Uitstelgedrag: 95% van de mensen geeft toe dat ze werk uitstellen − en de rest liegt. Dit werkt.
Hoe vervelender je een taak vindt, hoe groter de kans dat je ‘m voor je uit schuift. Er zijn zeven triggers van uitstelgedrag: werk dat saai is, frustrerend, moeilijk, ambigu, ongestructureerd, niet intrinsiek lonend (je vindt het proces bijvoorbeeld niet leuk), en/of geen betekenis voor je heeft. Je limbische systeem (emoties) neemt het over van je prefrontale cortex (ratio) als je Facebook gaat checken of House of Cards gaat bingewatchen.Doe dit als je uitstelgedrag voelt opkomen
- Check welke uitsteltrigger geactiveerd wordt door een taak. Probeer die trigger dan zodanig om te buigen dat het werk minder erg wordt. Bij ambigu en ongestructureerd werk bijvoorbeeld: maak een workflow, zodat de taak voor jou en je team overzichtelijker wordt.
- Blijf binnen je weerstandsgrens. Stel je ziet op tegen een berg onderzoeksliteratuur die je moet doorspitten. Beperk je tijdsinvestering dan tot hooguit een uur. Nog steeds te veel? Dan een half uur. Doe wat je te doen vindt.
- Doe wat je dan ook moge helpen om in elk geval alvast een begin te maken. Als je eenmaal begonnen bent, wordt het minder erg.
- Breng de kosten van uitstelgedrag in kaart. Dit is vooral effectief bij grotere taken, zoals sparen voor je pensioen: hoe beïnvloedt het je sociale leven, financiën, stress, geluk, gezondheid enzovoort.
- Ga uit de lucht. Social media, mail, appen: het bemoeilijkt vooral ambigu en ongestructureerd werk. Zet de wifi uit en leg je smartphone in een andere kamer. Of: neem je toevlucht tot apps als Freedom (https://freedom.to/) of Self Control (https://selfcontrolapp.com/)