De eenbaanswereld die ons is nagelaten, bestaat nog zeer zeker. Grote kans dat jij ook één baan hebt, bij één werkgever, met één vast of flexibel contract. Van de ruim negen miljoen Nederlandse werkenden in 2022 hebben zo’n zeven miljoen mensen een enkele werkkring (CBS, 2022, 2023). Driekwart van de werkenden dus. Helder, duidelijk en niks mis mee natuurlijk.
Baan als set van taken
De eenbaanswereld is trouwens niet statisch. Het gebeurt veel dat twee mensen met exact dezelfde taakomschrijving toch heel verschillende banen hebben. Dat kunnen we zo stellig zeggen, want we schreven er samen twee boeken over: Mooi Werk (2011) en Mooier Werk (2018). Ook gaven we honderden workshops aan duizenden mensen in vele beroepen. Met kleine werkexperimenten je baan aanpassen aan wat jij goed, mooi en belangrijk vindt: dat heet job crafting.
Een cruciale stap is dat je je baan niet langer ziet als een klont, maar als een set van taken. Het is een simpele stap. Je kijkt niet langer naar je baan als een inflexibel geheel waar allerlei activiteiten door elkaar zijn geprakt, maar je splitst je werk uit in de verschillende taken die bij je baan horen. Daardoor ontstaat inzicht in de taken die we mooi werk vinden en waar het – onvermijdelijke – corvee zit.
Vanaf hier is het eigenlijk maar een kleine stap naar tweebaans werken. Immers, wie een baan als een set van taken ziet, kan ook een andere combinatie maken door taken uit verschillende banen te combineren tot een uniek en inspirerend geheel. Bij job crafting spreken we van verandering, maar nog niet ‘grensoverschrijdend’. We veranderen taken of samenwerkingen binnen de grenzen van één baan of team. Je kunt tweebaans werk zien als een vorm van job crafting XL. Je combineert nog steeds taken, maar nu is het een combinatie van wat traditioneel verschillende banen zijn. Eigenlijk is het een logische ontwikkeling in een tijd waarin proactieve professionals maatwerk zoeken en personalisatie vanzelfsprekender geworden is.
Beluister de podcast: Twee banen, waarom zou je?
Universum waarin anders wordt gewerkt
Die logische ontwikkeling hebben we de afgelopen jaren onderzocht. Er is een parallel arbeidsuniversum waarin mensen ook op andere manieren werken. Ze hebben zo hun redenen (zoals we in hoofdstuk 2 van het boek Tweebaans werk laten zien) en jagen proactief een eigen model van werk en inkomen na. En ze zijn steeds minder een ‘lost soul’ naarmate ze beter weten dat ze niet alleen zijn. Het zijn allerlei soorten werkenden, onder wie ook de mensen met twee banen. Het is echter géén stabiele groep. Mensen hebben twee banen en bijvoorbeeld na drie jaar niet meer. De helft schijnt er na één jaar al mee te stoppen, om mogelijk later weer te beginnen (SER, 2018).
Hun werksituatie gaat op en neer tussen traditioneel en modern werken. Maar binnen die groep zit een harde kern die van tweebaans werken een routine heeft gemaakt. Zo’n een op de zeven doet het langer dan vijf jaar, aldus sommige schattingen. Zó willen ze werken. Zó blijven ze het doen.
Meer dan driekwart miljoen die het doen
In het voorwoord noemden we al even het CBS-getal van meer dan 800.000 mensen in Nederland die meerdere banen combineren. In de coronaperiode is er wel iets in de cijfers gebeurd, deels door een nieuwe, meer intensieve telmethodiek van het CBS zelf. Na tien jaar geschommeld te hebben rond de 650.000 tweebaners, is er de afgelopen twee jaar een stijging waar te nemen naar 769.000 mensen in 2021 en 832.000 mensen in 2022 die twee werkkringen hebben (CBS, z.d.). Hierin zitten zowel mensen die meerdere banen in loondienst combineren als tweebaners die loondienst met zzp-schap combineren. Naast deze absolute stijging is dit ook een relatieve stijging van het aandeel werknemers met twee banen in de Nederlandse beroepsbevolking. Ongeveer een op de twaalf werkenden heeft in 2022 een baan ernaast – in loondienst of als zzp’er (8,7 procent).
In figuur 1-1 zien we deze lichte percentuele stijging van het aandeel mensen in de werkzame beroepsbevolking die twee (vaste of flexibele) contracten in loondienst hebben bij twee werkgevers. Dat is het donkere deel van de grafiek. Over een periode van tien jaar groeit ook de groep die zowel in loondienst én als zelfstandige werkt (het lichte deel) lichtjes.
Dus als mensen het hebben over een steeds grotere groep zzp’ers in Nederland, weet dan ook dat een deel daarvan daarnaast nog in loondienst blijft werken of als zzp’er ook een baan in loondienst aangaat.
Interessant natuurlijk, deze ontwikkelingen, maar is dit allemaal nou wel zo’n goed nieuws?
Amerikaanse toestanden? Nee
In veel gesprekken en discussies over tweebaans werk valt de uitroep: ‘Maar dat zijn toch Amerikaanse toestanden!’ Dat willen we hier toch niet? ‘Working two jobs’ zou typisch iets zijn voor de Verenigde Staten, waar een arme onderklasse alleen met meerdere banen kan rondkomen.
Dat is er zeker een realiteit, maar is dat ook wat er in Nederland aan de hand is? We stippen enkele statistieken hieronder even kort aan (we willen geen statistiekboek maken). Ze schetsen een nuchter en mogelijk ander beeld dan je in eerste instantie had:
- Nederland is Europees koploper. Nederland staat samen met Denemarken, Finland en Zweden bovenaan in Europa als het gaat om het aandeel tweebaners op de arbeidsmarkt. Scandinavische landen zijn niet bepaald de armste landen en kennen net als Nederland een vrij sociaal arbeidsmarktbeleid (Conen, 2020; Eurofound, 2020).
- Percentage hoger dan in VS. De Europese koploperlanden scoren zelfs hoger dan de Verenigde Staten als het gaat om het percentage werknemers met meerdere banen. In Nederland lag dat in 2021 tussen de 7-8 procent, in de Verenigde Staten rond de 5 procent (U.S. Bureau of Labor Statistics, 2023).
- Vaker een tweede baan bij hoofdbaan in overheid en zorg. Bij welk soort werk wordt er meer gecombineerd? Er zijn aanwijzingen dat het vaker voorkomt als men een hoofdbaan heeft bij de overheid of in de zorg. Ook is bekend dat bij een loondienstbaan in de ICT of recreatiesector men vaker een tweede baan als zelfstandige heeft (SER, 2018).
- Met een tweede baan soms meer, maar soms ook minder werkuren. Als je één baan hebt, werk je in Nederland gemiddeld zo’n 34 uur per week. Mensen met twee banen in loondienst werken opgeteld echter gemiddeld 2 uur per week minder. Minder? Ja minder. Wie loondienst combineert met zzp-schap werkt gemiddeld zo rond de 40 uur per week (CBS, 2013).
- Vrouwen meer ‘dubbele deeltijd’. Vrouwen combineren in Nederland iets meer dan mannen. Vrouwen werken in Nederland immers vaker in deeltijd, maar dus ook vaker in ‘dubbele deeltijd’. Als mannen er een tweede baan op nahouden, is dat vaker dan bij vrouwen als zzp’er (SER, 2018).
- Hogeropgeleiden grotere tweebaans kans. Mensen met een hoger onderwijsniveau hebben Europa-breed een significant grotere kans op meerdere banen (Dekker & Koster, 2019). Als je hbo of universiteit gedaan hebt, wordt ook in Nederland percentueel vaker gecombineerd dan bij andere opleidingsniveaus. Bij de hogeropgeleiden zie je ook de combinatie loondienst-zzp’er vaker voorkomen (CBS, 2022).
- Jongeren combineren vaker twee banen, maar dat vertekent de boel. In de CBS-statistieken blijken jongeren het vaakst twee of meer banen te hebben. Bijna een derde van alle baancombineerders is tussen de 15 en 25 jaar. Voor de grote meerderheid is werk echter niet hun hoofdactiviteit. Ze gaan naar school of studeren en hebben er (horeca) baantjes naast. Haal je deze onderwijsvolgenden uit de cijfers, dan zijn er niet zo gek veel verschillen in leeftijd, behalve iets minder tweebaners na de 55 jaar (SER, 2018).
Conclusie
De eenheid van werk is één baan. Maar de wereld waarbinnen deze eenheden zijn bedacht, is aan het verdwijnen. Steeds meer mensen klampen zich niet meer vast aan hun baan als één klont werk, maar houden er meerdere banen op na. Deze tweebaanswerkers staan centraal in het boek Tweebaans werk.
Bron: Tweebaans werk
Door: Luc Dorenbosch, Mark van Vuuren