Niet heel lang geleden las ik de biografie van Alexander von Humboldt, de man die in 1799 begon aan een vijfjarige reis door Zuid-Amerika. De ontdekking van de natuur heet het boek.
De natuur ontdekken is is precies wat Humboldt deed: op een bootje door de Orinoco, over een vulkaan, in een zilvermijn en maar kijken en meten. Zonder vooroordelen en met grote nieuwsgierigheid.
De antropologische blik
Zoals Jitske Kramer doet in Voodoo: haar verslag van een zevendaagse reis naar Togo waarin ze, middels soms nogal confronterende rituelen, wordt ingewijd in voodoo. Een schattig wit geitje dat met opgebonden pootjes op haar schoot geplaatst wordt, zal straks gedood worden om haar zonden met zich mee te nemen. Ze wordt geblinddoekt meegevoerd het woud in en geeft zich daar over aan een reinigingsritueel. Ze laat het vocht van een slak in haar ogen druppelen. Ze kijkt en meet en registreert. Zonder vooroordelen en met grote nieuwsgierigheid. De antropologische blik, noemt ze dat.
Kun je er een beetje in geloven?
‘De beste manier om je eigen culturele aannames te leren kennen, is om met vreemden om te gaan. De mensen die dingen echt anders zien of doen dan jij, laten je naar jezelf kijken. Elke verbazing of irritatie, elke emotie in het contact met de ander, zegt niet zoveel over de ander, maar in wezen alles over jezelf.’
Jitske Kramer neemt je mee op reis. Naar Togo, maar ook naar jezelf. De ontmoeting met een onbekende wereld, de antropologische blik en de vaak fundamentele vragen die ze aan de lezer stelt, maken het lezen van Voodoo tot een ontdekkingsreis. Bijna in de geest van Alexander von Humboldt.
Bert Thiel (1961) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde. Hij doceert Nederlands op het Norbertus Gertrudis Lyceum in Roosendaal.
Bron: Managementboek.nl