‘Hoe kunnen we onze tapijttegels duurzamer produceren, waarbij we een betere kwaliteit leveren tegen een concurrerende prijs?’
Volgens innovatiemanager Geanne van Arkel is dat de hamvraag die de medewerkers van Interface dagelijks bezig houdt. Het Europese hoofdkantoor van de wereldmarktleider van vloerbedekking – vroeger bekend als Heuga – staat sinds de jaren tachtig in Scherpenzeel. Zuiniger omgaan met mens en natuur. Voor Interface is dat al sinds 1994 onderdeel van het beleid. Destijds zette de Amerikaanse eigenaar Ray Anderson een stip op de horizon: ‘In 2020 willen we als bedrijf 100 procent duurzaam zijn. We willen graag een herstellende bijdrage leveren aan het milieu en de maatschappij’, stelt Van Arkel. Het zuiniger omgaan met grondstoffen is anno 2014 een voornaam maatschappelijk thema, twintig jaar geleden werd daar nauwelijks bij stilgestaan. ‘Waarom wilde een tapijttegelfabrikant zuiniger omgaan met de aarde? We werden destijds vierkant uitgelachen om onze ideeën. Winst maken was het devies. Destijds zagen bedrijven geen brood in duurzaamheid. Zij zagen niet dat het voor een bedrijf ook toegevoegde waarde oplevert.’ Dat is inmiddels wel anders: duurzaam ondernemerschap is tegenwoordig een must. Van Arkel: ‘Stiekem vinden we het natuurlijk leuk dat we onze visie nu gekopieerd wordt, maar daar pronken we niet mee. Het is vooral ook belangrijk om die doelstelling in 2020 ook te gaan halen. Samen met andere bedrijven, overheden en universiteiten wordt steeds meer kennis ontwikkeld, wat leidt tot nieuwe innovaties in de praktijk. Dat gaat ons ook weer nieuwe mogelijkheden bieden om de laatste innovatieslag te maken. Die vertaalslag naar praktische oplossingen is altijd de uitdaging geweest.’