De arbeidsmarkt voor interim professionals is de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven. Wat er ook gebeurt, er zal altijd behoefte zijn aan tijdelijke krachten ter opvulling van verlof of projecten. Toch zien consultants Thomas van Vliet (legal specialist) en Mearg Tafla (finance specialist) dat de arbeidsmarkt voor interim professionals deels meebeweegt met de markt voor permanente posities. Welke ontwikkelingen zien zij nog meer op de arbeidsmarkt voor interim professionals?
 Stoelendans op de arbeidsmarkt Â
Hoewel de interim markt stabieler is dan de arbeidsmarkt voor permanente functies, zien Tafla en Van Vliet toch schommelingen. ‘Eind 2022 wisselden veel professionals met permanente posities van baan vanwege de extreem krappe arbeidsmarkt,’ vertelt Van Vliet, die zich focust op het bemiddelen van interim legal professionals. ‘Door al deze wisselingen ontstonden veel nieuwe vacatures. Het blijft – ook na een half jaar – lastig voor organisaties om deze in te vullen. Hierdoor wenden steeds meer organisaties zich tot interim professionals om de zoektocht naar een vaste werknemer te overbruggen.’
Ook Tafla ziet dit terug in zijn focusgebied: de arbeidsmarkt voor interim finance professionals. ‘’De werkdruk voor zittende collega’s is hoog opgelopen tijdens het eerste kwartaal van dit jaar, en dat is wellicht gerelateerd aan het hoge vacature-aantal. Deze hoge werkdruk leidt tot ziekte, burn-outs en daarmee personeelsuitval, wat de behoefte aan interimkrachten nog verder heeft opgedreven.’’Â
Veranderende rol van de Recruitment Consultant
Naast de vraag, fluctueert ook het aanbod van interim professionals. Zowel Van Vliet als Tafla merken dat er anno 2023 veel meer interim professionals zijn dan vijf jaar geleden. ‘Tegenwoordig maken bijna alle grote organisaties gebruik van interim professionals,’ aldus Van Vliet. ”Deze kansen op de interim markt worden ook door kandidaten opgemerkt.’
Dit betekent dat Van Vliet, Tafla en hun collega’s anders te werk moeten gaan. ‘We zijn, nog meer dan voorheen, bezig het kaf van het koren te scheiden,’ zegt Van Vliet. ‘Onze klanten nemen geen genoegen met een gemiddelde kandidaat. Ze willen alleen aan tafel met de top notch professionals. Het is aan ons om deze professionals daadwerkelijk aan die tafel te krijgen.’
Positionering op de arbeidsmarkt
Ook richting kandidaten merken Van Vliet en Tafla dat ze een andere rol op zich zijn gaan nemen. ‘De goede marktomstandigheden hebben ertoe geleid dat veel kandidaten opportunistisch de markt betreden,’’ zegt Tafla. ‘’We zien soms dat kandidaten niet goed hebben uitgedacht waarom ze eigenlijk interim professional willen worden en welke toegevoegde waarde ze kunnen hebben voor een klant. Als ‘geld verdienen’ je voornaamste motivatie is, dan snijd je jezelf vroeg of laat in de vingers.’Â
‘Hierdoor is het voor ons nog belangrijker om duidelijker te communiceren over wat kandidaten kunnen verwachten,’ voegt Van Vliet hieraan toe. ‘Het kan lastig zijn om een focus te kiezen als interim professional. Zeggen dat je generalist én specialist bent, werkt niet. In mijn ogen ben je als interim professional één van de twee. Om passende opdrachten te vinden, moet je jezelf duidelijk positioneren op de arbeidsmarkt. Generalisten zijn voornamelijk inzetbaar voor functies in kleine en middelgrote organisaties, waar ze geen grote teams hebben. Wil je als interim professional graag bij een multinational aan de slag, dan moet je een duidelijke specialisatie hebben.’
Toenemende vraag vanuit scale-ups
In de tweede helft van 2023 verwachten Van Vliet en Tafla toenemende vraag vanuit de scale-up markt. ‘Er zijn veel snelgroeiende scale-ups in Nederland, met name in de techsector. In de start-upfase focussen deze organisaties zich vooral op het ontwikkelen en vermarkten van hun product en ligt de nadruk op sales. Als hun business eenmaal van de grond komt, komen ze erachter dat ze nog niets geregeld hebben op het gebied van Legal, Finance en HR. Interim professionals kunnen dit opzetten: zij brengen de basis aan, waarna je vervolgens kunt toewerken naar een vaste kracht.’
Bron: Robert Walters
Door: Iris Koning