Het einddoel is duidelijk: een klimaatneutrale, welvarende, circulaire en rechtvaardige economie. Dat we daar nog niet zijn is evident. Mensen die denken dat ze wat te melden hebben over de route richting het felbegeerde utopia, houden zich bezig met ‘transitiemanagement’. En dat is een uiterst misleidende term. De transitie wordt niet gemanaged, die is er gewoon.
Op het gebied van duurzaamheid in Nederland gaan sommige zaken behoorlijk goed: er wordt bijna geen bedrijfsafval meer verbrand, het meeste vindt een nuttige herbestemming. Veel ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ vinden toch een baan. De luchtkwaliteit wordt langzaam beter. Is dat dankzij de transitiemanagers? Ach ja, wie weet, hoop doet leven. Andere dingen gaan ronduit beroerd: als het gaat om hernieuwbare energie loopt Nederland al jaren mijlenver achter op de rest van Europa. Met de biodiversiteit is het al niet veel beter: die holt achteruit. Het verschil tussen arm en rijk groeit. En wie gaat dat oplossen? Transitiemanagers? Hmmm, denk het niet.Wonderen
De werkelijkheid is dat zo’n transitie van een oude, vervuilende, lineaire economie naar een duurzame samenleving niet echt te sturen valt. Soms is het zelfs moeilijk voor te stellen dat zo’n nieuwe circulaire economie überhaupt mogelijk is. Zou het echt lukken om te werken zonder broeikasgassen uit te stoten? Bestaat er een manier om grondstoffen efficiënt op het goede moment op de goede plek te krijgen, zonder gebruik van virgin materialen? Krijgen we misstanden in de handelsketen ooit uitgebannen? Het lijkt erop dat er wonderen moeten gebeuren om dit voor elkaar te krijgen. Maar vergeet niet: eeuwenlang was vliegen onmogelijk. Het eerste vliegtuig was een wonder. De eerste televisie ook. Met een trekschuit duurt het dagen om een bericht van Utrecht naar Amsterdam over te brengen. Een appje is een wonder. Aan een blindedarmontsteking ging je vroeger dood. Nu niet meer, en dat is een wonder.Doorbikkelen
Wat een wonder lijkt, is in werkelijkheid het resultaat van lang, hard werken. Experimenteren, nadenken, proberen, failliet gaan, opnieuw beginnen, doorgaan en volhouden. Na een echec: armen niet wanhopig de lucht in gooien maar doorbikkelen tot de lente komt. Omdat je gelooft dat het kan. En dan opeens kan de lucht optrekken. Er is een doorbraak. Je weet dat het gaat lukken.
Is dat allemaal het werk van transitiemanagers? Daar geloof ik niks van. Het zijn de ontelbare ondernemende mensen die de transitie daadwerkelijk tot stand doen komen. Ze zitten bij multinationals, bij gemeenten, bij universiteiten. Het zijn zzp’ers, professionals, of mensen die gewoon hun werk goed willen doen en fatsoenlijk willen omgaan met hun collega’s en met het milieu. Schoolmeisjes die wereldwijd miljoenen mede-scholieren weten te inspireren, of pensionado’s die de wereld mooier willen achterlaten voor hun kleinkinderen.
De transitiemanagers staan erbij en kijken ernaar. Ze beschrijven de ontwikkelingen, onderzoeken de verbanden, wijzen op andermans nieuwe initiatieven, peilen de consument of meten de impact. Verder valt er niks aan te sturen, te begeleiden of te managen. Transitiemanagement? Mijn neus!
Door: Jos Reinhoudt
Jos Reinhoudt werkt onder de naam Duurzame Denkkracht als zelfstandig adviseur op het gebied van duurzaam ondernemen. Ook is hij senior kennismanager bij MVO Nederland. Eerder werkte hij als consultant bij onder meer BECO (nu EY) en Berenschot, waar hij betrokken was bij de ontwikkeling van de Transparantiebenchmark. Zijn expertise ligt op het gebied van strategievorming, transparantie, stakeholdermanagement en impact. Hij is vaste auteur van de jaarlijkse Trendrapporten van MVO Nederland en van de Nieuwe Businessagenda. Ook was hij gemeenteraadslid voor GroenLinks in Nijmegen. Verder werkt hij nu aan zijn eerste film.