In mijn professionele leven heb ik me in meerdere netwerken begeven of helpen opzetten. Terugkijkend, denk ik dat sommige van die netwerken de bouwstenen uit Organiseren in en met netwerken van Nikki Willems, Renee Linck en Edwin Kaats goed hadden kunnen gebruiken.
Een netwerk kan spontaan ontstaan, maar vallen mogelijk net zo snel weer uiteen als de deelnemers verder niets organiseren. Het Netwerk Canvas kan hierbij helpen, zowel bij de start als in een latere levensfase van een netwerk. Er zijn inmiddels veel varianten canvassen bedacht, alle geïnspireerd op het Business Model Canvas. In dit geval hadden de auteurs het naar mijn mening beter bij “bouwstenen” kunnen houden en het plaatje als overzicht gebruiken, zonder naar het oorspronkelijke canvas te verwijzen. De bouwstenen van een netwerk zijn: actoren, ambities, identiteit en fundament. Actoren gaat over de deelnemers aan het netwerk. Actoren kunnen verschillende rollen hebben in het netwerk en verschillende bijdragen leveren. Sommige actoren zullen meer actief zijn dan anderen. De samenstelling van het netwerk bepaalt de dynamiek van de overige bouwstenen. Zoals identiteit, de tweede bouwsteen. Identiteit zorgt voor verbinding, van het netwerk en de actoren. Het toont de gezamenlijke passie en opgave. Niet alleen naar het netwerk zelf maar ook de buitenwereld, door de reputatie (wat overigens weer een aantrekkingskracht kan hebben op nieuwe actoren). Ambitie gaat over de vraag: Wat doen we met elkaar, waarom zijn we gegroepeerd in dit netwerk? De ambitie wordt uitgevoerd door actoren, gegroepeerd in coalities. Bij dit deel lopen termen als coalitie, cluster, alliantie door elkaar, wat ik verwarrend en gezocht vind. Maar goed, uiteindelijk zal een netwerk de termen kiezen die passen bij de eigen vorm en ambities. De laatste bouwsteen en wellicht de meest belangrijke is fundament. Hier gaat het over de organisatievorm, spelregels en leiderschap. Spelregels maken expliciet wat vaak impliciet aanwezig is over hoe we met elkaar omgaan. Dit kan star klinken voor iets ‘los’ als een netwerk, maar het werkt zeker verhelderend. Een netwerkleider kan verschillende functies hebben: strateeg, ontwikkelaar, verkenner of procesmanager. Met vorm bedoelen de auteurs de infrastructuur wat betreft communicatie, coördinatie en overleg. Een netwerk kan vele vormen hebben, zo blijkt ook uit de bestaande voorbeelden die de auteurs beschrijven. De auteurs besteden veel aandacht aan ‘leiderschap’ , een onderwerp dat ik niet meteen had verwacht bij een netwerk. Een netwerk is niet zo ‘los’ als ik dacht voor ik aan dit boek begon, dus het is mooi na te denken over de verschillende varianten en hierover te lezen in de voorbeelden. De volgende keer dat ik een netwerk opstart, in welke vorm ook, zal ik de bouwstenen en vele werkvellen uit Organiseren in en met netwerken beslist raadplegen. Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement. Bron: Managementboek.nl