Twee jaar geleden kon ik het woord ‘moreel kompas’ nog nauwelijks hanteren. Het begrip werd als de streng ervaren, als moraliserend. Nu wordt die term met meer ontspanning ontvangen en worden zelfs de begrippen ‘moreel leiderschap’ en ‘morele ambitie’ gebezigd. Dat is een goed ding. Én ik denk dat er meer perspectieven in naar voren moeten komen en dat er meer vriendelijkheid bij nodig is.
Ben in verbinding met je moreel kompas
Één van de uitgangspunten van Dialogisch Leiderschap is dat ieder mens een moreel kompas heeft. Dialogisch Leiderschap hanteert een eenvoudige definitie van wat het moreel kompas inhoudt: het bestaat uit datgene waarin je betekenisvol wilt zijn, je purpose, en het bestaat uit je kernwaarden. Het is de kunst:
- Om je moreel kompas te kennen;
- Om te merken wanneer je geraakt wordt in je moreel kompas;
- Om je moreel kompas in je handelen tot uitdrukking te laten komen;
- Om in een organisatie een gedeeld moreel kompas te vormen rondom complexe vraagstukken.
Een gedeeld moreel kompas blijft uit moraalridderschap en relativisme
Want, als iedereen vanuit zijn of haar eigen moreel kompas handelt, kan elke beslissing een goede beslissing zijn. En blijven standpunten tegenover elkaar staan. Bijvoorbeeld: “stop fossiele energie nu” tegenover “wij kunnen niet zonder fossiele energie”. Zo worden de complexe vraagstukken van deze tijd niet opgelost. In Dialogisch Leiderschap pleiten we voor het vormen van een gedeeld moreel kompas. Dat betekent dat mensen een gedeeld richtsnoer vormen voor het handelen in complexe situaties, zodanig dat de ‘bedoeling’ en kernwaarden van een organisatie in de praktijk tot uitdrukking komen, mèt medeneming van de relevante perspectieven. Met Sandra Palmen schreef ik dat het moreel kompas van een organisatie gegrond moet zijn in de democratische rechtsstaat (zie het artikel ‘Betekenisvol besturen: in dialoog balanceren in het recht’). Als je het mij vraagt gaat dat niet alleen om mensenrechten maar ook om de invloed die beslissingen van een organisatie hebben op natuur en milieu. Gelukkig zie je hier steeds meer aandacht voor. Een voorbeeld hiervan is het besluit van Ymere uit maart 2024, om de kosten voor het warmtenet niet door de huurders te laten dragen.
Voor een gedeeld moreel kompas zijn ‘alle perspectieven’ nodig
Een gedeeld moreel kompas kan je alleen vormen door jezelf en elkaar toe te staan van gedachten te mogen veranderen. In een dialoog wordt dat mooi geformuleerd als “nieuwe opzichten opdoen”, wat dus betekent dat je je standpunt verlaat en iets nieuws ontdekt. De kunst is om dat niet te zien als verliezen, maar als samen verder komen.
In mijn werk laat ik mensen loskomen van hun eigen perspectief, c.q. van gedachten veranderen, door ook andere perspectieven te betrekken. Dat kan eerst ongemak creëren, want dan wordt zichtbaar wat er allemaal meespeelt. Die complexiteit zie je alleen in volle omvang als je àlle relevante perspectieven betrekt. Dus niet alleen het perspectief van de individuele burger/klant en ook niet alleen het perspectief van de regel of de wet, of dat van de financiën of van gelijke behandeling, de natuur, etcetera. De praktijk leert dat, juist door het innemen van alle relevante perspectieven, nieuwe oplossingen in beeld komen die ‘kloppen’ met het gedeelde moreel kompas, met de opgave en de kernwaarden van de organisatie. Deze werkwijze heb ik uitgewerkt in de Vraagstukdialoog en de Casusdialoog, die op alle niveaus goed blijkt te werken: van raden van toezicht tot professionals. Ik heb er met Rens van Loon over geschreven in ‘Van buikpijn of juist zeker weten, naar professioneel niet-weten’, in Holland Management Review 205.
Niet egoloos maar egobewust
Van gedachten veranderen, en dus nieuwe inzichten opdoen, lukt niet als je jezelf identificeert met een perspectief. Identificatie met een perspectief kan je zien gebeuren als iemand bijvoorbeeld boos is, of zich niet gezien voelt. Maar ook als iemand ergens bevlogen of enthousiast over is. Zelfs je vakgebied kan zorgen voor een onbewuste identificatie met een bepaald perspectief. Bijvoorbeeld: “Ik als zorg-professional volg altijd de behoefte van de individuele cliënt” of “ik als jurist checkt eerst of iets past binnen de bepalingen van de wet”. Identificeren met een perspectief kom ik op alle niveaus tegen: het is namelijk menselijk. Daarom nodigt Dialogisch Leiderschap je uit om je bewust te zijn van je ego; van jouw perspectieven, gedachten en emoties. Die hoeven niet weg, want ze bieden waardevolle informatie over wat er relevant is in een complex vraagstuk, ze vormen namelijk een perspectief. Maar, ben je er bewust van, observeer ze en laat je er niet door bepalen, waardoor je de ruimte hebt om je ook echt in te leven in andere perspectieven. En met elkaar vanuit een gedeeld moreel kompas tot ‘het goede’ besluit te komen.
Morele ambitie als het opzoeken van de morele spanning
Het boek ‘Morele ambitie’ van Rutger Bregman biedt stof tot nadenken. Hij roept je op om je talenten niet te besteden aan ‘het binnenharken van zoveel mogelijk geld voor jezelf en het bedrijf met winstbejag’, maar om met je talenten bij te dragen aan iets goeds voor de wereld. Dit gedachtengoed is ook terug te vinden bij Omri Elisha en in ‘How to be a good ancestor?’ van Roman Krznaric. In het NRC van 29 maart 2024 bepleit Floor Rusman dat morele ambitie niet alleen gaat over ‘helden’, zoals activisten, uitvinders, filantropen en mensen in essentiële beroepen. Maar dat morele ambitie óók gaat over mensen die “als een radartje”…”in de publieke sector” werken, “zoals de Belastingdienst”.
Ik kan me daarin vinden. Want juist in dat soort beroepen is het de kunst om te handelen vanuit een gedeeld moreel kompas. Want: ‘standaard’ situaties kunnen met processen en beleid worden opgelost. Maar voor de complexe situaties en complexe vraagstukken die niet in (bestaand) beleid of processen passen, moet je ‘in’ de spanning gaan staan. Die spanning heb ik hierboven beschreven als ‘alle relevante perspectieven meewegen’. Om vervolgens niet alleen vanuit je eigen moreel kompas, maar vanuit ‘een gedeeld moreel kompas’ te komen tot een oplossing die recht doet aan én het individu én aan de samenleving en ecologie als geheel. Dat vergt moed: om je eigen perspectieven en logica onder ogen te zien, en om vanuit de perspectieven van anderen te kijken. En om het onderzoeken van die spanning, wat twijfel en onzekerheid oproept, te zien als een professionele vaardigheid, waar je anderen in toe laat, zodat je vanuit meerdere perspectieven kijkt en niet alleen op je eigen moreel kompas vaart. Het is een morele moed waarmee je soms tegenspreekt, maar óók jouw eigen perspectieven als één van de relevante perspectieven ziet. Door op deze manier ‘in’ de spanning te gaan staan, kan je met elkaar de juiste afwegingen maken en tot ‘het goede’ te komen, op een manier die uitlegbaar is aan de samenleving en ‘klopt’ met ons gedeelde moreel kompas als maatschappij. In de individuele trajecten die leiders bij me doen, merk ik dat dit thema steeds vaker onderwerp is: hoe kijk ik eigenlijk, wat zie ik daardoor wel en niet, hoe stimuleer ik anderen zich hier bewust van te worden en hoe kom ik met mijn organisatie tot het onder ogen zien van complexiteit, het kijken vanuit meerdere perspectieven en het vormen van een gedeeld moreel kompas voor handelen?
Door: Jindra Kessener
Jindra Kessener versterkt met Dialogisch Leiderschap dialoog in organisaties, teams en bij individuele leiders. Ze heeft ervaring in profit en not-for-profit, onder andere als veranderkundige, HR-directeur, inrichting besturing en besluitvorming, leiderschapsontwikkeling en docent yoga en dans.