In het Westen en daarbuiten zijn veel mensen boos op de elites, ook al vóór de COVID-19-pandemie. Stagnerende inkomens bij een groot deel van de bevolking hebben ertoe geleid dat mensen anderen rijk zien worden – niet zichzelf – en dat de overheid er niet in slaagt om deze ongelijkheid te beteugelen.
Schrijnende ongelijkheid
De ongelijkheid is schrijnend: sinds 1980 heeft de top 1% van de rijkste mensen tweemaal zoveel wereldwijde inkomensgroei gerealiseerd als de onderste 50%. De armste helft van de wereld werd in 2018 11% armer, terwijl de rijkdom van miljardairs met 12% steeg ($ 900 miljard), dat is $ 2,5 miljard per dag. Bijna de helft van de wereldbevolking moet rondkomen van minder dan $ 5,50 per dag. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft gewaarschuwd dat de groeiende ongelijkheid binnen landen de economische groei dreigt te ondermijnen en mogelijk tot verdere politieke polarisatie kan leiden.
Het is duidelijk dat te veel mensen zich achtergesteld voelen in een geglobaliseerde wereld. Hoewel we dankzij voortdurende technologische innovaties een verbazingwekkend verbonden wereld hebben gecreëerd, maken veel mensen zich zorgen over de toekomst van hun werk. Elders voelen mensen zich gedupeerd door vervuiling en sociale ineenstorting van traditionele gemeenschappen.
Er zijn groeiende groepen burgers georganiseerd via sociale media die zeer cynisch zijn over de huidige rol van politieke en zakelijke elites. Uit de Edelman Trust Barometer 2020 blijkt dat een meerderheid van de mensen niet denkt dat ze over vijf jaar beter af zullen zijn. Wereldwijd gelooft 56% van de respondenten dat het kapitalisme in zijn huidige vorm meer kwaad dan goed doet in de wereld, terwijl 66% niet gelooft dat onze huidige leiders in staat zullen zijn om de uitdagingen van onze landen met succes aan te pakken.
Aantasting van het milieu en klimaatverandering
Overal zien we dat economische ontwikkeling hand in hand gaat met sterke aantasting van het milieu en klimaatverandering. We vernietigen langzaam maar zeker onze natuurlijke habitats door ontbossing, illegale handel in wilde dieren, intensieve landbouw en veeteelt en opwarming van de aarde. Ook de verschijning van nieuwe ziekteverwekkers zoals COVID-19 houdt verband met de vernietiging van onze biosfeer, de dunne ruimte rond de planeet die bescherming biedt voor het leven op aarde.
Baanbrekend onderzoek heeft geprobeerd deze bedreigingen samen te vatten in een kader van planetary boundaries, dat bijhoudt waar we onze grenzen overschrijden. Zo zijn 1 miljoen dier- en plantensoorten inmiddels bijna uitgestorven. In 2050 zullen onze oceanen meer plastic dan vis bevatten.
Zo’n 30% van al het voedsel wordt verspild, terwijl van alle verpakkingen 91% eindigt als afval wordt. Slechts 9% wordt opnieuw gebruikt. Of het nu gaat om ontbossing, lucht- en watervervuiling, pandemieën, opwarming van de aarde, plastic soep, chemicaliën in ons voedsel – het zijn onvermijdelijke bijeffecten van geglobaliseerde markten, gedreven door onze consumptie van steeds meer voedsel, spullen en energie.
‘We zijn duidelijk de laatste generatie die de koers van klimaatverandering kan veranderen, maar we zijn ook de eerste generatie die de gevolgen ervan zal ervaren’
Kristalina Georgieva, (voorzitter van het IMF)
Bodem komt in zicht
Maar de bodem komt in zicht: onze planeet heeft simpelweg onvoldoende middelen voor onbeperkte financiële en economische groei. We hebben een punt bereikt waarop de kosten van niet-handelen voor een duurzame wereld hoger worden dan de kosten van handelen. Als we onze natuur blijven uitputten, creëren we een onleefbare aarde voor onszelf en worden we net zo goed als veel andere plant- en diersoorten bedreigd in ons voortbestaan op deze planeet. ‘We zijn duidelijk de laatste generatie die de koers van klimaatverandering kan veranderen, maar we zijn ook de eerste generatie die de gevolgen ervan zal ervaren’, zegt Kristalina Georgieva, de voorzitter van het IMF.
De onzichtbare hand van de markt – kunnen we daar nog steeds op vertrouwen?
Het dominante denkmodel dat ons hier heeft gebracht, bekend als ‘vrijemarktkapitalisme’ of ‘aandeelhouderskapitalisme’, is gebaseerd op een aantal eenvoudige overtuigingen. De samenleving kan haar vertrouwen stellen in de ‘onzichtbare hand’ van de vrije markt om het collectieve welzijn te vergroten. De markt wordt gevoed door bedrijven die werden gemodelleerd naar de metafoor van een machine, op zoek naar winst voor aandeelhouders. Deze mechanistische logica leidde tot het idee om organisaties centraal en hiërarchisch te structureren, met zijn typische op beheersing gerichte bureaucratie.
De uitvinding van ‘kapitaal’ – de virtuele vorm van geld die eindeloos kan worden gebruikt – en beurzen waar kapitaal kon worden verhandeld, stelden aandeelhouders in staat om van ‘rendement op kapitaal’ het hoofddoel van het economische systeem te maken. De metafoor van de machine die in vrije, zelfregulerende markten werkt, doordringt veel van ons (onbewuste) denken over de economie. Het heeft de laatste decennia ook ons denken over de politiek, onderwijs en gezondheidszorg doordrongen.
Aandeelhouderswaarde (h)erkent behoeften niet
Maar nu vragen mensen zich af: waar leidt de onzichtbare hand ons naartoe? De logica dicteert dat landen Bruto Nationaal Product (BNP) moeten genereren, net zoals het doel van bedrijven is om aandeelhouderswaarde te creëren. Inmiddels weten we echter dat er na een bepaalde drempel geen direct verband meer is tussen een stijgend BNP en het welzijn van burgers. Geld helpt alleen bij materiële basisbehoeften, maar verder creëert het geen geluk. Bovendien weten we dat onze burgers worden gemotiveerd door meer dan commerciële waarde of geld: we hebben behoefte aan verbondenheid met familie en gemeenschap, gezond voedsel, schoon water, zingeving, zelfontplooiing en zorg, gelijkheid en vertrouwen in onze sociale instellingen – dit zijn allemaal behoeften die het huidige op aandeelhouderswaarde gebaseerde model niet herkent en niet waardeert.
Door blindelings te vertrouwen op de onzichtbare hand van de markt, hebben we veel van de zichtbare bijwerkingen over het hoofd gezien. Maar dat kan nu niet meer. De bijwerkingen zijn te ernstig en tasten het geheel aan. Zoals Marc Benioff, CEO van Salesforce, schreef in The New York Times: ‘Het kapitalisme is goed voor me geweest. Maar als kapitalist geloof ik dat het tijd is om hardop te zeggen wat we eigenlijk allemaal wel weten: het kapitalisme, zoals we het kennen, is dood.’
Het is tijd om onze blinddoek af te doen. De econoom Joseph Stieglitz merkte op: ‘Er is niets dat ons economisch gedrag stuurt, behalve onze eigen intenties en acties.’
Bron: Triple Value Leadership
Door: Sander Tideman