En een leidinggevende uit dezelfde organisatie deelde: ‘Ik hou niet van lui, want dat ben ik zelf ook niet.’ Onze eigen lat is de maatstaf voor anderen.
Excuus of niet?
Managers geven de volgende verklaringen voor het feit dat er in hun organisatie zo weinig wordt aangesproken:
- ‘Het is een soort uitruilmechanisme.’
- ‘Het is gewoon tegennatuurlijk, een conflict opzoeken.’
- ‘Ze doen het niet omdat ze elkaar volgende week weer nodig hebben.’
- ‘Misschien hebben ze het al een paar keer geprobeerd, maar wordt
- er niets mee gedaan. Dan stop je er op een gegeven moment mee.’
Dat uitruilen gaat vaak onbewust. Als ik jou niet aan je afspraken houd, hoef ik de mijne ook niet zo stipt na te komen. Als jij er niets van zegt dat ik af en toe om tien uur start, zeg ik er niets van dat jij af en toe een uurtje eerder stopt. Als ik jou niet aanspreek op het declareren van privédiners, kan ik zelf businessclass reizen op kosten van de zaak…
Herken je dat? Wat ruil jij uit?
Logisch klinkende redenen
In organisaties hoor je vrijwel nooit dat we het lastig of spannend vinden om iemand aan te spreken. Mensen delen wel logisch klinkende redenen om het niet te hoeven doen:
- ‘Ik heb er geen tijd voor.’
- ‘Het heeft geen zin; hij staat er toch niet voor open.’
- ‘Het zit in zijn karakter en verandert toch niet.’
- ‘Ik wil de relatie niet beschadigen.’
- ‘De privésituatie laat het nu even niet toe.’
- ‘Het team is al zo druk/overbelast.’
- ‘Zij gaat toch over een paar jaar met pensioen’ of ‘Het contract loopt
- toch bijna af.’
- ‘Dit is niet het goede moment.’
- ‘Het is niet mijn rol/verantwoordelijkheid’. ‘Dat moet de voorzitter/
- leidinggevende maar doen.’
- ‘Wie ben ik om hem te corrigeren?’
- ‘Anderen hebben er vast geen last van.’
- ‘Het gaat wel weer over.’
- ‘Misschien zie ik het niet goed?’
Welke argumenten gebruik jij?
Welke argumenten gebruik jij? Interessante vraag is natuurlijk: is het waar? Heb je écht geen tijd of is het een kwestie van er geen prioriteit aan geven? Wees eerlijk: in hoeverre zijn deze argumenten legitiem? Of heb je wellicht een geloofwaardig excuus te pakken om deze lastige klus niet te hoeven klaren?
‘Niet aanspreken betekent gedogen en toelaten’
Het is belangrijk daar over na te denken. Want niet aanspreken betekent gedogen en toelaten. Niets doen is een keus. Misschien ervaar je dat zelf niet zo, maar de mensen om je heen doen dat zeker.
Bron: Aanspreken? Gewoon doen!
Door: Gytha Heins