Dat we als mensheid voor een aantal forste crises en bijbehorende veranderopgaven staan hoeft geen betoog. Willen we deze crises het hoofd bieden, dan zal dat een aantal forse, grootschalige gedragspatroonveranderingen vergen. Van ons allemaal. Wat de klimaatverandering betreft is er sprake van een kakofonie van initiatieven, geluiden, visies, tegenstemmen, protesten en protesten-tegen-protesten. In eindeloos veel publicaties wordt opgeroepen tot het veranderen van ons gedrag. Op tal van niveaus (binnen organisaties, in ketens, provincies, de landelijke regering en internationale gremia) worden klimaatdoelen geformuleerd, plannen gesmeed, wetten voorbereid, subsidies uitgedeeld en noem allemaal maar op. We zijn er allemaal maar druk mee. Maar de hamvraag is natuurlijk: schiet het nu al een beetje op met de grootschalige gedragspatroonveranderingen die nodig zijn? Wat denk je zelf, lezer?
Steigerend paard
In ons nieuwe boek Wat nu!? betogen wij dat er ondanks alle initiatieven en bestuurlijke drukte eigenlijk sprake is van een ‘steigerend paard’. Uit het wetenschappelijke onderzoek is volstrekt duidelijk dat we wat het klimaat betreft hard op weg zijn om de leefbaarheid van onze eigen planeet naar de ratsmodee te helpen. Ondanks al onze kennis en óndanks alle akkoorden, afspraken en initiatieven is de grote omslag in ons aller gedrag echter nog ver weg. Volgens ons heeft dit te maken met de alom gehanteerde en steeds weer herhaalde uitgangspunten voor het op gang brengen en beïnvloeden van grootschalige gedragsverandering.
Dominant hierbij is namelijk het zogeheten wij-gaan-hen-veranderen-perspectief. Daarbij steken bepaalde groepen mensen (bestuurders, managers, politici, beleidsmakers, activisten) de koppen bij elkaar, maken ze (omgevings- en stakeholder-)analyses, komen ze tot toekomstvisies, veranderdoelen, planningen en acties om het gedrag van anderen (hun veranderdoelgroepen) te veranderen. Steeds gaat het dus om anderen, waarbij bepaalde gedragsveranderingen in de (nabije) toekomst gerealiseerd moeten worden. Juist omdat deze werkwijze overal steeds opnieuw wordt herhaald, lijkt dit de geijkte manier van doen: je moet toch eerst een omgevingsanalyse maken en daarna doelen opstellen?
Stuurderscompetitie
Volgens ons zou het juist wel eens precies deze werkwijze kunnen zijn, die leidt tot het steigeren van het paard. Een van de problemen die hierbij namelijk speelt is dat het niet éen partij of gremium is die zo te werk gaat, maar dat er inmiddels sprake is van een heuse stuurderscompetitie, waarbij er eindeloos veel partijen parallel aan elkaar bezig zijn met het opstellen van doelen en plannen voor datgene dat anderen volgens hen moeten veranderen. Er toe leidend dat die anderen – en in the end zijn wij dat zèlf – overladen worden met tal van verschillende en onderling strijdige visies en verhalen, doelen, plannen, acties, regels, wetten en noem allemaal maar op. Dit, in combinatie met oproepen tot Leiderschap. Met een grote ‘L’ dus. Alsof éen persoon (of éen organisatie) in staat zou zijn om op mondiaal niveau sturing te geven aan de ontwikkelingen.
Beluister ook de podcast over grootschalige gedragsverandering
Van wij-gaan-hen-veranderen naar wij-veranderen
Als aanvulling op het wij-gaan-hen-veranderen-perspectief presenteren wij het wij-veranderen-perspectief. Juist omdat het wat het klimaatveld betreft gaat om eindeloos veel ‘entiteiten’ (menselijke actoren, organisaties en gremia, andere levende actoren en niet-levende entiteiten) denken wij dat het klassieke cybernetische sturingsdenken namelijk te kort schiet om de dynamieken die nu! allemaal plaatsvinden te kunnen begrijpen. Het zogeheten sociale complexiteitsdenken maakt wat dit betreft duidelijk dat grootschalige patroonveranderingen niet het resultaat zijn van datgene dat individuele partijen doen, maar juist van datgene wat iedereen en alle levende en niet-levende entiteiten aan het doen zijn. Dit perspectief sluit in onze ogen veel beter aan op de kakofonie van initiatieven, acties, partijen, instanties en gremia die nu allemaal tegelijkertijd en door elkaar heen bezig zijn met (hun eigen visies op) de klimaatproblematiek.
Het sociale complexiteitsperspectief nodigt uit om niet alleen naar anderen te kijken, noch uitsluitend naar de toekomst waarin er veranderingen moeten plaatsvinden, maar om aandacht te besteden aan datgene dat we nu! in onze eigen dagelijkse interacties aan het doen zijn. Veranderingen ontstaan volgens ons namelijk niet in de toekomst en komen niet op gang door anderen te overtuigen om in beweging te komen, maar ontstaan in de concrete gesprekken die we dagelijks met tal van anderen hebben. In ons managementteam, in ons bestuur, in de actiegroep waar we als vrijwilliger bezig zijn, in onze gezinnen, in de gesprekken met buren, vrienden en kennissen en noem allemaal maar op. Change is talked into existence, zoals je dat kan zeggen.
Dagelijkse gesprekken
De kiem voor gedragsveranderingen ligt in onze dagelijkse gesprekken. Je leest bijvoorbeeld iets over het laatste IPCC-rapport en oppert in je managementteam om dat rapport eens te bespreken: ‘moeten we hier nu niet iets mee?’. Al pratend met enkele vrienden ontstaat een idee om jullie buurt Rainproof te maken. Jullie praten daar met enkele buurtgenoten over en zij zijn meteen enthousiast. De vonk slaat over. Al snel worden de eerste tegels gelicht en struiken en boompjes geplant. Dat zien andere buurtgenoten dan weer, die er in hun eigen kringen ook over met elkaar in gesprek raken. En zo verder.
‘Betekenisreizen’ noemen we dat. Tijdens dergelijke betekenisreizen ontwikkelen zich in tal van lokale gesprekken hele nieuwe ideeën, plannen en visies. Waaruit vervolgens concrete spontane acties voortvloeien, die door anderen worden opgemerkt en tot verdere gesprekken en activiteiten van weer anderen leiden. In al die gesprekken en acties worden bepaalde thematieken steeds vaker herhaald waarbij ze inhoudelijk steeds verder convergeren. Op zijn beurt brengt dit met zich mee dat er zich op een steeds grootschaliger niveau min of meer gelijkgerichte gedragsveranderingen ontwikkelen. Dergelijke betekenisreizen worden niet door éen specifieke partij gemanaged of bestuurd. Het betreffen zogeheten zelf-ordenende dynamieken. Zelf-ordenende dynamieken die niet tot chaos leiden maar juist tot nieuwe, steeds grootschaliger gedragspatronen.
Verandering ontwikkelt zich tussen ons
Doordat het genormaliseerde sturingsdenken alsmaar op de ander en de toekomst gericht is, is er weinig ruimte om eens goed te kijken naar datgene dat er tijdens gesprekken gebeurt, waarin zich nieuwe gedragspatronen ontwikkelen. Juist hier springt het Wat nu!-boek op in. Het geeft woorden aan datgene dat er tijdens conversationele zelf-ordenende dynamieken gaande is. En het beschrijft en detail wat er gebeurt als er zich tijdens gesprekken nieuwe inzichten en activiteiten ontwikkelen. Het gaat daarbij niet over hoe-het-moet, maar over hoe-het-gaat. Duidelijk wordt dat verandering niet iets is dat ik doe, noch iets is dat een ander doet, maar iets is dat zich tussen ons ontwikkelt. Verandering zit daarom niet tussen de oren, maar tussen de neuzen.
In het klassieke communicatiemodel gaat communiceren (leiden, sturen, managen, protesteren) over het zo goed mogelijk verzenden van de betekenis en de boodschap die je over wilt brengen. Het sociale complexiteitsdenken maakt echter duidelijk dat het misschien wel eens precies andersom zou kunnen gaan. Je zegt en doet natuurlijk wel dingen, maar de betekenis ervan ligt van te voren eigenlijk helemaal nog niet vast. Pas als je ziet hoe anderen op jouw woorden en gebaren reageren wordt duidelijk wat de betekenis van ervan is.
Reacties zijn supplementen
Tijdens een managementteamvergadering stel jij bijvoorbeeld voor om een extra agendapunt in te passen over de schadelijke afvallozingen van jouw organisatie. Je kunt daar verschillende reacties op krijgen van je collega-managementteamleden. Variërend van geen reactie (men praat gewoon door over het onderwerp waarover men het al had), via een afwijzende reacties (‘leuk, maar daar gaan we het nu niet over hebben’) naar versterkende reacties (‘Inderdaad goed punt. Ik vind ook dat we het hier over moeten hebben’). In feite zijn jouw communicatie-uitingen dus op te vatten als relatief betekenisloos, totdat je gespreksgenoten erop reageren. Waarbij je middels hun reacties feeling krijgt over de betekenis van je woorden. In sociale complexiteitstermen heet jouw agendavoorstel een act, een uiting.
De reacties van je collegamanagers heten ‘supplementen’. Dergelijke supplementen kunnen jouw acts dus afstoppen of juist versterken. In dat laatste geval praten jullie verder over die afvallozingen. Op zo’n moment heeft zich een zogeheten act-supplement-keten ontwikkeld, waarbij datgene dat jij voorstelde terugkomt in de reacties van de anderen, wat jou stimuleert om verder op die afvallozingen in te gaan. En zo verder. Zolang jullie acts en supplementen op elkaar aansluiten zal jullie gesprek dan over de afvalloos-thematiek gaan. Mogelijk leidend tot hele nieuwe beleidsstandpunten en dergelijke.
Act-supplementketens als grondstof voor grootschalige gedragspatronen
Precies dergelijke act-supplement-ketens vormen volgens ons de ‘grondstof’ voor grootschalige gedragspatronen. Als jullie als managers het namelijk met steeds meer anderen ook over die afvallozingen gaan hebben, en jullie acts vinden ook in die vervolg gesprekken weerklank (worden daar dus ook positief gesupplementeerd), dan kunnen zich steeds grootschaliger series van gesprekken ontwikkelen, waarbij steeds meer mensen het op een vergelijkbare manier over die afvallozingen gaan hebben. Hand in hand hiermee ontwikkelen er zich ook bepaalde centrale in die gesprekken steeds weer terugkomende ideeën en uitgangspunten; bepaalde identiteiten (‘ik ben iemand die zo’n standpunt heeft over afvalstoflozingen’) gedeelde emoties en gedragstendensen. De betekenisreis is dan een feit.
Eelt krijgen
Juist omdat betekenisreizen niet alleen gaan over inhoudelijke standpunten, maar ook over identiteiten en emoties, zullen ze op den duur ‘eelt’ gaan krijgen. De standpunten worden steeds specifieker, de emoties die men erbij ervaart worden steeds manifester; – zeker als men met anderen in gesprek raakt die het niet eens zijn met deze standpunten. Op zulke momenten kunnen er gedurende betekenisreizen afsplitsingen ontstaan, waarbij er zich in allerlei vervolg conversaties totaal andere ideeën, identiteiten en emoties ontwikkelen. Verandering van grootschalige gedragspatronen ontstaat zodoende niet doordat een extern sturende partij voorschrijft dat er anders gedacht en gehandeld moet worden. Nee, gedragspatroonverandering betreft eveneens een zelf-ordenende dynamiek, waarbij ook die verandering is talked into existence.De laatste jaren gaan deze veranderingen en splitsingen steeds meer gepaard met sterke ingroup-outgroup-sensaties en een steeds verdere polarisatie van het debat. Ook hier geldt echter opnieuw dat die polarisatie niet wordt opgeroepen of wordt veroorzaakt door een bepaalde partij of (economische) trend. Ook hier gaat het om een zelf-ordenende dynamiek waar iedereen zijn en haar steentje aan bijdraagt.
En dan nu géen tips
Het mag duidelijk zijn dat het sociale complexiteitsperspectief een heel ander perspectief op het ontstaan en veranderen van grootschalige gedragspatronen biedt, dan het gebruikelijke sturingsdenken en -handelen. In lijn met dat laatste perspectief zouden we nu een aantal concrete tips moeten geven wat je (lees: anderen; jij als lezer) in de nabije toekomst zou moeten gaan doen om de zaak te verbeteren. Het punt is echter dat ook wij dan uitspraken zouden gaan doen over wat jij (de ander) in de toekomst (en dus niet Nu!) zou moeten doen en zou moeten veranderen. Het wij-gaan-jou-veranderen-perspectief ten voeten uit, dus.
Het sociale complexiteitsperspectief maakt duidelijk dat dergelijke tips over toekomstige gewenst gedrag van de ander nauwelijks enige voorspellende waarde hebben voor datgene dat jij als lezer hierna concreet gaat doen. Immers jouw feitelijke gedrag ontstaat primair in de bestaande gesprekken die jij nu met concrete anderen voert, gevoed door de legitieme thema’s, normen en gedragstendensen die zich in die gesprekken hebben ontwikkeld. Dit maakt dat wij dus juist níet zeggen wat je in de nabije toekomst anders zou moeten doen. Juist roepen we op tot het reflecteren op datgene dat je nu! in je gesprekken met anderen aan het doen bent. Welke patronen hebben zich daar ontwikkeld? Welke mogelijkheden en onmogelijkheden brengen die patronen met zich mee? Wat zou er gebeuren als je een nieuwe act zou doen, waarbij je de thematiek van de klimaatverandering in het gesprek inbrengt?
Wat nu?
Precies over soort vragen biedt het boek Wat nu!? je een uitgebreid en diepgaand vocabulaire om beter te begrijpen wat er in dat nu! van je eigen dagelijkse interacties gaande is. Dergelijke diepere inzichten in datgene dat er nu gebeurt kan ertoe leiden dat je in je gesprekken nieuwe dimensies ontwaart waar je voorheen weinig aandacht aan besteedde. En juist die nieuwe dimensies vormen kansen voor nieuwe opties voor acties; andere supplementen van die nieuwe acties en het op gang komen van nieuwe act-supplementketens en gedragsverandering.
Door: Thijs Homan, Rob Wetzels