Beste Leike,
Hoorde jij dat interview met Ferd Grapperhaus, onze minister van Justitie, over de inzet van militairen in verpleeghuizen vanwege personeelstekorten? Twee veiligheidsregio’s hadden een brandbrief gestuurd omdat het zwartste scenario dreigt en het minimum aan zorg niet meer geleverd kan worden. Het is aan alle kanten duidelijk dat het de zorg nu echt over de schoenen loopt … of eigenlijk, dat het water al aan de lippen staat.
Je zou zeggen, niet meer ouwehoeren en direct regelen dat defensie kan inspringen met verpleegkundigen, artsen en alle handen aan het bed die maar nodig zijn. Het fijne van defensie is immers dat het is ingericht op handelen in het onverwachte. Dat kan door in kaart te brengen waar welk type steun nodig is om het dan aan defensie over te laten een directe lijn te leggen met de betrokken verzorgingshuizen en daarmee afspraken te maken.
Zo niet als dit kabinet zich ermee bemoeit. Ik citeer Grapperhaus op Radio 1: ‘We moeten de procedure nog eens goed aanscherpen en toch kijken wat er voor dingen mogelijk zijn… We hebben een procedure gemaakt met objectieve criteria, die is gericht op de echt nijpende continuïteitstekorten, waarbij eerst de regionale mogelijkheden volledig moeten zijn uitgenut alvorens defensie hulp mag verlenen.’ Concreet betekent dit dat eerst gekeken moet worden of er uitwisseling tussen instellingen mogelijk is, dán of er nog loslopende gediplomeerde mensen op de arbeidsmarkt te vinden zijn, dán het Rode Kruis en pas daarna defensie. Trots vertelde Ferd dat de voorzitters van de veiligheidsregio’s dit allemaal een goed plan vinden.
Ik heb zo mijn twijfels. Het lijkt zorgvuldig, maar het is bureaucratisch en benepen. Een benepen patroon van fragiel organiseren. Een patroon van liever te weinig dan te veel doen. Zorgen dat je niks verspilt. Je sorteert niet voor op situaties waarvan je niet zeker weet dat ze zich zullen voordoen. Je komt pas in actie als het echt moet. Het is de angst dat er straks defensiemensen ergens lopen te lummelen, angst dat een tehuis meer bestelt dan eigenlijk nodig is, angst voor te royaal handelen, angst dat je misbruikt wordt.
Ik noem het een patroon omdat ik het donkerbruine vermoeden heb dat dezelfde redeneringen speelden bij het inrichten van het vaccinatieproces en bij het oplossen van de schade in de kindertoeslagaffaire. Zuinigheid als hoeksteen van beleid. De kleine karige overheid. Met het toverwoord ‘zorgvuldigheid’ als schild.
Soms echter handelt de overheid anders, dan breekt (politieke) nood wet. Als het om ‘DE ECONOMIE’ gaat bijvoorbeeld. Dan blijken de zakken in de coronacrisis megadiep. Dan blijkt een omgekeerde redenering te gelden: eerst ruimhartig helpen en achteraf eventueel corrigeren als de steun te ruim was. We blijken loyaler aan KLM dan aan onze ouderen en zwakken.
Met vasthoudende kamerleden en een vernietigend rapport lukte het uiteindelijk ook in de kindertoeslagaffaire om te handelen alvorens alles is uitgezocht. De gedupeerden krijgen een nu behoorlijk bedrag voordat duidelijk is waar iedereen precies recht op heeft.
Natuurlijk willen we een overheid die zorgvuldig is. Maar zorgvuldigheid is niet hetzelfde als benepen en voorzichtig alles afwegen en pas handelen als je alles weet. Het is juist ook in actie komen als het nodig is. Liever genereus is zorgvuldiger dan steeds tekortschieten vanuit benepenheid.
Groet, Jaap
Veranderkundigen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Hun nieuwste boek is: Onmacht >>>