Gouden Kalf-winnaar Nasrdin Dchar roert zich regelmatig in het debat rondom inclusie en polarisatie. Naar aanleiding van zijn derde soloprogramma JA, vertelt hij in een openhartig gesprek over zijn roots, over dubbele loyaliteit, over de moed die liefde kost en wat voor hem werkt om verschillen te overbruggen. ‘De volgende uitspraak heb ik van regisseur en schrijver Ish Ait Hamou,’ vertrouwt Nasrdin mij toe en hij citeert: ‘Als je tijd geeft aan moeilijk, wordt moeilijk makkelijk.’
In je solovoorstellingen werk je met heel persoonlijke verhalen van jezelf en je gezin, maar ook van je ouders. Hoe werkt dat door op je relatie met hen? Toen ik in Carré mijn vorige solovoorstelling DAD speelde, was mijn pa er. Aan het einde volgde het applaus en wees ik naar hem. Toen draaiden al die hoofden in de zaal zich naar hem en iedereen bleef maar klappen. Als vanzelf stond hij op uit zijn stoel en begon te zwaaien. In Carré. Voor 1500 man. Dat vond ik magisch mooi. Ik heb altijd wel de behoefte om mijn beide ouders te eren. Door hen te eren, eer ik in mijn ogen die hele generatie. Ik wil via een persoonlijk verhaal ook een universeel verhaal vertellen. Daarnaast heb ik door die voorstellingen mijn vader en moeder veel beter leren kennen. Ook voor mijn huidige voorstelling JA heb ik ze opnieuw geïnterviewd. Terwijl ik – door de eerdere voorstellingen – inmiddels dacht dat ik ze al wel goed kende. Maar er ging echt weer een wereld voor me open. Noem eens een voorbeeld? Toen ik mijn vader sprak, kwam bijvoorbeeld de relatie met zijn vader, mijn opa, aan bod. Hij zei letterlijk tegen me: “Ik heb nooit gehoord dat-ie trots op me was.” Terwijl mijn vader veel voor de familie gedaan heeft. Heel veel. Als eerste generatie die hier in Nederland kwam, heeft hij alles moeten opgeven. Als oudste van tien kinderen lag er een enorme druk en grote verantwoordelijkheid bij mijn vader om vanuit Nederland de familie in Marokko te onderhouden. Daar heeft hij nooit een dankjewel voor gehoord van mijn opa. Geen woord van waardering. Dat raakte me echt. Want ik heb mijn opa juist meegemaakt in de rol dat hij er juist voor mij was; ik voelde juist altijd verbinding in alle dingen die ik samen met hem deed. Ik zag opeens een heel andere kant van mijn opa. Ik zag wat die relatie toen, een generatie geleden, voor mijn vader betekend moet hebben. Terwijl ook mijn vader nu nog steeds alleen maar liefde voor hem voelt. En ik ook, hoor. Maar dat maakte wel dat ik ook ben gaan nadenken over de rol van mijn eigen vader; hoe hij het gedaan heeft met ons. Dat vind ik knap. Want hij heeft wél laten zien dat hij trots is op ons. En dat laat hij nog steeds zien.“Li Fet, Met”, sprak mijn moeder, oftewel: “wat geweest is, is dood”En wat raakte je uit de interviews die je met je moeder hield? Mijn moeder vertelde dat ze zich in Nederland meteen gelukkig voelde; met haar man en toen nog één kind. Ze ervoer hier wat vrijheid betekent. En die vrijheid had vooral te maken met het loskomen van de druk van familie en de gemeenschap. Ik heb toen aan mijn moeder gevraagd: “Waarom heb je dit nooit eerder verteld?!” En mijn moeder zei: “Li Fet, Met.” En dat betekent: “Wat geweest is, is dood.” En dat vind ik zo typerend, vooral voor die eerste generatie Marokkaanse mensen in Nederland. Wat geweest is, is voorbij. Daar praatte je niet meer over. Alsof het onbelangrijk was en er niet meer toe deed. Li Fet, Met. Maar ik zei: “Nee mam, dit is superbelangrijk voor ons. Dit is voor ons óók identiteit, de basis, de wortels, waar we vandaan komen!”
Over Narsdin Dchar
Nasrdin Dchar (1978) speelde onder meer in de films Rabat (Gouden Kalf-winnaar), Tirza en recentelijk in de nieuwe thriller-serie Morten. Na zijn solovoorstellingen Oumi (over zijn moeder) en DAD (over zijn vader en het vaderschap) reist hij momenteel langs de theaters met zijn derde solovoorstelling JA. Nasrdin sprak in 2017 de 5 mei-lezing uit en is daarnaast initiatiefnemer van de stichting IEDER1, die de positieve kanten van diversiteit in Nederland wil benadrukken en polarisatie wil bestrijden.De middengroep die de nuance zoekt, is voor de media geen interessante groepIn de 5-mei lezing die je in 2017 hield, gebruikte je het beeld van Peter Pan, Tinker Bell en Neverland. De woorden “Neverland” en “Nederland” verschillen maar één letter. Toch is de kloof tussen deze twee werelden, tussen droom en werkelijkheid, groot. Wat is het grootste verschil? Haat en liefde. In Nederland hebben we nu twee partijen waar meer dan anderhalf miljoen mensen op stemmen. Die twee partijen, PVV en FVD, zien het liefst dat de vrijheid van het geloven, het belijden van een religie, wordt afgenomen. Maar dat gaat wel over het geloof van een miljoen mensen. En neem de aanslag in Nieuw-Zeeland van 15 maart jongstleden. Daar is een man opgestaan die een manifest heeft geschreven waar termen in staan als “omvolking”, “massa-immigratie”, “het gevaar van islam”. En hij schiet vijftig moslims dood. Dat is een gerichte aanval op moslims. Dat is geen grap, man! We leven in een tijd waarbij er een hele grote groep inmiddels gelooft dat islam een ideologie is. Islam is geen ideologie. Islam is een religie. En als je islam ook nog eens gaat koppelen aan fascisme, dan kom je in een andere hoek te staan. Dat is een hele gevaarlijke en een hele enge hoek! Er zijn weliswaar tegengeluiden; maar die zijn blijkbaar niet scherp genoeg. En dat is typerend voor deze tijd. Het extremisme viert hoogtij. Aan welke kant dan ook.
Ze voeden elkaar?
Ja, het bestaansrecht van de één heeft gewoon te maken met dat van de ander. Zonder religieus terrorisme zat PVV nu op één zetel misschien. En zonder gedachtegoed van de PVV – en zonder de haatcampagnes die op de islam gericht zijn – zouden er weer minder extremisten opstaan aan de andere kant. Het is een wisselwerking en het zorgt voor verdere polarisatie. En de middengroep die de nuance zoekt, die altijd op zoek is naar verbinding, is voor de media geen interessante groep. Er blijft op die manier zo weinig antwoord over op de haat. Het antwoord is liefde. Maar liefde is voor kranten niet interessant. Liefde haalt het nooit tot op de voorpagina. Dat wordt hooguit een klein berichtje op pagina 8. Maar de liefde moet juist voorop! Die moet uitgeschreeuwd worden!
Hij bedacht: in plaats van te genieten van wat ik heb, kan ik beter andere mensen helpen die bijna niets hebbenOp Lowlands gaf je een speech met de titel “Nederland heeft een nieuw verhaal nodig”. Daarop vroeg ik me af: kan de islam zelf ook niet, als het ware, een andere belichting gebruiken? Ik moest denken aan het verhaal van de Australische moslim Ali Banat, die eind mei 2018 overleed. Die jonge miljonair begon – toen hij kanker kreeg – al zijn spullen en bezittingen weg te geven. Ali Banat maakte als moslim van zijn miljoenenvermogen een “sadaqa djariyyah”, een langdurig liefdadigheidsproject dat nog zal voortbestaan na zijn dood. Materiële rijkdom, zoals die jongeman had, neem je niet mee je graf in. Hij werd zich daarvan bewust op het moment dat hij ernstig ziek werd. Hij vroeg zich af: wat kan ik nu nog doen? Hij bedacht: in plaats van te genieten van wat ik heb, kan ik beter andere mensen helpen die bijna niets hebben. Dat is van ongelooflijke waarde. Dan ben je best wel een held, vind ik. Ik vond dat ook zo’n mooi krachtig en positief verhaal omdat het juist zijn islamitische religie was die hem hielp deze keuzes te maken. Ik denk dat maar weinig niet-moslims deze belangrijke kern binnen het islamitische geloof kennen. Ja, je hebt het hier over één van de vijf voorschriften van de islam; die gaat over het geven van aalmoes. En natuurlijk kan ik gaan vertellen wat voor moois er allemaal wel niet in de ramadan-tijd bijvoorbeeld gebeurt: wat mensen verzamelen voor mensen die het niet goed of minder breed hebben. Of het verhaal van een islamitische vriend van me die chirurg is, en die in Marokko mensen helpt en opereert, die het niet kunnen betalen en die wel deze hulp nodig hebben … Maar weet je wat het is? Wat gewoon lelijk is aan deze tijd, is dat je met dat soort voorbeelden bijna lijkt te zeggen: “Kijk, er zijn ook goede Moslims!” Alsof het uitzonderingen zijn. Terwijl: het zijn geen uitzonderingen! Ontstaat dan het gevoel dat je je zou moeten verdedigen? Zo heb ik het ervaren, ook als mens die in Nederland woont. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik moest laten zien: kijk, ik ben een goeie. Ik weet niet beter dan dat in Nederland mijn geloof wordt gezien als slecht. En in deze tijd helemaal. Of het nu om mijn islamitische achtergrond gaat of mijn Marokkaanse roots. Daar wordt zo negatief over gesproken en geschreven. Welke negatieve of discriminerende woorden hebben jou – als kind of als volwassene – persoonlijk het hardst geraakt? Als ik daarover na ga denken, dan heb ik al sinds de basisschool de nodige opmerkingen over me heen gekregen. Bijvoorbeeld tijdens een ruzie op het schoolplein. Dan zei een kind: “Ga toch terug naar je eigen land!” En mijn moeder kreeg soms te horen, puur omdat ze een hoofddoek droeg: “Het is nog lang geen carnaval, hoor!” En zo zijn er heel veel voorbeelden. Toch ging dat toen vaak het ene oor in, het andere oor uit. Los van één moment dat ik nooit meer zal vergeten. Ik was een jaar of tien en ik liep terug naar huis vanuit de basisschool. Mijn vader was bezig met het poetsen van de buitenpoort. Ik dacht: Mijn vader? De buitenpoort aan het poetsen? Dat doet hij nooit … Bleek dat er met een soort bruine stift op onze achterdeur was gekalkt: “Vieze stinkturken, ga terug naar je eigen land.” Zo’n moment vergeet ik nooit meer van mijn leven.
Afgelopen Kerst zat ik met mijn djellaba bij de kerstboom.Toen je in 2011 je Gouden Kalf voor de film Rabat won, sprak je in je speech de volgende zin uit: ‘Ik ben een Nederlander, ik ben heel trots op mijn Marokkaanse bloed, ik ben moslim en ik heb een fokking Gouden Kalf in mijn hand.’ Je kreeg daarop een staande ovatie. Wat betekent het om tegelijkertijd én Nederlander te zijn én Marokkaans bloed door je aderen te hebben stromen én om moslim te zijn? Dat betekent dat ik afgelopen Kerst met mijn djellaba aan bij de kerstboom zat. En toen ik daarvan een foto deelde op Instagram, kreeg ik er een heleboel reacties op. Eerst echt veel kritiek en in reactie daarop weer heel veel berichtjes om me een hart onder de riem te steken. Weet je wat het is? Al sinds ik een klein kind ben, houd ik van het plezier van de kersttijd. Ik maak zelf geen link tussen Kerst en religie, maar ben me wel bewust van het feit dat andere mensen dat wel doen. Het begon ermee dat mijn zoontje graag zijn djellaba aan wilde. En ik dacht: weet je wat, ik doe gewoon met je mee. Komen we beneden en zijn mijn vrouw en dochter de kerstboom al aan het optuigen. Ik help mee en ik denk: moet je kijken, joh! Wat mooi eigenlijk, dat deze combinatie kán!
Je deed het niet om te choqueren, maar voor jou vielen die twee werelden gewoon prachtig samen? Ja. Dat is inclusie, snap je? Dit is fusion, die mix van allerlei verschillende werelden. Die staat voor mij echt symbool voor Nederland richting Neverland. En kijk eens hoe gelukkig wij zijn met onze kerstboom! Toen heb ik die foto gepost op Instagram. Maar ja, daar waren heel veel mensen niet gelukkig mee, helaas. Zijn jouw “biculturele” roots nu een recept om altijd mensen teleur te stellen, of bevindt zich hier juist de mogelijkheid om meer dan wie dan ook een bruggenbouwer te zijn? Goeie vraag. Ik denk dat het beide waar is. Ik word vaak bruggenbouwer genoemd. Maar tegelijkertijd stel ik ook mensen teleur. Het blijft zoeken naar een manier waarbij ik me senang voel. Dat is een zoektocht die ik waarschijnlijk mijn leven lang zal moeten doen. Ik hoop dat mijn kinderen veel minder hoeven te zoeken naar hun plek. En ik hoop dat zij veel minder bij al die loyaliteiten stil hoeven te staan dan ik. In het geval van de kerstboom volgde er na de vele felle reacties ook een tsunami aan liefde. Moslims vanuit allerlei kanten die mij een fotootje stuurden met: maak je niet druk, wij hebben ook een kerstboom. Het feit dat daar veel PMs en DMs tussen zaten, zegt mij dat er nog veel mensen zijn die daar dus blijkbaar nog niet mee in het openbaar durven te treden. Maar wat ik ook terugkreeg is dat er in families mensen met elkaar in gesprek gingen: wat vinden we nu eigenlijk van een kerstboom? En waarom zou dat niet kunnen? Of waarom zou dat wel kunnen? Dat gesprek voeren; dat is zó belangrijk. Want er zijn veel dingen waarover niet gesproken wordt, terwijl mensen er wel door verscheurd worden. Ook in je voorstelling JA komt deze dubbele loyaliteit tot uitdrukking. Zou je een aantal van die loyaliteiten die in de voorstelling zitten hier willen delen? In mijn voorstelling gaat het over de liefde, hoeveel moed je nodig hebt voor de liefde, en over de vraag hoe het is om als moslim te trouwen met een niet-moslim. Dan kom je bijvoorbeeld op deze loyaliteitsvraagstukken: ga je als onderdeel van de trouwplechtigheid de bruid in het openbaar zoenen of juist niet? Kies je voor een traditioneel Marokkaanse bruiloft of gaat er bier vloeien? Wat in de ene cultuur gewoon is, levert in de andere cultuur een gevoel van schaamte of ongemak op. Realiseer je dat je mensen sowieso gaat teleurstellen. De kern van loyaliteitsconflicten is dat je niet iedereen te vriend zult kunnen houden. Als je tot nieuwe vormen van samenleven komt, hebben mensen hun oordeel alweer klaar. Mensen zullen daar ook weer op reageren. Dat betekent dat je het gewoon nooit voor iedereen tegelijkertijd goed zult kunnen doen.
Laat je leiden door het gevoel dat het in je hart goed zit. Al het andere? Fuck die shit.En wat werkt dan voor jou? Je moet het goed doen voor elkaar. Laat je leiden door het gevoel dat het in je hart goed zit. Al het andere? Fuck die shit. Al die loyaliteitsdilemma’s in de voorstelling staan symbool voor de verschillen tussen jou en een ander. Wat doe je met de verschillen? Ga je ze aan of ga je ze uit de weg? Je móét ze aangaan. Blijf luisteren naar elkaar. Zorg dat je elkaars verhaal blijft aanhoren. En hoe werkt dat bij jou thuis? Wij dóen het gewoon. We hebben dingen voor elkaar over. Jij vindt dingen belangrijk, ik vind dingen belangrijk. Die leg je naast elkaar en je vindt een gulden middenweg. En dan doe je het gewoon, samen. Wat er aan concrete oplossingen ontstaat is veel minder interessant. Wat belangrijk is dat mijn vrouw en ik getrouwd zijn, dat we twee kinderen rijker zijn. Wat belangrijk is dat je gaat overbruggen. En dat is iets wat voor een relatie geldt, maar dat kun je ook groter trekken naar de samenleving en naar Nederland. We móéten de verschillen aangaan, want ze zijn er nu eenmaal. Nederland is niet meer het land van vijftig jaar geleden. Ik zie een hele diverse samenleving. Het is gewoon een feit dat we open moeten staan voor al die andere verhalen. Daar zit heel veel potentie in en heel veel rijkdom. Weet je, negativiteit is besmettelijk. Maar positiviteit is dat ook!
Dat je vraagt aan de ander wat hij vindt en voelt, in plaats van: op aannames varen.En hoe valt er om te gaan met verschillen tussen culturen die onverenigbaar lijken? Ook dan geldt dat je moet blijven praten. Dat je vraagt aan de ander wat hij vindt en voelt, in plaats van: op aannames varen. Die tekst zit ook in de voorstelling. Net als een andere belangrijke zin, die letterlijk komt uit een boek van Ish Ait Hamou, regisseur, choreograaf, schrijver en televisiepresentator. Een zin die ook in de verfilming Klem zit, waarin ik het personage Sulayman mocht spelen. En dat personage zegt: “Als je tijd geeft aan moeilijk, wordt moeilijk makkelijk.” En zo is het. Of het nu gaat om een huwelijk of een hele samenleving: je gaat moeilijke momenten meemaken. Ga het gesprek hierover aan, hoe moeilijk dat ook is. Als je daar tijd aan geeft, dan worden moeilijke momenten vanzelf makkelijk. ■ De recente speellijst van de voorstelling JA vind je op www.nasrdinspeelt.nl Door: Guido van de Wiel Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, ghostwriter en verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Hij schreef boeken zoals Durf het verschil te maken (best verkochte verandermanagementboek van 2018), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. Hij is executive coach bij TIAS School for Business and Society en bij RSM. Trendwatcher of the Year.