Gemeenten zitten regelmatig met de handen in het haar als het gaat over participatie bij ruimtelijke projecten. Vaak ligt er, op het moment dat meerdere partijen en/of inwoners mee mogen gaan denken al een soort van conceptplan waar vervolgens verschillende partijen nog op kunnen reageren. Mensen of partijen die niet reageren en niet wensen mee te doen aan dit zogenaamde ‘participatietraject’ hebben dan volgens de bestuurders hun kans gehad.
Juridisch gedoe en vertraging
Maar, gemeenten zullen als gevolg van het Aarhus-arrest van het Europese Hof van Justitie nog meer werk moeten maken van participatie bij ruimtelijke projecten. Zo schreef oud-minister van Binnenlandse Zaken Ollongren, in antwoord op vragen van de Eerste Kamerfractie van GroenLinks. Dit om vertraging door beroepszaken bij reeds vergunde projecten tegen te gaan. ‘In het Aarhus-arrest bepaalde het Europese Hof van Justitie eerder dit jaar dat ook partijen die in eerste instantie geen zienswijze hadden ingediend in een later stadium, onder voorwaarden, toch toegang moeten kunnen krijgen tot de bestuursrechter. Daarmee kunnen reeds vergunde ruimtelijke plannen van gemeenten alsnog (tijdelijk) worden geblokkeerd’ (Hendriksma, 2021).
De minister riep vervolgens de gemeenten op om de participatie in het voortraject veel serieuzer aan te pakken. ‘Door met alle mogelijke bezwaarmakers vroegtijdig om tafel te gaan, zou een juridisch conflict in een later stadium moeten worden voorkomen.’ Dit vraagt dus een actieve zoektocht naar alle mogelijk betrokkenen; alle partijen en inwoners die een mening kunnen hebben over wat er speelt en de mogelijke oplossingen die worden gekozen.
Relativiteitsvereiste
Ook lijkt het Aarhus-arrest te zorgen voor een ruimere interpretatie van het ‘relativiteitsvereiste’. Waar eerder in principe alleen direct-belanghebbenden (bijvoorbeeld omwonenden) juridisch bezwaar konden maken tegen een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling, hanteert de Raad van State nu een ruimere interpretatie zodat bijvoorbeeld ook inwoners die verder weg wonen bezwaar kunnen maken.
Hoewel wat mij betreft ‘het voorkomen van (juridische) conflicten in een later stadium’, nooit het hoofddoel van een Nieuwe Route-traject zou moeten zijn, zou dit wel een extra reden kunnen zijn om bestuurders te overtuigen van vroegtijdige betrokkenheid van alle mensen die wakker liggen van wat er speelt en hier een mening over hebben.
Teleurgestelde inwoners en klagende medewerkers ‘Er verandert hier toch nooit wat, even leek het of wij meer te zeggen kregen, maar toen puntje bij paaltje kwam werd er toch weer voor ons besloten. We hadden afgesproken dat wij betrokken zouden worden, maar dat stelde niks voor.’ Dit zijn uitspraken die ik in mijn werk regelmatig hoor van medewerkers, beleidsmedewerkers, ambtenaren en professionals.
Roep om inspraak groeit
Niet alleen binnen gemeentelijke en politieke kwesties, ook binnen organisaties groeit er de roep om inspraak en om samen te besluiten. Medewerkers en vrijwilligers willen betrokken worden bij kwesties die voor hen belangrijk zijn. In een organisatie waar ik alle wijkgerichte medewerkers trainde om op de Nieuwe Route samen met alle betrokkenen te besluiten in wijkkwesties, begeleidde ik na een halfjaar een soort tussenstand-inspiratiesessie en gaf ook een presentatie voor een bredere groep. Om de ervaringen van de getrainde medewerkers die in de zaal zaten een goede plek te geven, vroeg ik aan de zaal: ‘Vertel eens, hoe heb je gemerkt dat je dingen anders doet en dat er dingen anders worden aangepakt sinds jullie op de Nieuwe Route werken?’
Een medewerker die ik herkende uit de training vertelde dat er in zijn werk spanningen waren ontstaan over het schoon achterlaten van de keuken. In een besluitvormingsbijeenkomst hebben de vrijwilligers en de verschillende gebruikers van de gezamenlijke keuken toen goede afspraken gemaakt. De rust was teruggekeerd. Iedereen in de zaal knikte tevreden.
Ik vroeg of er nog meer ervaringsverhalen waren. Er stond een mevrouw op die ik niet herkende en ik begon me af te vragen of ze de vraag wel goed had begrepen. Het was immers de bedoeling dat de andere aanwezigen en genodigden zouden merken wat het effect was van de Nieuwe Route-visie in de organisatie en hoe het geleerde in de praktijk werd gebracht. Uiteraard gaf ik haar wel het woord. Ze vertelde dat ze al jaren vrijwilliger was bij deze organisatie en het er best naar haar zin had. Ze kreeg taken die ze prettig vond en voerde deze ook graag uit. Ze was zich helemaal niet bewust geweest van de trainingen en vond het jammer dat ze er nu pas van hoorde. Wel viel door de lezing bij haar het kwartje over iets wat haar een aantal weken geleden was overkomen.
Kapstokken
Niet lang daarvoor was de locatiemanager langs de verschillende ruimten gegaan en had gevraagd wie er mee wilde denken over de kapstokken. Ik weet niet precies wat er aan de hand was met de kapstokken, maar in ieder geval vond deze mevrouw dit wel een belangrijke kwestie waar ze graag over mee wilde denken. Zo kwam er een groepje samen die de kwestie ‘kapstokken’ onderzocht en hier samen oplossingen voor bedacht die vervolgens werden uitgevoerd. Ik vroeg aan de mevrouw: ‘Wat vond u ervan dat u gevraagd werd mee te denken?’ En het antwoord ontroerde me. Ze zei: ‘Ik voelde me voor het eerst echt serieus genomen als volwassen vrouw. Het doet ertoe wat wij als vrijwilligers vinden en denken en dat is echt wezenlijk anders dan hoe het voorheen ging. Dat waren we gewend, maar dit is echt veel fijner.’ Applaus volgde. Met een brok in mijn keel reed ik de lange weg terug naar huis.
Dit is waar het om gaat. Dat de mensen om wie het gaat eigenaarschap ervaren over de dingen die er voor hen toe doen. Dat hun mening ertoe doet. Wanneer mensen mee mogen besluiten worden de plannen niet alleen beter, maar ook zijn de mensen om wie het gaat hierna meer gemotiveerd en meer tevreden.
Beluister de Boom Management Podcast: van gedoe naar gedragen
Bron: Van gedoe naar gedragen
Door: Anke Siegers